Kostensoorten (afschrijvingskosten, personeelskosten en overige kosten)
Verwachte en werkelijke winst (omzetbelasting)
Break even analyse
Accrual accounting
Interne verslaggeving en financiële planning
Slide 2 - Slide
Lesdoelen, je kunt:
Je kunt een factuur opstellen van een schildersbedrijf
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Groepjes 3 of 4, op het bord
Hoeveel emmers verf nodig?
Totale kosten van de verf?
Factuurtarief per uur schilderen?
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Groepjes 3 of 4, op het bord
Hoeveel emmers verf nodig? Totale kosten van de verf? Factuurtarief per uur schilderen?
Totaalbedrag op de factuur? (reken met 21% btw)
Hoeveel winst is er met deze klus gemaakt?
Slide 8 - Slide
Opdracht
Opgave 25.12 en 25.14
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Brutowinst - weet je het nog?
Slide 16 - Slide
Brutowinst - weet je het nog?
Omzet (afzet x verkoopprijs)
Inkoopwaarde van de omzet (afzet x inkoopprijs)
------------ - (min)
Brutowinst
Bedrijfskosten (personeel, huur etc. - niet inkoop)
------------ - (min)
Nettowinst
Slide 17 - Slide
Brutowinst (par. 26.2)
Als bedrijf bedenk je hoeveel brutowinst je wil maken op een product: uitgedrukt in een percentage (% van de inkoopprijs, of % van de verkoopprijs) => brutowinst-marge of -opslag.
Van de brutowinst die je op al je producten maakt, gaan daarna nog andere bedrijfskosten af. De brutowinst moet die andere kosten dus ook nog dekken => Hs 27
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Opdracht
Opgave 2.5 (4 havo)
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
En omzetbelasting? Wat is het? Zijn het kosten?
Slide 27 - Slide
Lesdoelen, je kunt:
Je kunt een factuur opstellen van een schildersbedrijf
Je kunt rekenen met inkoopprijs, verkoopprijs en brutowinst