This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
HERHALING H2
Volgende week proefwerk!
Slide 1 - Slide
Oefentoets hoofdstuk 2
Leerstof herhalen van heel hoofdstuk 2
Oefentoets over lezen, woorden,
spelling en grammatica.
Proefwerk woensdag 13 december
Slide 2 - Slide
Uit welke drie delen bestaat een tekst?
Slide 3 - Open question
In de kern geeft de schrijver ... over het onderwerp.
Slide 4 - Open question
Wat doen signaalwoorden?
A
Die geven een verband of samenhang tussen zinnen of alinea's aan.
B
Die laten weten dat er gevaar is.
C
Die geven aan wat echt belangrijk is in je tekst.
Slide 5 - Quiz
Wat is een tegenstelling?
A
Een woord of zin dat hetzelfde betekent.
B
Een woord of zin dat het tegenovergestelde betekent.
Slide 6 - Quiz
Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?
A
Omdat
B
Want
C
Maar
D
Daarom
Slide 7 - Quiz
Vapen is als een elektronische manier van roken, maar het zorgt voor discussies. Sommige mensen zeggen dat vapen beter is dan gewoon roken, omdat het minder schadelijk lijkt. Wat is het signaalwoord voor een tegenstelling in deze tekst?
Slide 8 - Open question
Signaalwoorden bij opsommingen
Slide 9 - Mind map
Signaalwoorden bij voorbeelden
Slide 10 - Mind map
"Ik heb hooguit een 5 voor deze toets." Betekenis hooguit:
A
Minimaal
B
Niet meer dan
C
Minstens
D
Net
Slide 11 - Quiz
Met moeite iets zeggen en steeds stukjes herhalen:
Slide 12 - Open question
Een ander woord voor heel veel:
Slide 13 - Open question
"Het roofdier ligt op de loer." Betekenis op de loer liggen:
A
Dreigend aanwezig zijn
B
Van een afstand
C
Dichtbij zijn
D
Aan het kijken
Slide 14 - Quiz
Iemand iets vervelends laten doen:
Slide 15 - Open question
Voorbeelden van achtervoegsels
Slide 16 - Mind map
De, het en een zijn ...
Slide 17 - Open question
Woorden zoals mooi, klein en groot noem je ...
Slide 18 - Open question
Kapper, boom en tafel zijn voorbeelden van ...
Slide 19 - Open question
Voor, aan en tijdens zijn voorbeelden van ...
Slide 20 - Open question
Eerste, laatste en honderd zijn voorbeelden van ...
Slide 21 - Open question
Wat is de juiste spelling?
A
Bacterieën
B
Bacteries
C
Bacteriën
D
Bacterieeën
Slide 22 - Quiz
Spel het meervoud van idee:
Slide 23 - Open question
Spel het meervoud van calorie
Slide 24 - Open question
Wat is de juiste spelling?
A
Kopieën
B
Kopiën
C
Kopies
D
Kopieeën
Slide 25 - Quiz
"Hij ... zijn broertje gisteren naar voetbal" (brengen)