Groep 6, 7, 8: Stop motion verhaal, LES 2

• Filmeducatie
• Mediawijsheid
• +2
• Basisschool
• Groep 3,4

Introduction

Filmles cultuurcoach traject groep 4 Les 4: Het animeren van papier In deze les gaan de leerlingen leren animeren met papier. Ze ontdekken hoe je iets in stop-motion snel maar ook langzaam kunt bewegen. Dit doen ze door zelf hun papieren bootje te animeren - het papieren bootje kan ook worden gewijzigd naar een thema van de school.

Instructions

Lesdoelen

• Leerling kan papieren animatie onderzoeken, herkennen en benoemen
• Leerling kan in eigen woorden uitleggen hoe papier animatie werkt
• Leerling kan zelf een papieren animatie maken
• Leerling kan het onderscheid maken tussen een snelle en langzame bewegingen
• Leerling kan in eigen woorden uitleggen waarom je voor een langzame beweging veel foto's nodig hebt
• Leerling kan in eigen woorden uitleggen waarom je voor een snelle beweging weinig foto's nodig hebt

Opzet / 80-90 min 

• Intro I 5 min I 
• Filmpje kijken en onderzoeken I 10 min I
• Oefenen tempo I 10 min I 
• Bootje vouwen of uitknippen en versieren I 20 min I 
• Zelf aan de slag met papieren animatie I 30 min I 
• Filmpjes van elkaar bekijken I 10 min I 
• Meneer Karton kijken I 10 min I 
• Afsluiten I 5 min I 

Materiaal

• digibord & lessonup 
• 4 Ipads met Stop Motion Studio App
• Kabel van Ipad naar digibord om de film te laten zien
• 4x topshot statieven
• kleurpotloden en stiften (van school)
  
• A2 papier voor achtergrond (via school)
• A4 papier voor bootjes (of andere objecten) (van school)
  
• x-aantal printjes van de bijlage 'bootje knippen'
• bijlage bootje vouwen

Tweede docent nodig

Ja

Extra filmruimtes of filmen in school

Nee

Thematisch werken

Je kunt met deze les goed thematisch werken - alles waar 'bootje' staat in deze les kun je vervangen door een animatie-object binnen het thema van de school.

Film op de Witte Olifant

Ben ik in beeld?

Stop Motion Verhaal, les 2

Groep 6, 7 & 8

Programma

Stop motion opdracht

de achtergrond

1.       Werken met Papier, schaar, plaksel     

               

2.      Formaat A2           

              

3.      Vaste en losse objecten  

              

  

                          

                      

JULLIE FILMVERHAAL

Tip

Maak je verhaal niet te moeilijk, houd het simpel.

1. Bedenk allemaal een personage waar iets van jezelf in zit (mag ook een dier zijn).
2. Bedenk een gezamelijke missie
3. Bedenk een verhaal met een begin, midden en eind. 
   

JULLIE FILMVERHAAL

Terugblik vorige les

JULLIE VERHAAL + OMGEVING

• Teken je filmset! Wat is er te zien aan het begin, midden en einde!
• Teken de karakters. 

Terugblik vorige les

FILMSET MAKEN

Vorige week zijn we aan de slag gegaan met het bedenken van een filmverhaal voor jullie eigen stopmotion films! 

Jullie hebben het begin, midden en eind van jullie verhaal opgeschreven en hierbij bedacht hoe de filmset eruit moet komen te zien. Ook hebben jullie 'karakters' bedacht. 

Deze les gaan we verder met jullie filmsets: de omgeving waarin je film zich afspeelt; de achtergrond van jullie film. In de achtergrond wordt alles verbeeld dat niet hoeft te bewegen.

Een filmset heeft een achtergrond en heeft losse objecten die ver weg of juist dichtbij op de voorgrond staan, maar wel op een vaste plek.

Let bij het kijken naar de volgende film op de filmset en op de voor- en achtergrond. 

De vlieger (13 min)

We gaan kijken naar De vlieger. 

Wat is onderdeel van de achtergrond en wat zijn losse objecten in deze foto?

Kan je de omgeving op deze slide beschrijven?

Welke objecten op deze slide horen bij de achter- en voorgrond?

Analyse voor- en achtergrond

In deze film kon je goed zien dat sommige objecten horen bij de filmset op de voorgrond staan en anderen op de achtergrond. Zo zie je dat ook op deze foto in de slide. 

Vraag: Kun je de omgeving beschrijven?

Antwoord: Vat het antwoord samen dat de omgeving beschrijft bijvoorbeeld: gras op een heuvel, een boom en wolkjes.

Vraag: Wat staat in deze slide op de voorgrond en wat op de achtergrond?

Antwoord: Het jongetje met de vlieger en de wolk op de voorgrond; het huis en de boom op de achtergrond.

Leg uit dat sommige objecten vast zijn: deze zijn onderdeel van de filmset/het decor. Andere zijn los.

Vraag: Welke losse onderdelen spelen een rol in deze film?

Antwoord: Vat het antwoord samen, bijvoorbeeld: de jongen, de vlieger, de opa, de bus.

NB: Dus niet de onderdelen die vast onderdeel van de omgeving zijn zoals een boom.

Welke objecten op deze slide horen bij de achter- en voorgrond?

Kan je de omgeving op deze slide beschrijven?

Wat is onderdeel van de achtergrond en wat zijn losse objecten in deze foto?

2e Analyse voor- en achtergrond

Vraag: Kun je de omgeving beschrijven?

Antwoord: Vat het antwoord samen dat de omgeving beschrijft bijvoorbeeld: gras op een heuvel, een boom en wolkjes.

Vraag: Wat staat in deze slide op de voorgrond en wat op de achtergrond?

Antwoord: De berg met objecten erop en het jongetje in de lucht staan op de voorgrond. Op de achtergrond zie je boompjes in de verte.

Vraag: Wat zijn de losse en wat zijn de vaste objecten op deze foto?

Antwoord: De jongen met de vlieger en de opa zijn losse objecten.

NB: de wolkjes bewegen ook, maar zijn toch onderdeel van het decor

We gaan aan de slag met onze eigen filmset. 

FILMSET VOORBEREIDEN

Filmset maken

Jullie hebben vorige week gewerkt aan jullie filmverhaal en bij het begin, midden en eind ook schetsen gemaakt van jullie achtergrond. 

Bekijk met je groepje de achtergrondschetsen en denk na over wat er precies gemaakt moet worden. Schrijf dit op jullie werkblad van vorige week (op de achterkant) per deel (begin-midden-eind), maak samen een lijstje. Bijvoorbeeld: 

Wie maakt...?:

• De achtergrond
• De ondergrond
• Losse objecten
• Vaste objecten
• etc. 

Maak hierin onderscheid tussen wat je op de achtergrond ziet en de objecten die je meer op de voorgrond ziet. Dit doe je dus 3x: voor het begin, midden en eind! Verdeel de taken onderling, wie gaat wat maken? 

Tip: Houd er ook rekening mee dat als je iets op de voorgrond maakt niet te groot mag zijn en kijk ook naar elkaar. Als iemand een boom maakt van 10 cm kan een hond niet ook 10 cm groot zijn. :) 

Filmdocenten LET OP: in de bijlage van deze les zijn suggesties voor achtergronden bijgevoegd. Je kan als coach ervoor kiezen om de leerlingen deze te laten gebruiken door ze uit te printen op A3 formaat. Dan hoeven zij alleen nog maar de props te maken. 

AAN DE SLAG

Uitleg

Vooraf door de filmdocent: 

Verzamel alle knutselspullen, deel A2 vellen uit voor de achtergrond of print eventueel wat achtergronden (zie bijlage) 

Zet verder algemene knutselspullen op tafel. 

Aan de slag 

De leerlingen gaan aan de slag met hun filmsets maken. Als zij klaar zijn hebben zij dus 3 filmsets: een voor begin, een voor het midden en een voor het einde.  Uiteraard kunnen props eventueel voor meerdere sets gebruikt worden. 

Tip voor de filmdocent: loop langs en hou goed in de gaten of de leerlingen de verhoudingen goed hebben. 

Bedenk waar je na afloop de filmsets kan bewaren. 

VOLGENDE WEEK

Volgende week

We hebben vandaag de decors gemaakt voor onze eigen stop-motion animatie. We hebben nu een verhaal met een begin-midden-einde en de filmset klaar!

Maar we hebben nog geen personages!

Hier gaan we volgende week mee aan de slag! 

Lever weer al je werkbladen in, dan bewaar ik ze voor de komende weken.

Het filmmuseum

EXTRA:

Het filmmuseum spel

De kinderen gaan vandaag aan het werk als standbeeld in een beeldenmuseum. Vertel de kinderen wat voor museum dit is: een filmmuseum met standbeelden van beroemde acteurs... 

Overdag moeten de standbeelden ontzettend goed stil staan. Ze mogen niet eventjes krabben of een voet verzetten, maar 's nachts, als de gasten naar huis zijn, komen de standbeelden tot leven. Er is alleen één probleem... de chagrijnige nachtbewaker. Hij loopt 's nachts tussen de beelden door en als hij een beeld ziet bewegen, wordt dat beeld ontslagen.

Alle kinderen gaan als standbeeld in de ruimte staan. De nachtbewaker gaat naar de gang. Wanneer iedereen goed staat, komt de nachtbewaker binnen en loopt door de ruimte. 

Aan de standbeelden de opdracht om zich te bewegen, een andere houding aan te nemen, even te ontspannen, een stukje te lopen, zónder dat de nachtbewaker dit ziet. Wanneer de nachtbewaker een kind ziet bewegen, is dit kind af en moet aan de kant gaan zitten. Wie houdt dit het langst vol?

Extra film: IJsneus (8 min)

Kijkvraag:

Let tijdens het kijken op het decor in deze film!

Vragen voor na de film

Hoe zag het decor in deze film eruit?
- De achtergrond was meestal gewoon één kleur. 

-Verder zag je een ijslandschap met paarse wattenbergjes en rode boompjes. - De kleuren waren allemaal afgestemd op de andere elementen in de film

Wat viel je nog meer op in deze film?

- Grappig gebruik van bekende materialen

- Gekke fantasiepoppetjes

- Leuk verhaal