This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom 3T1!
Neem voor je: boek, schrift (HW!), pen
Slide 1 - Slide
Planning
1. HW gelukt? & nakijken
2. Leerdoelen Leestekens
3. Uitleg
4. Activeren online licentie & aan de slag!
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
LEERDOELEN Taalverzorging H1
LEESTEKENS GOED GEBRUIKEN
- Je kunt punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's gebruiken.
- Je kunt dubbele punt en aanhalingstekens gebruiken bij een citaat.
Slide 4 - Slide
Weet je nog? Wanneer gebruik je hoofdletters?
Slide 5 - Open question
Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van winkels
B
Familienamen
C
Namen van maanden
D
Namen van musea
Slide 6 - Quiz
Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van feestdagen
B
Namen van jaargetijden
C
Namen van personen
D
Namen van bedrijven
Slide 7 - Quiz
Lees de tekst.
Slide 8 - Slide
Wat moet op de plek van nummer 1 staan?
A
punt
B
vraagteken
C
uitroepteken
D
komma
Slide 9 - Quiz
LEESTEKENS HERHALEN
- punten
- vraagtekens
- uitroeptekens
- komma's
Slide 10 - Slide
PUNTEN
- Aan het einde van een zin
Vandaag heb ik een hockeywedstrijd.
Morgen ga ik logeren bij mijn vriendin.
Slide 11 - Slide
VRAAGTEKENS
- Aan het einde van een vraagzin
Tot hoe laat ben jij vanmiddag op school?
'Neem jij mijn tas mee?' vroeg Martijn.
Wanneer geen vraagteken?
Bij een indirecte vraag gebruik je géén vraagteken.
Ik zou graag weten, wanneer je op school komt.
Slide 12 - Slide
UITROEPTEKENS (1)
- Om aan te geven dat iemand luid roept
'Ik ben beneden!' klonk het vanuit de kelder.
Slide 13 - Slide
UITROEPTEKENS (2)
- Om een bevel of waarschuwing aan te geven
Halt, of ik schiet!
Stop!
Kom hier!
Slide 14 - Slide
KOMMA'S
- Maakt een zin overzichtelijker
- Staat op de plaats waar je bij hardop lezen even een rust neemt
Slide 15 - Slide
KOMMA'S (1)
- Als pauzeteken in een zin
Onze hond eet erg veel, toch is hij niet dik.
Slide 16 - Slide
KOMMA'S (2)
- Tussen de delen van een opsomming
Ik hou van verschillende smaken ijs: chocolade, vanille, bosvruchten en cookie&caramel.
Slide 17 - Slide
KOMMA'S (3)
- Tussen twee persoonsvormen
Als je fietsband lek is, moet je ervoor zorgen dat het gemaakt wordt.
Slide 18 - Slide
KOMMA'S (4)
- Na een naam of uitroep aan het begin van een zin
Sacha, waar staat de appelmoes?
Slide 19 - Slide
LEESTEKENS NIEUW
- dubbele punt bij een citaat
- aanhalingstekens bij een citaat
Slide 20 - Slide
Wat is een citaat?
Slide 21 - Open question
CITAAT
- Iemands woorden letterlijk opschrijven
- Staat altijd tussen aanhalingstekens
- Begint altijd met een hoofdletter
Slide 22 - Slide
AANHALINGSTEKENS bij citaat
- Een citaat staat altijd tussen aanhalingstekens
Selma zei: 'Ik vond die film erg goed!'
Sharon gilde: 'Ik weet niet of ik dat durf!'
Slide 23 - Slide
DUBBELE PUNT bij citaat
- Een dubbele punt wordt vóór het citaat gebruikt
Selma zei: 'Ik vond die film erg goed!'
Sharon gilde: 'Ik weet niet of ik dat durf!'
Hoofdletter
Na de dubbele punt volgt normaal nooit een hoofdletter. Een citaat wordt wel met een hoofdletter geschreven. Na een dubbele punt bij een citaat gebruik je WEL een hoofdletter!
Slide 24 - Slide
HOOFDLETTER bij citaat
- Na een dubbele punt bij een citaat gebruik je WEL een hoofdletter!
Selma zei: 'Ik vond die film erg goed!'
Slide 25 - Slide
‘Sara zei:‘ Ik heb een super vakantie gehad!
A
Goed
B
Fout
Slide 26 - Quiz
Fernando vroeg: ‘Wil je de suiker aangeven?’
A
Goed
B
Fout
Slide 27 - Quiz
Marly zei tegen Waldo: ‘Ik kan je niet vinden.’
A
Goed
B
Fout
Slide 28 - Quiz
Het jongetje vroeg aan zijn moeder: ‘Zijn we er bijna’?
A
Goed
B
Fout
Slide 29 - Quiz
Thomas zei ‘Daar heb ik geen zin in.’
A
Goed
B
Fout
Slide 30 - Quiz
Aan de slag!
Licentie NNOnline activeren
> pak een laptop en ga naar Magister,
> ga naar Lesmateriaal en klik op de link van NNOnline,
> log in
> lees de theorie nog eens door en maak ALLES! = je HW voor volgende les!