What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
diagnostische toets 1
Diagnostische toets 1
Wat is maatschappijleer?
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Diagnostische toets 1
Wat is maatschappijleer?
Slide 1 - Slide
Een ander woord voor de maatschappij is:
A
belangengroep.
B
sociale omgeving.
C
overheid.
D
samenleving.
Slide 2 - Quiz
Een voorbeeld van een groep uit je sociale omgeving is:
A
je ouders.
B
de politie van je stad.
C
je teamgenoten bij de voetbalclub
D
je broer en zus.
Slide 3 - Quiz
Wat is een goede omschrijving van ‘sociale omgeving’?
A
Mensen die je regelmatig ziet en met wie je dingen samen doet.
B
Iedereen in je contactenlijst op je telefoon.
C
De mensen in de samenleving die het meest op jou lijken.
Slide 4 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een wetsregel?
A
Na toiletbezoek je handen wassen.
B
Geen afval op straat gooien.
C
Op de buitendeuren moeten goede sloten zitten.
D
In restaurants geef je een fooi.
Slide 5 - Quiz
Bij welk van de onderstaande voorbeelden gaat het om een wetsregel?
A
In de bus sta je op voor een zwangere vrouw.
B
Bij het concert sluit je achteraan in de rij aan.
C
Je bedankt de leraar na de les.
D
Je gaat naar school.
Slide 6 - Quiz
Bij welk van de onderstaande voorbeelden gaat het heel duidelijk om een gedragsregel?
A
Je gaat naar school.
B
Automobilisten gaan opzij als er een ambulance aankomt.
C
Iemand die van rechts komt, geef je voorrang.
D
In de bus sta je op voor een zwangere vrouw.
Slide 7 - Quiz
Normen zijn:
A
dingen die mensen belangrijk vinden in het leven.
B
straffen die de overheid oplegt.
C
regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen.
D
gevolgen van belangentegenstellingen.
Slide 8 - Quiz
Waarden zijn:
A
oplossingen die in het belang zijn van veel mensen.
B
principes die mensen belangrijk vinden in het leven.
C
de belangen die mensen bij een kwestie hebben.
D
alle ongeschreven regels bij elkaar.
Slide 9 - Quiz
Hieronder staan verschillende waarden.
De waarde ……….. past het beste bij uitgaan.
Welk woord is weggelaten?
A
betrouwbaarheid.
B
gezondheid
C
eerlijkheid
D
ontspanning
Slide 10 - Quiz
Mensen die een relatie hebben, moeten elkaar trouw zijn.
Deze uitspraak is een voorbeeld van een:
A
waarde
B
norm
C
wetsregel
D
belang
Slide 11 - Quiz
Welke norm hoort het meest bij de waarde fatsoen?
A
Je mag niet stelen.
B
Je moet in het donker je fietslicht aandoen.
C
Je laat iemand uitspreken
D
Je mag niet spieken bij een proefwerk.
Slide 12 - Quiz
Bewoners houden acties om hun buurt autovrij te houden.
Hiermee komen zij op voor hun:
A
normen.
B
waarden
C
belangen
D
machtsmiddelen
Slide 13 - Quiz
Wie hebben het meeste belang bij nieuwe snelwegen in de Randstad?
A
Alle Nederlanders
B
Alle Nederlanders met een auto
C
De NS.
D
De overheid.
Slide 14 - Quiz
In een uitgaansgebied zijn ’s nachts veel vechtpartijtjes. Er is dan sprake van een belangentegenstelling tussen:
A
de café-eigenaren onderling.
B
de politie en de burgemeester.
C
de buurtbewoners en de politie.
D
de politie en de daders.
Slide 15 - Quiz
Een docent stuurt je de klas uit. Is dit een voorbeeld van macht?
A
Ja, want een leraar hoort bij de overheid.
B
Ja, want hij beïnvloedt je gedrag.
C
Nee, want alleen de overheid heeft macht.
D
Nee, want macht is gebaseerd op geweld.
Slide 16 - Quiz
De mobiele eenheid maakt gebruik van het machtsmiddel ………. als zij optreedt tegen een groep vechtende voetbalsupporters.
Welk woord is weggelaten?
A
geld.
B
aanzien
C
kennis
D
geweld
Slide 17 - Quiz
Een leraar maakt gebruik van het machtsmiddel ……….. als hij aan leerlingen strafwerk geeft.
Welk woord is weggelaten?
A
Functie.
B
status
C
kennis
D
overtuigingskracht
Slide 18 - Quiz
Al het personeel van een bedrijf staakt voor een hoger loon. Van welk machtsmiddel maken zij gebruik?
A
Functie
B
Aanzien
C
Geweld
D
Aantal
Slide 19 - Quiz
Bij ……………. horen burgemeesters, maar ook politie en andere ambtenaren.
Welk woord of welke woorden kun je hier invullen?
A
vooroordelen.
B
maatschappelijke problemen.
C
de overheid.
D
je sociale omgeving
Slide 20 - Quiz
Een mening is een goede mening als:
A
je een oplossing van een probleem geeft.
B
er argumenten voor zijn.
C
je je vooroordelen uitlegt.
D
anderen het met je eens zijn.
Slide 21 - Quiz
Vrouwen zijn nu eenmaal minder geschikt om leiding te geven dan mannen.
Deze uitspraak is een:
A
argument.
B
waarde.
C
feit.
D
vooroordeel.
Slide 22 - Quiz
Dikke mensen hebben een grotere kans op hart- en vaatziekten.
Deze uitspraak is een:
A
argument.
B
mening.
C
feit.
D
vooroordeel.
Slide 23 - Quiz
Argumenten heb je nodig om:
A
achter de waarheid te komen.
B
je mening toe te lichten.
C
vooroordelen te laten zien.
D
een zaak van verschillende kanten te bekijken.
Slide 24 - Quiz
More lessons like this
diagnostische toets 1
September 2017
- Lesson with
19 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
PC 1_nabeschouwing
June 2024
- Lesson with
27 slides
Maatschappijwetenschappen
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
1.2 Kernbegrippen bij maatschappijleer
September 2024
- Lesson with
40 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
ML Hoofdstuk 1 Wat is maatschappijleer?
September 2022
- Lesson with
21 slides
Maatschappijleer
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
Oefentoets Thema 1 en 2 3KB
September 2023
- Lesson with
38 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
WAT IS MAATSCHAPPIJLEER & JONGEREN
April 2024
- Lesson with
22 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Oefentoets Thema 1 en 2 4MAVO
October 2020
- Lesson with
39 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Oefentoets hoofdstuk 1 - VMBOT
September 2021
- Lesson with
24 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3