Wat is recreatie? Startles.

Recreatie vormen

1 / 29
next
Slide 1: Slide
Lichamelijke opvoedingPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Recreatie vormen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Recreatie:

Onder recreatie verstaan we alle vormen van vrijetijdsbesteding, alle activiteiten die kunnen worden gedaan naast de dagelijkse verplichtingen als werken, huishouden en zorg voor anderen. Recreëren doen mensen voor ontspanning en vermaak.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

  • Recreatie is de verzamelnaam voor activiteiten die in je vrije tijd plaatsvind en ontspanning als doel heeft 
Recreatie:

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil?
  1. Voetballen met mijn buurjongen
  2. Afwassen
  3. Boek lezen
  4. Kinderen naar school brengen
Vrije tijd en Dagelijkse bezigheden

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Recreatie

Recreatie : "alles wat mensen doen in hun vrije tijd om te ontspannen."

Doel: Vermaak en ontspanning
Meedoen is dus ook vrijwillig
Recreatiebranche: Bedrijven die zich bezighouden met recreative activiteiten. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Soorten recreatie
  • Uurrecreatie                        1 tot 2 uur 

  • Dagrecreatie                       3 tot 24 uur (géén overnachting)

  • Verblijfsrecreatie              minimaal 1 nacht ergens verblijven.

Slide 6 - Slide

Vraag leerlingen naar voorbeeld 
- Gratis uurrecreatie
- Betaald uurrecreatie
- Gratis dagrecreatie
- Betaald dagrecreatie
- Gratis verblijfsrecreatie (BESTAAT niet?! Kamperen?)
- Betaald verblijfsrecreatie

Voorbeeld van een bedrijf 
 Camping, Pretpark, kano verhuur, 

Uur recreatie
Maximaal
2 uur.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Verblijfsrecreatie
Minimaal 1 nacht.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Dag recreatie
Langer dan 2 uur. 
Geen overnachting

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van recreatie: 
zwemmen                      kinderboerderij
wandelen                       (mini)golf
gamen                             muziek maken
fietsen                             sauna/wellnes 
sporten                           kaarten
paardrijden                   vliegeren
netflix kijken                 scouting
speeltuin                        dansen
museum                         spelletjes
pretpark                          puzzelen
picknicken                     schilderen 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

  • Reisbureau medewerker
  • Entertainment team op een camping
  • Receptie op een vakantiepark of hotel
  • In een outdoorcentrum of sportbedrijf
  • Excursies organiseren 
  • reisleider 
  • stewart/stewardess 
  • skileraar 
  • Badmeester/badjuf

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is recreatie? 
Quiz
Iets wat je in je vrije tijd doet, voor je plezier. Bijvoorbeeld een film kijken of voetballen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van recreatie?
A
Werken
B
Slapen
C
Xboxen thuis
D
Naar de bioscoop

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Recreatie is:
A
Alles wat met vakanties te maken heeft
B
Hetzelfde als toerisme
C
Iets wat je in je vrije tijd doet, als ontspanning
D
Entertainment buiten tv om

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat doe je als je werkt in de recreatie?
A
Activiteiten organiseren tijdens de vrije tijd van gasten
B
Wanneer jij vrij bent van school en geen school hebt
C
Het organiseren van dagelijkse verplichtingen
D
Het rustig aandoen op vakantie

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Recreatie, wat houdt dat in?
A
Op vakantie gaan
B
Activiteiten uitvoeren in je vrije tijd
C
Alle activiteiten die je in je vrije tijd verricht en die voor jou ontspannend zijn
D
Alle activiteiten in je eigen stad/dorp

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke soorten recreatie zijn er?
A
Leuke en stomme recreatie
B
uur recreatie, dagrecreatie en verblijfsrecreatie
C
Ontspannende recreatie
D
Zon, zee, strand - recreatie

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Dag recreatie =
Uur recreatie =
Verblijfrecreatie =

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Wat wordt onder vrije tijd verstaan?
A
Eigentijdsbesteding
B
De tijd tussen het thuiskomen en naar bed gaan
C
De tijd die overblijft na het uitvoeren van arbeid en studie
D
Alle tijd die overblijft na externe en noodzakelijke verplichtingen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de betekenis van het begrip uurrecreatie?
A
Alle vrijetijdsactiviteiten die minder dan twee uur duren
B
Alle vrijtijdsactiviteiten die minder dan één uur duren
C
Alle vrijetijdsactiviteiten die men uitvoert met twee of meerdere personen
D
Alle recreatie in de openbare ruimte

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

''Onder dagrecreatie worden alle activiteiten verstaan die minimaal 2 uur en
maximaal 12 uur duren en waarbij geen overnachting plaatsvindt.''
A
Dat klopt
B
Dat klopt niet

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Recreatie
Toerisme
Met Transavia naar Lloret de Mar
Koken met je vrienden 
Fietsen in het park
Met de trein naar Maastricht voor een shopmiddag
Weekendje Centre Parcs Zandvoort met de auto

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Juiste antwoorden sleepvraag 1
Recreatie:
-Fietsen in het park
-Koken met je vrienden

Toerisme
-Met de trein naar Maastricht voor een shopmiddag 
-Weekendje Centre Parcs met de auto
-Met Transavia naar Lloret de Mar

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat voor soort recreatie is dit?
A
Uur recreatie
B
Dag recreatie
C
Verblijfsrecreatie

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat voor soort recreatie is dit?
A
Uur recreatie
B
Dag recreatie
C
Verblijfsrecreatie

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

netto vrije tijd =
A
alle tijd op een dag
B
de tijd die je vrij te besteden hebt
C
alle tijd na reis werk en studie tijd
D
de tijd waarin verplichtingen plaatsvinden

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag..
Maken theorie: 1.01 t/m 1.08
Blz 15-25

Praktijkopdracht 1.01 (blz 225-226)
Deze maak je digitaal.

Praktijkopdracht 1.02 (blz 227-228)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions