Werkwoordspelling vwo 2/3

Oefenen van de werkwoordspelling
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefenen van de werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Brand je vingers niet aan die kaars!
B
Dit model rijd je al vanaf tienduizend euro!
C
Krijgt die spannende politieserie een vervolg?
D
Wil jij mij de schroevendraaier geven?

Slide 2 - Quiz

Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm tegenwoordige tijd.
Waarom ............(kleden) je je toch niet wat netter?
A
kleden
B
kleed
C
kleedt
D
kleet

Slide 3 - Quiz

Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm tegenwoordige tijd.
Die BN'er is schatrijk en ................(baden) in weelde.
A
baat
B
baad
C
baadt
D
baatd

Slide 4 - Quiz

Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm verleden tijd.
De ouders ..........(lachen) toen de leerlingen vanuit de bus naar hen ........(wuiven)
A
lachen/wuiven
B
lachten/wuiften
C
lachtten/ wuiften
D
lachten/wuifden

Slide 5 - Quiz

Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm verleden tijd.
De paarden ............(hinniken) in de stal, terwijl de ruiters ..........(uitrusten)
A
hinnikden/uitrusten
B
hinnikten/uitrustten
C
hinnikte/uitrusten
D
hinnikten/uitrusten

Slide 6 - Quiz

Spel de juiste vorm van het voltooid deelwoord.
Hoe vaak is het al niet gebeurd dat op het schoolplein dingen worden .........(vernielen)
A
vernielt
B
vernieldt
C
vernield
D
vernielen

Slide 7 - Quiz

Spel de juiste vorm van het voltooid deelwoord.
In het artikel werd ..........(stellen), dat de aanvaller zijn enkel heeft .......(verbrijzelen)
A
Gestelt/verbrijzelt
B
gestelt/verbrijzeld
C
gesteld/verbrijzelt
D
gesteld/verbrijzeld

Slide 8 - Quiz

Noteer de juiste werkwoordsvorm van het werkwoord 'downloaden'
Hij ............. (downloaden) vandaag.
A
download
B
downloadt
C
downloadde
D
downloat

Slide 9 - Quiz

Noteer de juiste werkwoordsvorm van het werkwoord 'downloaden'
Wij ............. (downloaden) gisteren.
A
downloaden
B
downloade
C
downloadden
D
downloadde

Slide 10 - Quiz

Noteer de juiste werkwoordsvorm van het werkwoord 'downloaden'
Zij hebben ............(downloaden)
A
gedownloat
B
gedownloadt
C
gedownload
D
gedownloaden

Slide 11 - Quiz

Noteer de juiste werkwoordsvorm van het werkwoord 'gamen'
Hij ............. (gamen) vandaag.
A
gamed
B
gamet
C
gamede
D
gamedt

Slide 12 - Quiz

Noteer de juiste werkwoordsvorm van het werkwoord 'gamen'
Zij hebben ............. (gamen)
A
gegamedt
B
gegamet
C
gegametd
D
gegamed

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste werkwoordsvorm.
De dierenarts ..........(verzorgen) de verwaarloosde slangen en hagedissen vol overgave.
A
verzorgt
B
verzorgd

Slide 14 - Quiz

Vul de juiste werkwoordsvorm in.
.......... je zus het om hier om acht uur te zijn?
A
Red
B
Redt
C
red
D
redt

Slide 15 - Quiz

Kies de juiste werkwoordsvorm.
Mijn klasgenoot ......... zijn opgaven altijd direct nadat de docent ze heeft nagekeken.
A
verbetert
B
verbeterd
C
verbeterdt

Slide 16 - Quiz

Noteer de juiste spelling van de werkwoorden tussen haakjes.
De eilandbewoners moesten .............(aanvaarden) dat er vroeger vaak walvissen .............(stranden) op de kust.

Slide 17 - Open question

Noteer de juiste spelling van de werkwoorden tussen haakjes.
Annieke heeft zich vandaag ontzettend ...............(uitsloven) in de keuken, zodat haar gasten straks een uitgebreide maaltijd krijgen ..............(voorschotelen)

Slide 18 - Open question

Noteer de juiste spelling van de werkwoorden tussen haakjes.
We zijn nu bij de scene waarin de dader ............(bekennen) dat hij de winkel ..........(hebben) ...............(beroven).

Slide 19 - Open question

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin. Noem 3 manieren.

Slide 20 - Open question

Maak duidelijk met behulp van een voorbeeld hoe het 't kofschipx werkt.

Slide 21 - Open question