ML Hoofdstuk 1 Wat is maatschappijleer?

• Maatschappijleer
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

Wie of wat is de maatschappij?

1. de hele wereld
2. de mensen waarmee je dagelijks contact hebt
3. iedereen die in Nederland woont
4. alle bedrijven in Nederland

Wat zijn gedragsregels?

1. Ze worden door politici gemaakt
2. Je past ze automatisch toe
3. Ze zijn voor iedereen hetzelfde
4. Overtreding hiervan is strafbaar

Wat staat in de wet?

1. In de bus opstaan voor een zwangere vrouw
2. Je sluit netjes achteraan in de rij
3. Je bedankt de leraar na de les
4. Je gaat naar school

Het leren van dingen heeft te maken met..........?

1. gevoelsbindingen
2. economische bindingen
3. kennisbindingen
4. politieke bindingen

Maatregelen van de overheid hebben te maken met.....?

1. gevoelsbindingen
2. economische bindingen
3. kennisbindingen
4. politieke bindingen

Je ouders vertellen trots over jouw resultaten en gedrag; dat heeft te maken met.....?

1. kennisbinding
2. gevoelsbinding
3. economische binding
4. politieke binding

Je besluit alleen nog maar diervriendelijke producten te kopen. Dit heeft te maken met......?

1. Kennisbinding
2. gevoelsbinding
3. economische binding
4. politieke binding

Welke binding heb je met je ouders??

1. kennisbinding
2. gevoelsbinding
3. economische binding
4. politieke binding

Mensen die een relatie hebben, moeten elkaar trouw zijn. Deze uitspraak is een voorbeeld van....

1. een waarde
2. een norm
3. een wetsregel
4. een belang

Welke norm past het beste bij de waarde fatsoen?

1. Je mag niet stelen
2. Je moet in het donker je licht aan doen
3. Je laat iemand uitspreken
4. Je mag niet spieken bij een toets

Bewoners houden een actie om hun buurt autovrij te houden. Dit heeft te maken met....?

1. normen
2. waarden
3. belangen
4. machtsmiddelen

Een docent stuurt je de klas uit, is dit een voorbeeld van macht?

1. ja, want...
2. nee, want..

In een uitgaansgebied zijn vechtpartijen; er is sprake van tegengestelde belang tussen?

1. de café-eigenaren onderling
2. de politie en de burgemeester
3. de buurtbewoners en de politie
4. de politie en de daders

Een leraar stuurt een leerling de klas uit. Van welk machtsmiddel maakt hij/zij gebruik?

1. functie
2. aanzien
3. geweld
4. aantal

Als een coach zijn beste aanvaller wisselt, is dat een voorbeeld van...

1. geld en aanzien
2. aanzien en gebruik van geweld
3. kennis en aantal
4. functie en overtuigingskracht

Bij ......horen burgemeesters, maar ook politie en andere ambtenaren.

1. vooroordelen
2. maatschappelijke problemen
3. de overheid
4. de sociale omgeving

Wat is geen kenmerk van een maatschappelijk probleem?

1. De politiek bemoeit zich ermee
2. Er is een duidelijke oplossing
3. Het krijgt veel aandacht in de media
4. Veel mensen hebben er last van

Caféhouders willen een veilig uitgaansgebied. Tegelijk willen ze niet dat de sfeer wordt bedorven politie.

1. Belang
2. Dilemma
3. Norm
4. Waarde

Jongeren willen zelf bepalen of ze roken. De overheid wil een rookverbod. Welke waarden zijn dit?

1. Vrijheid en respect
2. Gezondheid en volwassenheid
3. Vrijheid en gezondheid
4. Privacy en veiligheid

Hoe voer je een goed klassengesprek?

1. Je eigen mening geven en conclusies trekken
2. Je verplaatsen in een ander, luisteren, respect
3. Gevoelige informatie delen en luisteren
4. Iemand goed uitleggen hoe hij moet denken

Hoe vorm je je eigen mening?