Slechtnieuwsgesprek

Slechtnieuwsgesprek
1 / 33
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slechtnieuwsgesprek

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programma
Wat zijn de doelen van een slecht nieuws gesprek?
Uit welke fasen bestaat een slechtnieuwsgesprek?
Voorbeelden van een slechtnieuwsgesprek
Evaluatie

Slide 3 - Slide

Wat weet je al over het slechtnieuwsgesprek?

Slide 4 - Open question

Wie heeft er al eens slecht nieuws medegedeeld aan iemand?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoe zou je zelf willen dat slecht nieuws aan jou wordt verteld?

Slide 9 - Open question

Een slechtnieuwsgesprek heeft drie doelen:


1 het duidelijk overbrengen van de boodschap
2 het opvangen van de emoties
3 het helpen accepteren van het nieuws

Slide 10 - Slide

Slechtnieuws
Het is afhankelijk van de reactie van zorgvragers/patiënten/naasten in hoeverre doelen in één gesprek worden bereikt.
Emoties, die dit nieuws oproepen, kunnen de inhoud en het verloop van het gesprek beïnvloeden.
Bovendien zal iedere zorgvrager/patiënt het slechte nieuws op een andere manier ontvangen.




Slide 11 - Slide

Fase 1 Bereid je voor
Het is vooral belangrijk dat je weet hoe je de vervelende boodschap en de belangrijkste feiten en argumenten duidelijk overbrengt op de zorgvrager. Bijzaken bespreek je pas later, op een moment dat de ander daaraan toe is.

Slide 12 - Slide

Fase 2  Breng het slechte nieuws

Je meldt direct kort en krachtig wat er aan de hand is. ‘Ik heb slecht nieuws voor u’ of ‘Ik ben bang dat ik een vervelende mededeling voor u heb’. Het is tijdens deze stap belangrijk dat je laat zien dat je met de ander meeleeft.

Slide 13 - Slide

Meedelen van het slecht nieuws

 "De klap uitdelen"
Direct en zo snel mogelijk
BV: Er is een groot probleem……….
BV: Ik heb een slechte boodschap voor U………..



Slide 14 - Slide

Valkuilen
  • Bagatelliseren
 (= de heftigheid ontkennen, minder erg maken,)
  • Hang your-self methode
Nou, je weet het zeker zelf al….
  • Eufenismen gebruiken (verzachten)
Je wordt ontslagen maar je vind wel iets anders



Slide 15 - Slide

Geen goede voorbeelden
Hoe vind U zelf dat het gaat?’
‘Wat een slecht weer vandaag….’
‘U kunt geen kinderen meer krijgen maar gelukkig hebt U er al 2’
Ach, die operatie stelt niet veel voor….’
Via de telefoon het nieuws meedelen
‘Ik heb niet veel tijd maar wil U toch alvast vertellen dat……

Slide 16 - Slide

Fase 3
Maak gedachten en gevoelens bespreekbaar
 Het is aan jou om de emoties van de ander aan te voelen en te begrijpen. 

Slide 17 - Slide

De klap opvangen
Je weet van te voren niet hoe iemand gaat reageren
Reactie:
‘Dat kan niet’ (ontkenning)
‘Ik maak er een rechtszaak van…’ (woede)
Verdriet, radeloosheid, paniek…enz….


Slide 18 - Slide

Valkuilen

  • Emoties van de zorgvrager
 Geen tijd nemen voor emoties van de zv.
  • Agressie/ boosheid van de zorgvrager
Je aangevallen voelen of in de verdediging schieten
In discussie gaan
  • Angst van de zorgvrager
Sussende/ opbeurende opmerkingen




Slide 19 - Slide

Fase 4
Bespreek mogelijke oplossingen
Je kunt aangeven welke mogelijkheden er zijn. Het kan ook zo zijn dat de zorgvrager nog niet toe is aan deze fase. Je maakt dan een afspraak om dit op een later moment te doen.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Fase 5
 Rond het gesprek af
 

Slide 23 - Slide

Hoe start je een slechtnieuwsgesprek?
A
Met een voorzichtige introductie
B
Kort en duidelijk
C
Met een grapje
D
Open vraag

Slide 24 - Quiz

Medisch slechtnieuwsgesprek
Wat is niet jouw taak als verpleegkundige?
A
Slecht nieuws brengen
B
Eerste opvang na gesprek
C
Rapporteren
D
evt. dominee bellen

Slide 25 - Quiz

Veel mensen passen de hang yourself-methode toe tijdens een slechtnieuwsgesprek.
Hoe herken je deze methode?
A
De persoon die het slechte nieuws moet vertellen, laat de ander zelf bedenken wat het slechte nieuws is.
B
De persoon die het slechte nieuws moet vertellen, legt de verantwoordelijkheid steeds buiten zichzelf.
C
De persoon die het slechte nieuws moet vertellen, vertelt de ander wat hij moet doen om met de situatie om te gaan.
D
De persoon die het slechte nieuws moet vertellen, maakt het probleem kleiner dan dat het

Slide 26 - Quiz

Bij fase 2 van het slechtnieuwsgesprek ga je niet te veel in op de emoties
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Non verbale communicatie speelt geen rol bij een slechtnieuwsgesprek.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Video

Wat vind je van het filmpje?

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Video

Wat heb je geleerd tijdens deze les?

Slide 32 - Mind map

Bedankt

Slide 33 - Slide