This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Oefenen van de werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Brand je vingers niet aan die kaars!
B
Dit model rijd je al vanaf tienduizend euro!
C
Krijgt die spannende politieserie een vervolg?
D
Wil jij mij de schroevendraaier geven?
Slide 2 - Quiz
Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm tegenwoordige tijd. Waarom ............(kleden) je je toch niet wat netter?
A
kleden
B
kleed
C
kleedt
D
kleet
Slide 3 - Quiz
Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm tegenwoordige tijd. Die BN'er is schatrijk en ................(baden) in weelde.
A
baat
B
baad
C
baadt
D
baatd
Slide 4 - Quiz
Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm verleden tijd. De ouders ..........(lachen) toen de leerlingen vanuit de bus naar hen ........(wuiven)
A
lachen/wuiven
B
lachten/wuiften
C
lachtten/ wuiften
D
lachten/wuifden
Slide 5 - Quiz
Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm verleden tijd. De paarden ............(hinniken) in de stal, terwijl de ruiters ..........(uitrusten)
A
hinnikden/uitrusten
B
hinnikten/uitrustten
C
hinnikte/uitrusten
D
hinnikten/uitrusten
Slide 6 - Quiz
Spel de juiste vorm van het voltooid deelwoord. Hoe vaak is het al niet gebeurd dat op het schoolplein dingen worden .........(vernielen)
A
vernielt
B
vernieldt
C
vernield
D
vernielen
Slide 7 - Quiz
Spel de juiste vorm van het voltooid deelwoord. In het artikel werd ..........(stellen), dat de aanvaller zijn enkel heeft .......(verbrijzelen)
A
Gestelt/verbrijzelt
B
gestelt/verbrijzeld
C
gesteld/verbrijzelt
D
gesteld/verbrijzeld
Slide 8 - Quiz
Noteer de juiste werkwoordsvorm van het werkwoord 'downloaden' Hij ............. (downloaden) vandaag.
A
download
B
downloadt
C
downloadde
D
downloat
Slide 9 - Quiz
Noteer de juiste werkwoordsvorm van het werkwoord 'downloaden' Wij ............. (downloaden) gisteren.
A
downloaden
B
downloade
C
downloadden
D
downloadde
Slide 10 - Quiz
Noteer de juiste werkwoordsvorm van het werkwoord 'downloaden' Zij hebben ............(downloaden)
A
gedownloat
B
gedownloadt
C
gedownload
D
gedownloaden
Slide 11 - Quiz
Noteer de juiste werkwoordsvorm van het werkwoord 'gamen' Hij ............. (gamen) vandaag.
A
gamed
B
gamet
C
gamede
D
gamedt
Slide 12 - Quiz
Noteer de juiste werkwoordsvorm van het werkwoord 'gamen' Zij hebben ............. (gamen)
A
gegamedt
B
gegamet
C
gegametd
D
gegamed
Slide 13 - Quiz
Kies de juiste werkwoordsvorm. De dierenarts ..........(verzorgen) de verwaarloosde slangen en hagedissen vol overgave.
A
verzorgt
B
verzorgd
Slide 14 - Quiz
Vul de juiste werkwoordsvorm in. .......... je zus het om hier om acht uur te zijn?
A
Red
B
Redt
C
red
D
redt
Slide 15 - Quiz
Kies de juiste werkwoordsvorm. Mijn klasgenoot ......... zijn opgaven altijd direct nadat de docent ze heeft nagekeken.
A
verbetert
B
verbeterd
C
verbeterdt
Slide 16 - Quiz
Noteer de juiste spelling van de werkwoorden tussen haakjes. De eilandbewoners moesten .............(aanvaarden) dat er vroeger vaak walvissen .............(stranden) op de kust.
Slide 17 - Open question
Noteer de juiste spelling van de werkwoorden tussen haakjes. Annieke heeft zich vandaag ontzettend ...............(uitsloven) in de keuken, zodat haar gasten straks een uitgebreide maaltijd krijgen ..............(voorschotelen)
Slide 18 - Open question
Noteer de juiste spelling van de werkwoorden tussen haakjes. We zijn nu bij de scene waarin de dader ............(bekennen) dat hij de winkel ..........(hebben) ...............(beroven).
Slide 19 - Open question
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin. Noem 3 manieren.
Slide 20 - Open question
Maak duidelijk met behulp van een voorbeeld hoe het 't kofschipx werkt.