H6 Omtrek en oppervlakte

Weektaak
Oefenblad hoeken + zijden 
Hoe is het gegaan? 
Bespreken
1 / 38
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Weektaak
Oefenblad hoeken + zijden 
Hoe is het gegaan? 
Bespreken

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kent alle vlakke figuren

  • Je weet wat oppervlakte is

  • Je kent het verschil tussen omtrek en oppervlakte

  • Je kan voorbeelden geven tussen omtrek en oppervlakte

Slide 2 - Slide

Wat is wat?

Slide 3 - Slide

Wat is de oppervlakte? 

Als je een rechthoek hebt met een lengte 7 en breedte 3 
dan kan je figuur verdelen in 21 vierkantjes van 1 bij 1. 
Je zegt dan dat de oppervlakte gelijk is aan 21. Er passen precies 21 vierkantjes in.
Oppervlakte is de bovenkant van een figuur.

Slide 4 - Slide

Oppervlakte rechthoek

Formule: lengte x breedte

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?
Wat is de omtrek?

 

Wat is de oppervlakte van deze woning?
Wat is de omtrek?

Slide 7 - Slide

oppervlakte parallellogram

 formule: Basis x hoogte

Slide 8 - Slide

Werkblad
Oefeningen 1 + 2
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Oppervlakte en omtrek driehoek

Slide 10 - Slide

Loodrecht / Loodlijn

Slide 11 - Slide

Uitleg oppervlakte driehoek
Wat is de oppervlakte van
deze driehoek? Maak eerst een rechthoek

Fomule:
opp. driehoek = opp. rechthoek : 2

oftewel:
opp. driehoek = basis x hoogte : 2

Slide 12 - Slide

Oppervlakte driehoek 
3
8
oppervlakte rechthoek:   3 x 8 = 24

oppervlakte driehoek:    3 x 8 : 2 = 12
oppervlakte driehoek = lengte x breedte : 2

Slide 13 - Slide

Oppervlakte cirkel

Slide 14 - Slide

Samengestelde figuren

Slide 15 - Slide

Uitleg samengestelde figuren

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Stuur de antwoorden via teams

Slide 20 - Slide

Werkblad
Oefeningen 3 + 4 + 5
timer
15:00

Slide 21 - Slide

Lesson up vragen

Slide 22 - Slide

De formule voor de oppervlakte van een driehoek is …...
A
lengte x breedte x 2
B
zijde x bijbehorende hoogte
C
zijde x bijhorende hoogte : 2
D
Pi x diameter

Slide 23 - Quiz

Bereken de oppervlakte van de driehoek.
A
opp = 6 x 4 = 24 cm2
B
opp = 6 x 4 : 2= 12 cm2
C
opp = 6 + 4 + 6 + 4 =20 cm

Slide 24 - Quiz

Wat is de oppervlakte van de driehoek hiernaast?
A
12cm2
B
60cm2
C
7cm2
D
6cm2

Slide 25 - Quiz

Bereken de oppervlakte van de driehoek.

Slide 26 - Open question

Oppervlakte =
A
12cm2
B
20cm2
C
10cm2
D
24cm2

Slide 27 - Quiz


Bereken de oppervlakte.
A
180m2
B
200m2
C
188m2
D
172m2

Slide 28 - Quiz

Wat is de oppervlakte?
A
6cm2
B
5cm2
C
4cm2
D
3cm2

Slide 29 - Quiz

Wat is de oppervlakte?
A
5024m2
B
62,8m2
C
1257m2
D
125,6m2

Slide 30 - Quiz

13. Bereken de oppervlakte
van de cirkel.

A
5Xπ=15,71cm2
B
5x5=25cm²
C
5X5Xπ=78,54cm2
D
10Xπ=31,41cm2

Slide 31 - Quiz

Bereken de oppervlakte

Slide 32 - Open question

Bereken de oppervlakte

Slide 33 - Open question

Bereken de oppervlakte

Slide 34 - Open question

zijde x bijbehorende hoogte
p x straal2
1/2 zijde x bijbehorende hoogte
Lengte x breedte
Oppervlakte alle vlakken bij elkaar
Sleep de gele bordjes naar de juiste formule
Oppervlakte rechthoek
Oppervlakte driehoek
Oppervlakte cirkel
Oppervlakte ruimtefiguur
Oppervlakte parallellogram

Slide 35 - Drag question

Welke oppervlakte hoort bij welke driehoek?
3
2,5
6
1,5
III
IV
V
VII

Slide 36 - Drag question

Zet de eenheden van oppervlakte op volgorde van GROOT naar KLEIN.
GROOT
KLEIN
km2
m2 = ca
hm2 = ha
dam2 = are
cm2
dm2
mm2

Slide 37 - Drag question

Oefenen met het werkblad
Oefeningen 5, 6 en 7

Slide 38 - Slide