This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
P&K week 15
Herhaling van de stof uit semester 1
Slide 1 - Slide
Inhoud
Verschillende soorten quizvragen over:
pedagogisch werkveld
observeren
communicatie
gespreksvoering
feedback
Je mag bij deze quiz je boeken gebruiken: pedagogisch werk 1 en 2, professioneel werken voor pedagogisch werk en methodiek en begeleiden voor pedagogisch werk
Slide 2 - Slide
Pak je boeken!
Klaar voor de start....?
timer
2:00
Slide 3 - Slide
Boek: pedagogisch werk 2, thema 1
De afkorting VSO staat voor.....?
Slide 4 - Open question
Boek: pedagogisch werk 2, thema 1
Wat doet een gastouder?
Slide 5 - Open question
Boek: pedagogisch werk 2, thema 1
Bij formele kinderopvang verzorgt een niet-gekwalificeerd persoon de kinderen (bijvoorbeeld grootouders)
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
Boek: pedagogisch werk 2, thema 1
Bij een verticale groep op het kinderdagverblijf, bestaat de groep uit kinderen van verschillende leeftijden.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Boek: pedagogisch werk 2, thema 1
Wat zijn de vier pedagogische basisdoelen?
Slide 8 - Open question
Boek: pedagogisch werk 2, thema 1
Vanaf welke leeftijd is een kind leerplichtig?
Slide 9 - Open question
Boek: pedagogisch werk 1, thema 1
Wat wordt bedoeld met "weerbaarheid"?
Slide 10 - Open question
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 11
Zender
Ontvanger
Boodschap
Medium
De informatie die overgedragen wordt
degene die communiceert
het middel waarmee de boodschap wordt overgedragen
degene die de boodschap oppikt
Slide 11 - Drag question
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 11
Noem een voorbeeld van een medium
Slide 12 - Open question
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 11
Wat is het verschil tussen coderen en decoderen?
Slide 13 - Open question
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 11
Wat heeft invloed op je codering en decodering?
A
je humeur
B
je referentiekader
C
je feedback
D
de inhoud van de boodschap
Slide 14 - Quiz
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 11
Wanneer je informatie over wilt brengen aan de ander, is je communicatiedoel:
A
overtuigen
B
informeren
C
activeren/motiveren
D
instrueren
Slide 15 - Quiz
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 11
Wanneer je ervoor probeert de zorgen, dan een ander jouw mening of idee overneemt, is je communicatiedoel..:
A
overtuigen
B
informeren
C
activeren/motiveren
D
instrueren
Slide 16 - Quiz
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 12
Wat wordt er bedoeld met metacommunicatie?
Slide 17 - Open question
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 12
Elke boodschap heeft minstens twee niveaus, welke niveaus?
Slide 18 - Open question
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 12
Welke drie onderdelen van betrekkingsniveau zijn er?
Slide 19 - Open question
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 12
Wanneer je de taal van de ander niet begrijpt noem je dit:
A
externe ruis
B
interne ruis
C
semantische ruis
D
psychologische ruis
Slide 20 - Quiz
Aspecten van communicatie
expressief aspect
appelerend aspect
inhoudelijk aspect
relationeel aspect
Vertelt iets over jou als persoon
een verzoek aan de luisteraar
de feiten, het onderwerp van het gesprek
laat zien hoe je tegenover elkaar staat
Slide 21 - Drag question
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 12
Waar staat de afkorting LSD voor?
Slide 22 - Open question
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 12
Noem drie kenmerken van actief luisteren
Slide 23 - Open question
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 12
Waarom is het belangrijk om tijdens het luisteren regelmatig een samenvatting te geven?
Slide 24 - Open question
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 12
"Wil je kaas of worst op je brood?" Is een voorbeeld van een....
A
open vraag
B
suggestieve vraag
C
dubbele vraag
D
keuzevraag
Slide 25 - Quiz
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 12
Bij een reflecterende vraag stuur je naar een gewenst antwoord
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quiz
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 14
Wat zijn de vier gespreksfases?
Slide 27 - Open question
Boek: professioneel werken voor pedagogisch werk, thema 16
Noem drie regels voor het geven van feedback
Slide 28 - Open question
Boek: Methodiek en begeleiden voor pedagogisch werk thema 4
Waarnemen is het opnemen van prikkels die op je afkomen
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quiz
Boek: Methodiek en begeleiden voor pedagogisch werk thema 4
Hoe noem je de manier van observeren waarbij je zelf actief bezig bent?
Slide 30 - Open question
Observatiemethoden
Vrije observatie
gestructureerde observatie
intervalobservatie
De observatievragen zijn nog niet concreet
Je observeert op wisselende tijden
Je hebt een duidelijke observatievraag
Slide 31 - Drag question
Boek: Methodiek en begeleiden voor pedagogisch werk thema 4
De gezondheid van het kind kan invloed hebben op de observatie
A
waar
B
niet waar
Slide 32 - Quiz
Boek: Methodiek en begeleiden voor pedagogisch werk thema 4
Een ander woord voor het vastleggen van informatie is rapporteren