Meer mensen krijgen inspraak



Geschiedenis
Introductie
Les 6 Meer mensen krijgen inspraak
Geschiedenis
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



Geschiedenis
Introductie
Les 6 Meer mensen krijgen inspraak
Geschiedenis

Slide 1 - Slide

⇒Door wie wordt de uitspraak gedaan?

"Ik kom op voor de belangen van de arbeiders."
A
liberaal
B
socialist
C
feminist

Slide 2 - Quiz

⇒Door wie wordt de uitspraak gedaan?

"De overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met de economie."
A
liberaal
B
socialist
C
feminist

Slide 3 - Quiz

⇒Door wie wordt de uitspraak gedaan?

"Mannen en vrouwen moeten dezelfde rechten krijgen."
A
liberaal
B
socialist
C
feminist

Slide 4 - Quiz

⇒Waarom hadden veel ouders kritiek op deze wet?
Gebruik de bron
A
omdat arme gezinnen de inkomsten van werkende kinderen hard nodig hadden om in leven te blijven
B
omdat boeren hun kinderen onder de twaalf jaar niet meer op hun bedrijf mee mochten laten werken
C
omdat kinderen verplicht werden tot hun twaalfde jaar onderwijs te volgen
D
omdat ouders hun kinderen onder de twaalf jaar niet meer konden dwingen huishoudelijk werk te verrichten

Slide 5 - Quiz

Lesdoelen
Aan het eind van de les weet je:

  • Hoe het bestuur van NL er voor 1848 uitzag en erna.
  • Je weet welke rol koning Willem II en Johan Thorbecke hierin speelden.
  • Je kunt het feminisme beschrijven

Slide 6 - Slide

Wie is er zo belangrijk dat hij op het bureau staat van Mark Rutten tijdens de persconferenties?
De man die de democratie in NL ontworpen heeft.

Slide 7 - Slide

1840-1848: 
Koning Willem II
  • Rijke burgers > liberalen : Koning heeft te veel macht!

  • Liberalen willen een parlement waarin burgers mochten kiezen (een democratie)


  • Willem II vond dat geen goed plan.

Slide 8 - Slide

Hoe wilden de Liberalen dat Nederland bestuurd werd?

Slide 9 - Mind map


Revolutiejaar 
1848



  • De ‘erfgenamen van de Franse Revolutie’, de Liberalen, komen tot de conclusie: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"
  • Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide


Paniek bij de vorsten
in heel Europa!




Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal

Slide 12 - Slide

Gevolgen
  • De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:

  1. Koning mag niets zelf meer beslissen dat doen de ministers
  2. Wel goedkeuring van de volksvertegenwoordiging
  3. Verkiezingen 2e kamer en provinciebestuur
  4. Provinciebestuur kiest 1e kamer

Slide 13 - Slide

Wat deed Johan Rudolf Thorbecke?
A
Hij kwam in opstand tegen de koning.
B
Hij was een minister van de koning.
C
Hij maakte de regels van de nieuwe grondwet.
D
Hij zette de koning af.

Slide 14 - Quiz

Noem een paar nieuwe regels van Thorbecke.

Slide 15 - Mind map

Echte democratie sinds 1848?
  • Alleen mannen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden mochten stemmen.
  • Alle andere mannen en vrouwen sowieso mochten niet stemmen

Slide 16 - Slide

2.3: Het eerste feminisme

Slide 17 - Slide

Oorsprong
  • 1870: John Stuart Mill: 'Geef
    vrouwen kiesrecht!". Idee
    afgewezen, wel vereniging 
    vrouwenkiesrecht
  • Na 1900 massale aanhang!

Slide 18 - Slide

Feminisme
  • Streeft naar gelijke behandeling
  • Vrouwenkiesrecht belang
  • Emancipatie
  • Welke klasse?
  • Hoge burgerij, mochten weinig 
  • Gevolg feminisme?
  • Positie vrouw in veel landen beter.

Slide 19 - Slide

Feminisme
Doelen
  • Feministen willen algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen.
  • Feministen willen betere opleidingen voor meisjes en toegang tot de universiteit.
  • Feministen (rijke) willen gewoon kunnen werken.
  • Feministen willen dat vrouwen gelijkwaardige partners zijn binnen het huwelijk.

Slide 20 - Slide

Aletta Jacobs
  • Bekendste feministe van Nederland
  • Wat deed zij?
  • Eerste vrouw die afstudeerde aan een
     universiteit, hoe?
  • Vroeg toestemming aan minister Thorbecke
  • Kreeg antwoord gericht aan? 
  • Haar vader
  • Proefperiode 1 jaar
  • Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht.

Slide 21 - Slide

Strijd algemeen kiesrecht
  • 1887: 'kentekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand'
  • Geen definitie 'geschikt'
  • Geen definitie 'welstand'
  • Wel toename stemmers: verdubbeling, bijna 27%

Slide 22 - Slide

Strijd algemeen kiesrecht
1896: kieswet --> uitleg geschiktheid:
  1. Bepaald belastinggeld
  2. Bepaald spaargeld
  3. Bepaalde examens
  4. Bepaald loon
  5. Bepaalde huurwaarde

Toename stemmers naar bijna 50%

Slide 23 - Slide

Bekijk de afbeelding die stond in een socialistische krant (1903).

⇒Wat is het onderwerp van de tekening?


Gebruik de bron
A
de aanleg van spoorwegen in Nederland
B
een protest van boeren tegen moderne vervoermiddelen
C
een staking van spoorwegarbeiders
D
het ontslag van overbodig spoorwegpersoneel door werkgevers

Slide 24 - Quiz

Waarom was het vrouwenkiesrecht zo belangrijk voor Aletta Jacobs?

⇒Kies het juiste antwoord.
A
Aletta wilde zelf graag minister worden.
B
Aletta dacht dat vrouwen beter zijn in het kiezen van een nieuwe regering dan mannen.
C
Aletta vond dat vrouwen slimmer zijn dan mannen.
D
Aletta vond dat vrouwen dezelfde rechten als mannen moesten hebben

Slide 25 - Quiz

Huiswerk 




                            

                           
                               
                                   
                                       
       
           
               
       
   
               
                   
                   
                       
                           
   
     
       
 
   
   
   
   
   
   
   
     
       
       
     
   
 

   
   

   
   

   
   

   
       
           
               
 
   
   
   
   
       
           
                Vragen over de vorige les????
           
       
       
   
   
   
 
 
           
       
   

 
 
 
     
   
   
   
     
   
 
                       
                   
               
               
                   
                       
                         Jagers en Verzamelaars
                   
               
               
                     
               
               
                   
                       
                           
                             
                           
                       

                   
               
           
       
   

                                   
                               
                           

                           
                       
Paragraaf 1.4
4 t/m 11

Slide 26 - Slide