Engels Woorden Thema 3
1 / 10
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
always
car
bridge
altijd
auto
brug
Slide 2 - Drag question
Monday
Tuesday
Wednesday
Thursday
Friday
Saturday
Sunday
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
Slide 3 - Drag question
Welk woord hoort bij deze foto?
A
car
B
driver
C
pickpocket
D
smile
Slide 4 - Quiz
Welk woord hoort bij deze foto?
A
bridge
B
dreams
C
drive
D
public transport
Slide 5 - Quiz
Welk woord hoort bij deze foto?
A
smile
B
excuse me
C
bag
D
kisses
Slide 6 - Quiz
by bike
by car
by public transport
Slide 7 - Drag question
right
left
straight on
Slide 8 - Drag question
far
A
dichtbij
B
ver
C
van
Slide 9 - Quiz
sat
A
zei
B
zag
C
zat
