Klas 2, bezittelijk persoonlijk voornaamwoord

2. Klasse
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

2. Klasse

Slide 1 - Slide

timer
1:00
Welche Possesivpronomen gibt es im Deutschen?

Slide 2 - Mind map

mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
jullie
hun/uw
unser Haus
meine Oma
eure Freundin
sein Verein
ihre (mv) Geige
dein Hobby
ihre (ev) Geige

Slide 3 - Drag question

haar viool (v)
A
ihr Geige
B
ihre Geige
C
dein Geige
D
deine Geige

Slide 4 - Quiz

hun schoenen
A
eure Schuhe
B
seine Schuhe
C
ihre Schuhe
D
meine Bälle

Slide 5 - Quiz

Wanneer komt er een "e" achter het bezittelijke voornaamwoord?

Slide 6 - Open question

Wanneer komt er géén "e" achter het bezittelijke voornaamwoord?

Slide 7 - Open question

Wanneer komt er een "en" achter het bezittelijke voornaamwoord?

Slide 8 - Open question

persoonlijk voornaamwoord
Der Ball ist weg. --> Er ist weg.
Die Farbe ist schön. --> Sie ist schön.
Das Hobby macht Spaß. --> Es macht Spaß.
Die Sportschuhe sind schwarz. --> Sie sind schwarz. 

Met een persoonlijk voornaamwoord kun je naar het zelfstandige naamwoord verwijzen. 

Slide 9 - Slide

Das Instrument ist braun.
A
Er ist braun.
B
Sie ist braun.
C
Es ist braun.

Slide 10 - Quiz

Ich sehe einen Film (m).
A
Er ist sehr gut
B
Sie ist sehr gut.
C
Es ist sehr gut.

Slide 11 - Quiz

Ich finde das Training doof.
A
Er ist anstrengend.
B
Sie ist anstrengend.
C
Es ist anstrengend.

Slide 12 - Quiz

Luister naar de uitleg

Slide 13 - Slide