Nakijken Spelling H1: opdracht 3
1a Een zin met '
beleeft'.
1b Een zin met 'vervolgd'.
2a Presenteert = persoonsvorm t.t hij/zij/het
2b Betoverd = voltooid deelwoord
3a Beklad = persoonsvorm t.t. ik of voltooid deelwoord
3b Fluit = persoonsvorm t.t. ik of persoonsvorm t.t. hij/zij/het