HV2 Thema 1 B5 Gezonde luchtwegen

Thema 1 
Verbranding en ademhaling
B5
Gezonde luchtwegen
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 1 
Verbranding en ademhaling
B5
Gezonde luchtwegen

Slide 1 - Slide

Leerdoel 1

 Je kunt uitleggen wat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden.

Slide 2 - Slide

Roken?

Slide 3 - Slide

Beweeg, zing, speel een blaasinstrument

Beweeg voldoende!

Ademhalingsspieren worden versterkt en de longinhoud wordt groter, dus je conditie verbetert!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Leerdoel 1

Je kunt beschrijven wat hooikoorts is.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Maak opdracht 25
Klaar? Overleg je antwoorden met je buurman of -vrouw

Neem als je het lastig vindt nog eens 
de volgende bladzijden door

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hooikoorts
Sommige mensen hebben last van hooikoorts. 
De stuifmeelkorrels prikkelen het slijmvlies van de luctwegen en de binnenkant van de oogleden. 
Daardoor krijgen deze mensen een branderig en jeukend gevoel in de neus, hun keel en de ogen. 

Die mensen zijn allergisch, ze zijn overgevoelig voor bepaalde stoffen.

Slide 13 - Slide

Maak de oefentoets die voor je klaarstaat!
Volgende les heb je een SO over 
Thema 1 Basisstof 1 t/m 5

Slide 14 - Slide

Deze kaars bestaat uit kaarsvet, dit is een ...
A
brandstof
B
verbrandingsproduct
C
vorm van energie
D
zuurstof

Slide 15 - Quiz

Noem een indicator voor koolstofdioxide.

Slide 16 - Open question

Deze kaars geeft licht, dit is een ...
A
brandstof
B
verbrandingsproduct
C
vorm van energie
D
zuurstof

Slide 17 - Quiz

Zo kun je koolstofdioxide aantonen
Verbrandingsproduct
Indicator
Troebel

Slide 18 - Drag question

Welke van deze onderdelen is GEEN verbrandingsproduct?
A
water
B
koolstofdioxide
C
zuurstof

Slide 19 - Quiz

Walvissen kunnen lang onder water blijven. Wanneer de walvis weer bovenkomt ademt hij uit door het spuitgat boven op de kop. Bevat de lucht die door het spuitgat wordt uitgeademd meer of minder koolstofdioxide dan de ingeademde lucht?
A
minder koolstofdioxide
B
meer koolstofdioxide

Slide 20 - Quiz

De samenstelling van de uitgeademde lucht wordt vergeleken met die van de ingeademde lucht.

Bevat de uitgeademde lucht meer of minder koolstofdioxide dan de ingeademde lucht, of is dat evenveel?
A
meer
B
minder
C
evenveel

Slide 21 - Quiz

Geef de naam van het proces waarbij zuurstof wordt verbruikt in cellen.

Slide 22 - Open question

Sleep de stoffen naar de juiste plek in onderstaande formule.
glucose
zuurstof
koolstofdioxide
energie

Slide 23 - Drag question

Verbranding in een lichaamscel: 
In welke afbeelding zie je verbrandingsproducten?
Verbrandingsproduct
Verbrandingsproduct

Slide 24 - Drag question

neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
slokdarm
longblaasje

Slide 25 - Drag question

Q-koorts is een ziekte die door geiten, runderen en schapen op de mens overgedragen kan worden. Besmette mestdeeltjes kunnen over grote afstand door de lucht worden verspreid. Het inademen van zulke deeltjes is de belangrijkste manier van besmetting.

