Herhaling Paragraaf 1 en 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Weer en Klimaat

Herhaling

Paragraaf 1 en 2 

H1 Weer en Klimaat 

Wat is het weer?

Welke weerelementen
zijn er ?

Wat is klimaat?

Noem de 5
klimaatfactoren?

Leg uit wat breedteligging te maken heeft met zoninvalshoek

Elke 100 meter omhoog wordt het ........ graden kouder

1. 6
2. 0,5
3. 0,6
4. 0,4

Waarom is het in de winter aan de kust warmer dan verder het land in?

Welke weerfactor had de grootste invloed op de temperatuurverdeling in Nederland? Zie kaart

1. Breedteligging
2. Hoogteligging
3. Invloed van zee
4. Gesteldheid van het aardoppervlak

Hoe noem je de lijnen tussen plaatsen met gelijke temperatuur op een weerkaart.

1. Isobaren
2. Isothermen

Op lage breedte leggen zonnestralen een kortere weg af door de atmosfeer waardoor het op minder deeltjes botst en warmer is.

1. Waar
2. Niet waar

De zon draait om de aarde waardoor we seizoenen hebben

1. Waar
2. Niet waar

Een van de redenen dat we seizoenen hebben komt omdat de aardas schuin staat.

1. Waar
2. Niet waar