Met dit alles rijst de vraag: wat kun je tegen slakken doen? Voor Rudy Jocqué ligt het antwoord voor de hand: maak je tuin aantrekkelijk voor padden, egels, lijsters en loopkevers, de natuurlijke vijanden van de slak dus. Ook Hannco Bakker geeft de tip om je tuin aan te passen. ‘Je kunt bittere en sterk geurende planten, zoals vingerhoedskruid of monnikskap in je tuin zetten. Naaktslakken laten die planten vaak met rust. De kranten en het internet staan ook vol met ideeën om slakken weg te krijgen. Sommige daarvan zijn heel onschuldig, zoals koffiegruis, eierschalen of cacaodoppen op de grond leggen. Daar zouden slakken moeilijker overheen geraken. ‘Maar dat werkt niet altijd even goed’, zegt Dirk Criel van het Vlaamse Natuurpunt. ‘Een eenvoudiger idee is een stuk karton op de grond leggen. Dat trekt slakken aan. Zodra er genoeg op zitten, leg je het stuk karton – mét slakken – 30 meter verderop en je ziet ze niet meer terug. Liefst niet in de tuin van de buren, natuurlijk. Je kunt ze ook buiten je tuin zetten bij uitwerpselen van honden. Die eten ze helemaal op en daar zijn ze wel een poosje mee bezig. En geef je planten ’s morgens water. Als je dat ’s avonds doet, zijn planten ’s nachts vochtiger en dat is leuk voor de slak. Kies je toch liever voor bestrijdingsmiddelen uit de winkel? Houd het dan diervriendelijk.’