Bij het inademen passeren besmette mestdeeltjes de volgende delen van het ademhalingsstelsel:

bronchiën – longblaasjes – luchtpijp

In welke volgorde worden deze delen gepasseerd bij het inademen?
A
bronchiën – longblaasjes – luchtpijp
B
bronchiën – luchtpijp – longblaasjes
C
luchtpijp – longblaasjes – bronchiën
D
luchtpijp – bronchiën – longblaasjes

Slide 26 - Quiz


Welke letter, P of Q, geeft het orgaan aan waar de buis voor de operatie naar binnen geschoven moet worden? En hoe heet dit orgaan?
A
P (luchtpijp)
B
Q (slokdarm)
C
P (slokdarm)
D
Q (luchtpijp)

Slide 27 - Quiz

Geef de naam van P in de afbeelding.

Slide 28 - Open question

Een aantal stappen tijdens de inademing van een mens:

1) De borstholte wordt groter
2) Lucht stroomt de longen in
3) De inhoud van de longen wordt groter
4) De ribben bewegen omhoog en de borstkast gaat iets naar voren

Zet de stappen in de juiste volgorde voor een inademing.
A
4 2 1 3
B
4 1 3 2
C
1 4 3 2
D
1 4 2 3

Slide 29 - Quiz

Hib is de afkorting van de naam van een bacterie die bij mensen kan voorkomen in de slijmvliezen van de luchtwegen. Meestal veroorzaakt dit geen ernstige ziekteverschijnselen, omdat witte bloedcellen in de slijmvliezen de bacteriën onschadelijk maken.

Soms dringt de Hib-bacterie toch verder het lichaam binnen en veroorzaakt een ziekte zoals bloedvergiftiging, hersenvliesontsteking of longontsteking. Ook kunnen ernstige problemen ontstaan met ademhalen door het opzwellen van een ontstoken strotklepje.

Waardoor kan een opgezwollen strotklepje ademhalingsproblemen veroorzaken?
A
door afsluiting van de keelholte
B
door afsluiting van de luchtpijp
C
door afsluiting van de neusholte

Slide 30 - Quiz

Welke bewering is juist?

A
luchtpijptakjes zijn, in tegenstelling tot bloedvaten in de longen, sterk vertakt
B
bloedvaten in de longen en de luchtpijptakjes zijn beide sterk vertakt
C
bloedvaten in de longen zijn, in tegenstelling tot luchtpijptakjes, sterk vertakt
D
bloedvaten in de longen en de luchtpijptakjes zijn beide niet sterk vertakt

Slide 31 - Quiz

Welke letter geeft een bronchie aan?
A
P
B
Q
C
R

Slide 32 - Quiz

Gaswisseling is
A
het opnemen van koolstofdioxide en afgeven van zuurstof
B
het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide

Slide 33 - Quiz

Waar vindt gaswisseling plaats?
A
Luchtpijp
B
Long
C
Keelholte
D
Longblaasje

Slide 34 - Quiz

Bij welk nummer of welke nummers vindt gaswisseling plaats?
4
A
5
B
8
C
9
D
10

Slide 35 - Quiz

In welke richting gaat de koolstofdioxide?
A
Van longblaasje naar longhaarvat
B
Van longhaarvat naar longblaasje

Slide 36 - Quiz

Bloed dat naar het longblaasje stroomt bevat weinig zuurstof
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 37 - Quiz

1
2
3
4
lucht
koolstofdioxide
zuurstof
bloed

Slide 38 - Drag question

Bekijk de afbeelding van het longblaasje. Zijn de kleuren juist aangegeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 39 - Quiz

In het plaatje krijgen de longen een blauwe kleur.
Staat dit voor inademing of uitademing?
A
Inademing
B
Uitademing

Slide 40 - Quiz

Naast het middenrif spelen ook de ribben een rol bij de ademhaling.

In welke richting bewegen het middenrif en de ribben zich bij het inademen?
A
Zowel het middenrif als de ribben bewegen zich dan omhoog.
B
Het middenrif beweegt zich dan omhoog, de ribben omlaag.
C
Het middenrif beweegt zich dan omlaag, de ribben omhoog.
D
Zowel het middenrif als de ribben bewegen zich dan omlaag.

Slide 41 - Quiz

Nog meer oefening nodig?

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Link