Herhalingsles 2 thema 14

Herhalingsles 2
- Ademhaling bij dieren
- De huid
- Lever en nieren 

1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhalingsles 2
- Ademhaling bij dieren
- De huid
- Lever en nieren 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Ademhaling bij dieren

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hiernaast is een doorsnede van een deel
van een vissenkop schematisch getekend.
Met welk nummer is een kieuwplaatje aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Bij amfibieën, zoals de kikker, komen op verschillende leeftijden verschillende ademhalingsorganen voor. Hebben kikkervisjes longen en kunnen ze via hun huid ademhalen?
A
Wel longen, geen huidademhaling
B
Wel longen, wel huidademhaling
C
Geen longen, geen huidademhaling
D
Geen longen, wel huidademhaling

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Een blauwe vinvis is een waterzoogdier.

Een blauwe vinvis heeft kieuwen.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hier een deel van het
ademhalingsstelsel
van een insect.
Hoe heet onderdeel P?
A
Kieuw
B
Snorkel
C
Stigma
D
Trachee

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Reptielen:
A
Koe, paard, dolfijn.
B
Slang, krokodil, schildpad.
C
Snoek, goudvis , stekelbaarsje.
D
Kikker en salamanders.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Een hagedis is een reptiel. Wat gebruiken reptielen om adem te halen?
A
Kieuwen
B
De huid
C
Slijmvliezen
D
Longen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Amfibieën zijn....
A
Warmbloedig
B
Koudbloedig

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe is de lichaamstemperatuur bij de gewervelden?

Vissen
Amfibieën
Reptielen
Vogels
Zoogdieren
Constant- warmbloedig
Niet constant - Koudbloedig
Niet constant - Koudbloedig
Niet constant - Koudbloedig
Constant- warmbloedig

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Wat zijn 'amfibieën'?
A
dieren die in het water leven
B
dieren die op het land leven
C
dieren die op het water en in het land leven
D
dieren die in de lucht leven

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waarom hebben amfibieën een slijmlaag?
A
De slijmlaag houdt hun lichaam koel
B
De slijmlaag houdt hun lichaam warm
C
De slijmlaag houdt hun lichaam droog, het is waterafstotend
D
De slijmlaag houdt hun lichaam vochtig

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

De huid

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De heten laag 3 en 4?
A
Lederhuid en hoornlaag
B
Lederhuid en kiemlaag
C
Onderhuidse bindweefsel en lederhuid
D
Kiemlaag en hoornlaag

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

In welke laag van de huid worden nieuwe cellen gemaakt?
A
onderhuids bindweefsel
B
kiemlaag
C
lederhuid
D
hoornlaag

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Zweetklieren maken zweet. Wat is de functie van zweet?
A
nat houden van de huid
B
soepel houden van de huid
C
afkoeling van de huid
D
zweten

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Onderhuids bindweefsel

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

De huid beschermt tegen sterk afkoelen door...
A
zweet te produceren
B
bloedvaatjes in de huid te verwijden
C
bloedvaatjes in de huid te vernauwen
D
pigment te maken

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet de hoornlaag?
A
Beschermt de huid tegen uitdrogen
B
Maakt nieuwe cellen aan
C
Bevat waarnemingszintuigen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Bloedvaten komen in de kiemlaag van de huid voor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Je hebt eelt op je handen.
Welke laag van de huid is dan extra dik?
A
kiemlaag
B
lederhuid
C
hoornlaag

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Henk neemt een tatoeage.
In welke laag van de huid moet die worden gezet om te blijven zitten?

A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Nieren en lever

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Ligging van de lever

Slide 27 - Slide

de lever kan zichzelf genereren tot 70%, als een persoon in goede gezondheid is. Dit maakt de lever uniek!

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Onschadelijk maken giftige stoffen
  • De lever heeft een ontgiftende werking.
  • Gifstoffen worden door de lever uit het bloed gehaald
en onwerkzaam gemaakt --> alcohol, drugs, medicijnen. 
  • Voor een deel uitgescheiden door de nieren.

Gifstoffen die niet onwerkzaam kunnen worden gemaakt worden opgeslagen in het lichaam (lever, huid, haren) --> kwik, arsenicum

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Afbreken door lever
- Dode rode bloedcellen: daarbij ontstaan galkleurstoffen, met gal uitgescheiden. Verlaten lichaam door endeldarm = ontlasting bruine kleur. 

- Eiwitten: afbreken eiwitten, ontstaat afvalstof ureum, door nieren uitgescheiden. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Nieren
  • Buitenste laag: nierschors 
  • Daarbinnen: nier merg (maken urine)

  • de binnenste laag van de nieren heet het nierbekken
  • hier wordt de urine opgevangen en afgevoerd
nierbekken

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Nieren route
nierschors, niermerg, nierbekken
urine
urineleider
blaas
urinebuis

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Hoe krijgen de nieren
zuurstofrijk bloed?
A
Door de nierader
B
Door de poortader
C
Door de nierslagader
D
Door de onderste holle ader

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet gal?
A
Vet druppels vergroten
B
Vet druppels verkleinen
C
Vet verwijderen
D
Vet maken.

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen functie van de lever
A
Gal opslaan
B
Gal maken
C
Overtollige eiwitten afbreken
D
Gifstoffen uit je bloed halen

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions