5.1 Schrijfproces

Welkom 1HV1
Nederlands
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 1HV1
Nederlands

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  1. Uitleg hoofdstuk 5.1
    (15 minuten)

  2. Aan de slag met hoofdstuk 5.1

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • weet je welke drie schrijffases er zijn.

  • kun je uitleggen wat de fase 'prewrite' inhoud.

  • kun je uitleggen hoe je een schrijfplan maakt en wat er in het schrijfplan moet staan.

  • kun zelfstandig een schrijfplan maken voor een te schrijven tekst.

Slide 3 - Slide

Schrijfproces
  1. Prewrite (voorbereiden)
    Inhoud vinden + schrijfplan maken

  2. Write (uitvoeren)
    Alinea's bedenken + tekst schrijven

  3. Rewrite (controleren)
    Taalverzorging + aantrekkelijkheid + vormgeving

Slide 4 - Slide

Voorbereiden
  1. Bepaal het schrijfdoel, waarom schrijf je?
  2. Bepaal je publiek, voor wie schrijf je?
  3. Bedenk het onderwerp en de hoofdgedachte, wat schrijf je?
  4. Kies de tekstsoort, hoe schrijf je?

Gewoon beginnen / internet / discussiëren / brainstormen / mindmap maken / bestaande structuur gebruiken / 5xW+H-methode (wie, wat waar, wanneer, waarom en hoe)

Slide 5 - Slide

Schrijfplan maken
Schematisch schrijfplan (structuur) of een mindmap (creatief)

Kies een manier die goed bij jou past. Het is wel handig om beide manieren een keer uit te proberen.

Slide 6 - Slide

Schematisch schrijfplan
  1. Schrijf het onderwerp op. Waar gaat de tekst over? 

  2. Schrijf het tekstdoel op. Met welk doel schrijf je de tekst? Informeren, activeren, overtuigen of een mening geven?

  3. Schrijf op wat je in de inleiding wilt schrijven.

  4. Schrijf op wat je in het middenstuk wilt schrijven.

  5. Schrijf op wat je in het slot wilt schrijven.

  6. Je schrijft alleen steekwoorden op, dus nog geen hele zinnen.

Slide 7 - Slide

Mindmap schrijfplan
  1. Maak een cirkel en schrijf in het midden het onderwerp

  2. Schrijf het schrijfdoel op. Met welk doel schrijf je de tekst? Informeren, activeren, overtuigen of een mening geven?

  3. Schrijf om het onderwerp de deelonderwerpen: inleiding, middenstuk en slot. Vul deze verder in.

  4. Maak gebruik van kleuren, lijnen en eventueel tekeningen, zodat het een duidelijk geheel wordt. Ook schrijf je alleen steekwoorden op, dus nog geen hele zinnen.

Slide 8 - Slide

Vormgeving
Mooi en netjes (uiterlijk), zodat het prettig leest en het uiterlijk past bij de inhoud.

  • Lettertype
  • Lettergrootte
  • Tussenkopjes vallen op (dikgedrukt en/of iets groter)
  • De titel is groter.
  • Marges zijn goed (staan vaak al goed).
  • Afbeeldingen passen bij de tekst en staan goed. 

Slide 9 - Slide

Je leerde
  • welke drie schrijffases er zijn.
  •  wat de fase 'prewrite' inhoudt.
  • hoe je een schrijfplan maakt en wat er in het schrijfplan moet staan.
  • zelfstandig een schrijfplan maken voor een te schrijven tekst.

Slide 10 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 11 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 12 - Open question

Aan de slag!

Hoofdstuk 5.1
B Deel 1: Schrijven in drie fases, vormgeving

Slide 13 - Slide