1 BK - H5 Sociale media

H5 Sociale media
blz. 118
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H5 Sociale media
blz. 118

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Je leert:
  • nadenken over de invloed van sociale media in jouw leven;
  • je mening geven over gedarg op sociale media;
  • belangrijke informatie uit een tekst of video halen;
  • hoe een tekst is opgebouwd (titel, tussenkopjes, alinea's, inleiding, slot);
  • aangeven waar een alinea over gaat (deelonderwerp);
  • functie van beeld bij een tekst herkennen en gebuiken;
  • een instructie herkennen, begrijpen en schrijven;
  • een bericht of een e-mail schrijven;
  • je taalgebruik aanpassen aan je publiek;
  • een duidelijk en begrijpelijk verhaal vertellen of schrijven
Leerdoelen nieuws
5

Slide 2 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

In dit hoofdstuk ga je ook weer aan de slag met het uitbreiden van je woordenschat. Dat doe je door behalve de opdrachten in je boek, ook de online opdrachten te maken. Deze opdrachten worden steeds klaargezet als weektaak.

Als alle opdrachten van de weektaken zijn gemaakt, maken jullie een oefentoets. De uitslag van de oefentoets bepaalt of je aan de slag gaat met extra oefeningen woordenschat.
Woordenschat (weektaak)
5

Slide 3 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Een tekst is opgebouw uit een aantal onderdelen.

Als je naar een tekst kijkt dan zie je meteen een paar belangrijke dingen.
Tekstopbouw
5.2

Slide 5 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Vaktaalwoorden
5.2
Tekst
Onderwerp
Deelonderwerp
Inleiding
Slot
Titel
  • Probeert de lezer te verleiden om de tekst de lezen.
  • Geeft aan waar de tekst over gaat.
Tussenkopjes
  • Geeft aan waar de alinea over gaat.
Alinea
  • Deel van een tekst (deelonderwerp)
  • Te herkennen aan witregels
  • Begint altijd op een nieuwe regel
Afbeelding
  • Plaatje of een foto of een grafiek
Bron
  • Geeft aan waar een tekst vandaan komt (bijvoorbeeld een krant)

Slide 6 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Een afbeelding staat niet zomaar bij een tekst. De afbeelding heeft een functie.

  • De afbeelding geeft extra informatie of legt iets uit.
  • De afbeelding staat bij de tekst om de tekst aantrekkelijker te maken
Tekst en beeld
5.2

Slide 8 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Welke functie heeft deze afbeelding?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijfdoelen en tekstsoorten
5.3

Slide 11 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Instructietekst schrijven
5.3
Het doel van een instructie is uitleg geven. In een instructie staat stap voor stap hoe iemand iets moet doen of maken. Een instructietekst is daarom duidelijk en stap voor stap opgebouwd. 

Voorbeelden van instructieteksten:
  • recept
  • gebruikaanwijzing

Slide 12 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Instructietekst schrijven
5.3
Het doel van een instructie is uitleg geven. In een instructie staat stap voor stap hoe iemand iets moet doen of maken. Een instructietekst is daarom duidelijk en stap voor stap opgebouwd. 

Voorbeelden van instructieteksten:
  • recept
  • gebruikaanwijzing

Slide 13 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Instructietekst schrijven
5.3

Slide 14 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Teksten zijn opgebouwd uit kleinere stukjes tekst: alinea's. Alinea's zorgen ervoor dat een tekst makkelijker leesbaar is. 

Een alinea gaat over een klein deel van waar de hele tekst over gaat. Dit noem je ook wel een deelonderwerp. Alle alinea's samen gaan over het onderwerp van de tekst.
Alinea's
5.5

Slide 16 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Wat is een alinea?
A
Een stukje tekst.
B
Een tussenkopje.
C
De hele tekst.
D
Weet ik niet.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het deelonderwerp alinea 2?
Wat is het deelonderwerp van alinea 2?
A
artiestennaam
B
bedriegers
C
onveilig
D
praktisch

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

wist je dat je op verschillende manieren kunt luisteren? De manier die je kiest, hangt af van waarvoor je de (gesproken) tekst gebuikt: 



Je wilt bijvoorbeeld belangrijke informatie horen, uitleg krijgen of vragen over een fragment moeten beantwoorden.
Manieren van luisteren (lezen)
5.3
luisterdoel/leesdoel

Slide 20 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Hoe kies je de juiste manier van luisteren?
Manieren van luisteren (lezen)
5.3

Slide 21 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Een tekst wordt altijd geschreven voor iemand. Dit is je publiek.
Het publiek zijn dus de lezers of luisteraars van een tekst.
Als een schrijver rekening houdt met zijn/haar publiek, dan wordt de tekst beter gelezen.

Hoe doet een schrijver dat?
Publiek
5.5

Slide 23 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Publiek
5.5

Slide 24 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Je schrijft een (zakelijke) e-mail aan een bedrijf, een organisatie of een gemeente. Je schrijft bijvoorbeeld omdat je een klacht hebt of informatie wil.
Een e-mail schrijft je volgens een aantal vaste regels (conventies)
Een e-mail schrijven
5.5

Slide 25 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

  • De zinnen in een alinea gaan over één onderwerp en horen bij elkaar.
  • Ga je verder met een nieuw onderwerp? Begin dan met een nieuwe alinea.
  • Begin een nieuwe alinea door op enter te drukken.
  • Gebruik enter niet na iedere zijn, maar pas als de alinea af is.
Een tekst in alinea's verdelen
5.5

Slide 26 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Hoeveel alinea's heeft de tekst?
A
3 alinea's
B
4 alinea's
C
5 alinea's
D
6 alinea's

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel alinea's heeft deze tekst?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions