Een stappenplan gebruik je om tot een goed eindresultaat te komen. Vandaag gaan we het ook hebben over een stappenplan. Een stappenplan om zinnen te ontleden. We beginnen met grammatica zinsdelen H1.
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Aan het eind van deze les kan je met behulp van een stappenplan zinsdelen benoemen. Je weet in welke volgorde een zin ontleed moet worden en hoe de verschillende delen heten.
Slide 3 - Slide
Wat weet je nog?
Welke zinsdelen ken je nog? Hoe vind je die zinsdelen dan? Hoe verdeel je ook alweer een zin in zinsdelen?
Slide 4 - Slide
Persoonsvorm (PV)
De persoonsvorm is een werkwoord in de zin.
Je vindt de PV door de zin vragend te maken; het eerste werkwoord is dan de PV!
Slide 5 - Slide
Onderwerp (OW)
Het onderwerp geeft aan wie of wat iets doet in de zin.
OW=wie/wat + PV + overige werkwoorden ?
Slide 6 - Slide
Werkwoordelijk Gezegde (WWG)
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit ALLE werkwoorden in een zin. Dus OOK de persoonsvorm!
Slide 7 - Slide
Lijdend Voorwerp (LV)
LV=wie/wat + Ond + WWG ?
Slide 8 - Slide
Meewerkend Voorwerp (MV)
MV= aan/voor wie + Ond + WWG + LV ?
Slide 9 - Slide
Bijwoordelijke Bepaling (BwB)
Geeft antwoord op vragen als waar? Waarheen? Waarover? Waarom? Waardoor? Wanneer?
Ook wel 'Het 'vuilnisbakje' van de zin' genoemd!
Slide 10 - Slide
Wat is nu dus het stappenplan om zinsdelen te benoemen?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Aan het werk!
•Maak opgave 1 t/m 3 van 'Grammatica (zinsdelen)' op bladzijde 30 van je lesboek.
Slide 13 - Slide
Als je klaar bent:
(Bijna) alles goed? Ga verder met de opdrachten 5 en 6 (Te) veel fouten gemaakt? Vraag hulp aan de docent.
Slide 14 - Slide
Wat heb je nu geleerd?
Het stappenplan om zinnen te ontleden. Eerst zoek je de ... Dan doe je de ... Vervolgens zoek je het ... Daarna benoem je het ... Hierna zoek je het ...