Les 2: Industriële samenleving

Tijd van burgers en stoommachines
Voor de industriële revolutie woonden en werkten de meeste mensen op het platteland.

Doordat er steeds meer voedsel werd geproduceerd groeide de bevolking en de industrie.

Vanaf 1800 gaan meer mensen in de stad wonen en werken.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tijd van burgers en stoommachines
Voor de industriële revolutie woonden en werkten de meeste mensen op het platteland.

Doordat er steeds meer voedsel werd geproduceerd groeide de bevolking en de industrie.

Vanaf 1800 gaan meer mensen in de stad wonen en werken.

Slide 1 - Slide

Enschede (1922)

Slide 2 - Slide

Industriële revolutie
Door stoomkracht konden grote machines gebruikt worden.

Hiervoor waren kolen en arbeiders nodig.

De kolen werden gebracht met de stoomtrein.

De arbeiders gingen dicht bij de fabrieken wonen.

Slide 3 - Slide

Amsterdam (1900)

Slide 4 - Slide

Winkels
Voor de industriële revolutie kocht je dingen bij 
degene die het (vaak met de hand) maakte: 

brood bij de bakker
touw bij de touwmaker
tonnen bij de tonnenmaker
kleren bij de kleermaker

Slide 5 - Slide

Winkels
Vanaf 1800 kwamen er winkels die hun producten niet meer zelf maakten. Je kon daar verschillende producten kopen in één winkel.

Links: Albert Heijn (foto 1900)

Slide 6 - Slide

Communicatie
'Miss Watson, come here, I need you.'

In 1876 vindt Alexander Bell de telefoon uit. Hiermee is voor het eerst directe communicatie mogelijk.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Samenvatting
Grote stoommachines hebben kolen en arbeiders nodig.
Doordat de arbeiders bij de fabrieken gaan wonen, 
ontstaat de industriële samenleving.

Stoomboten en stoomtreinen zorgen voor sneller vervoer.

De telefoon zorgt voor snellere communicatie.

Slide 9 - Slide

Aan de slag
Je maakt opdracht 1 t/m 8 (blz. 54 t/m 57).

Slide 10 - Slide