Eindexamentraining over Staatsinrichting

Eindexamentraining over Staatsinrichting
1 / 40
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Eindexamentraining over Staatsinrichting

Slide 1 - Slide


Wat is staatsinrichting?


  • Staatsinrichting is de wijze waarop de staat, zijn regering en zijn bestuur zijn ingericht

  • Bij geschiedenis leer je vooral hoe dit in Nederland is ontstaan;
  • Bij maatschappijleer leer je vooral hoe dit in Nederland werkt

Slide 2 - Slide

1815 - 1830
België
Nederland en
Luxemburg

Slide 3 - Slide

1830-1839: België wordt onafhankelijk
Oorzaken:
  • Nederlands officiële taal

  • Protestantse geloof is de staatsgodsdienst: België is katholiek

  • Belangrijke banen vaak in handen van Nederlanders

  • Nederland wordt voorgetrokken

Slide 4 - Slide

1840-1848: 
Koning Willem II
  • Conservatief: geen ruimte voor veranderingen

  • Regeert, min of meer, als absolute vorst

  • Moet niets weten van democratie

  • Moeizame relatie met zijn vader

Slide 5 - Slide


Revolutiejaar 
1848



  • De ‘erfgenamen van de Franse Revolutie’, de Liberalen, komen tot de conclusie: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"
  • Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.

Slide 6 - Slide


Paniek bij de vorsten
in heel Europa!




Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal

Slide 7 - Slide

Gevolgen (1)
  • De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:

  1. Koning is onschendbaar
  2. Ministeriële verantwoordelijkheid

  • Dit betekent: de ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (ook: voor de daden van de koning)

Slide 8 - Slide

Gevolgen (2)
  • Parlementaire democratie (=parlement heeft het laatste woord)

  • Constitutionele monarchie (=koning moet zich aan de grondwet houden)

  • Verandering van het parlementaire stelsel ("Hoe wordt het parlement gekozen?", "Wie heeft welke macht?")

Slide 9 - Slide


Nieuwe Grondwet
1848

Slide 10 - Slide

Trias Politica
(Driemachtenleer)











Slide 11 - Slide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 12 - Slide

Politieke Stromingen in Nederland
  1. Liberalisme
  2. Socialisme
  3. Confessionalisme

Slide 13 - Slide

Liberalisme
Vrijheid
Overheid zorgt voor orde en veiligheid, maar verder niets
Johan Thorbecke

Slide 14 - Slide

Socialisme
Gelijkheid
Geld en bezit eerlijker verdelen

Slide 15 - Slide

Confessionalisme
Confessie = geloof
Bijbel is de basis voor de politiek
Protestanten en Katholieken

Slide 16 - Slide

Liberalen aan de macht
Doordat er censuskiesrecht was bleven de liberalen aan de macht

Slide 17 - Slide

Klassieke Grondrechten
Bedoeld om de burgers tegen de overheid te beschermen

Vrijheid van godsdienst
Vrijheid van meningsuiting
enz...

Slide 18 - Slide

Liberalen
Vrijheid 
De overheid moet zich zo min mogelijk met de samenleving en de economie bemoeien

Slide 19 - Slide

Johan Thorbecke
Eén van de grootste staatsmannen uit de Nederlandse geschiedenis
Maar! 
Hij vond dat alleen rijke en goed opgeleide mensen verstand konden hebben van politiek (Censuskiesrecht)

Slide 20 - Slide

Koning Willem II
conservatief, tot die ene nacht in 1848

Slide 21 - Slide

Koning Willem III
Koning Gorilla
wilde de grondwet weg! was het hier niet mee eens

Slide 22 - Slide

Luxemburgse kwestie

Koning Willem III en zijn ministers willen Luxemburg verkopen...
Dat vertellen ze alleen niet aan het parlement

Slide 23 - Slide

Waar gaat de strijd om?
Willem III wil niet accepteren dat het parlement de baas is
Maar uiteindelijk wint het parlement

Slide 24 - Slide

Industriële Revolutie
Grote verandering door de komst van fabrieken en machines

Slide 25 - Slide

Sociale kwestie
Het probleem van de slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders
1. Wonen in kleine, vochtige huizen zonder toilet of stromend water
2. Zware, gevaarlijke en ongezonde werkomstandigheden
3. Lage lonen en daardoor ook kinderarbeid

Slide 26 - Slide

Sociale wetten
Steeds meer wetten om de sociale kwestie op te lossen

Slide 27 - Slide

1887 Caoutchouc-artikel
Het rekbare rubberen artikel
Er kwam stemrecht voor alle volwassen mannelijke inwoners die konden aantonen dat zij beschikten over "kenteekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand".

Slide 28 - Slide

Feminisme
Vrouwen werden geweigerd om te gaan stemmen

Eerste feministische golf
streden voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen en het vrouwenkiesrecht

Slide 29 - Slide

Schoolstrijd
Twee soorten onderwijs
1. Openbaar --> betaald door de overheid
2. Bijzonder --> Protestants of katholiek, moesten de mensen zelf betalen

Slide 30 - Slide

Verzuiling
De Nederlandse samenleving was verdeeld in vier groepen
Die vier groepen bleven alleen binnen hun eigen groep

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Pacificatie van 1917
Betekent letterlijk 'vredestichting' 

Oplossing voor grote problemen die spelen in het land

Slide 33 - Slide

Gevolgen pacificatie
  • Schoolstrijd wordt opgelost
  • Algemeen kiesrecht wordt ingevoerd
  • Uiteindelijk ook vrouwenkiesrecht (1917 passief, 1919 actief)
  • Districtenstelsel wordt vervangen door het stelsel van evenredige vertegenwoordiging

Slide 34 - Slide

'Sinterklaasfeest van 1917'
Aletta Jacobs
Zij krijgt hier 'niks', omdat vrouwen slechts passief en geen actief kiesrecht kregen.
Pieter Jelles Troelstra
Hij was blij, omdat er algemeen kiesrecht voor mannen kwam.
Abraham Kuyper
Hij was blij, omdat er ook geld kwam voor bijzonder onderwijs.

Slide 35 - Slide

weg van een wet

1. Minister bedenkt
2. Tweede Kamer
3. Eerste Kamer
4. Koning ondertekent
5. Publicatie

Slide 36 - Slide

Rechten en taken van het parlement
budget
interpellatie
enquête 
initiatief
amendement

Slide 37 - Slide

De rechtsstaat
Burgers zijn beschermd tegen de overheid

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Sociale grondrechten
De overheid moet zorgen voor de inwoners van het land

Recht op gezondheidszorg

Slide 40 - Slide