De bries streelt zacht de vlakte,
de vogel zingt hoog in de takken.
Sta op, vriend, de ochtend is daar,
hoe lang nog blijf ik in rust?
Mijn hart is gezond bij de geliefden,
hun liefde is onze kunst.
Het leger van de ochtend heft zijn vlaggen,
de nacht vlucht in de nederlaag.
De tuin verspreidt zijn geur over de knoppen,
gekleed in een gewaad dat de wolken doorboort.