8.4 Grafiek bij een woordformule

8.4 Grafiek bij een woordformule
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

8.4 Grafiek bij een woordformule

Slide 1 - Slide

terugblik
  • Je weet wat regelmaat is in een tabel of grafiek.
  • Je kunt uitleggen wat een woordformule betekent.
  • Je kunt rekenen met woordformules.

Slide 2 - Slide

Opdracht: Formule/Tabel/Grafiek

Sorteren maar !

Je mag zelf weten hoe/wat/waarom! 

Let op: Straks uitleggen aan een ander
timer
3:00

Slide 3 - Slide

Opdracht: Formule/Tabel/Grafiek
Wissel!

Leg uit hoe jouw groepje 
de kaartjes heeft gesorteerd.

Zijn er verschillen/overeenkomsten?
timer
3:00

Slide 4 - Slide

Formule/Tabel/Grafiek
Zorg dat je de kaartjes sorteert op deze manier.
Zorg ervoor dat de kaartjes ook horizontaal bij elkaar horen.


formule
tabel
grafiek
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Formule/Tabel/Grafiek
Wat valt je op aan de getallen?


formule
tabel
grafiek
timer
1:00

Slide 6 - Slide

leerdoelen 8.4
  • Je kunt in een woordformule het begingetal en het stijggetal of daalgetal benoemen.
  • Je kunt bij een woordformule een tabel invullen en de grafiek tekenen.

Slide 7 - Slide

begingetal - tabel





Het vaste bedrag 6 is het begingetal.
In de tabel vind je het begingetal altijd
onder de nul. 

Slide 8 - Slide

begingetal - grafiek

Slide 9 - Slide

stijggetal

Slide 10 - Slide

daalgetal
Bij de hoogte van het sportvliegtuig
hoort de formule
hoogte (m) = 800 - 200 x tijd (minuten)
In de tabel vind je het begingetal onder de nul.
De grafiek begin op hoogte 800.
Per minuut gaat er 200 m af. De grafiek daalt.

Het getal 200 is het daalgetal.

Slide 11 - Slide

beltegoed (€) = 25 - 0,20 x tijd (minuten)
0,20
25
staat er niet bij
begingetal
stijggetal
daalgetal

Slide 12 - Drag question

kosten (€) = 11 + 5 x tijd (dagen)
11
5
staat er niet bij
begingetal
stijggetal
daalgetal

Slide 13 - Drag question

tabel maken bij woordformule
inhoud (liters) = 250 - 0,25 x afstand (km)


afstand (km)
0
100
200
300
400
inhoud (liters)

Slide 14 - Slide

grafiek maken bij tabel
afstand (km)
0
100
200
300
400
inhoud (liters)
250
225
200
175
150
Teken de grafiek.

klaar? 
Controleer je antwoord op blz.160 
en maak alvast de Testopgave bij de theorie.  
timer
2:00

Slide 15 - Slide

Lever hier je testopgave
in en werk alvast door
aan je huiswerk. (Blz. 161)

Slide 16 - Open question

Huiswerk
32,33,34,35,36
33,34,35,36,37
34,35,36,37,38

Slide 17 - Slide

terugblik
  • Je kunt in een woordformule het begingetal en het stijggetal of daalgetal benoemen.
  • Je kunt bij een woordformule een tabel invullen en de grafiek tekenen.

Slide 18 - Slide