Politiek-maatschappelijke stromingen 19e eeuw

1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Na 1815 ...
Congres van Wenen (1814/15) regelde de machtsverhoudingen in Europa van na Napoleon.
  • Herstel van de oude koningshuizen
  • Restauratie (terugdringen Verlichtingsidealen)
  • Concert van Europa (streven naar machtsevenwicht)

Slide 2 - Slide

Politiek-maatschappelijke stromingen
Liberalisme
Socialisme (communisme)
Conservatisme
Nationalisme
Confessionalisme

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat is liberalisme?
A
Mensen die strijden voor gelijke rechten.
B
Mensen die voor vrijheid gaan
C
Mensen die de kerk belangrijk vinden.
D
Mensen die voor vrouwen opkomen

Slide 5 - Quiz

Waarom ontstond het liberalisme na 1815?
A
Na de nederlaag van Napoleon wilden de mensen vrij zijn en blijven
B
Liberalisme ontstond als een reactie op de Restauratie in Europa van na 1815
C
In de tijd van Napoleon was er geen tijd voor liberale denkbeelden

Slide 6 - Quiz

Liberalisme
  • Vrijheid van het individu!
  • Politiek: - De macht ligt bij een gekozen volksvertegenwoordiging   
                         - Grondwet (beschermt burgerrechten en tégen te machtige vorst)
                         - Gelijkheid voor de wet (geen privileges bij bepaalde groepen)
                         - Scheiding tussen kerk en staat
  • Economie: Vrijhandel / zo weinig mogelijk overheidsbemoeienis in de economie
  • Sociaal-cultureel: Vrijheid van godsdienst, meningsuiting, onderwijs

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat is socialisme?
A
streven naar een samenleving met zoveel mogelijk vrijheid
B
streven naar een maatschappij zonder bestuur
C
streven naar een samenleving waarin mensen een bestuur kiezen
D
streven naar een samenleving met zoveel mogelijk gelijkheid

Slide 9 - Quiz

Welke richtingenstrijd ontstond er in de loop van de 19e eeuw binnen het socialisme?
A
revolutionaire socialisten (communisten) en sociaal-democraten
B
revolutionaire socialisten (communisten) en de anarchisten
C
Sociaal-democraten en socialisten die sociale wetgeving nastreefden
D
Sociaal-democraten onderling

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Inzichtsvraag:
Als de voorspelling van Marx juist is, waarom zijn er dan geen socialistische revoluties geweest in West-Europa eind 19e / begin 20e eeuw?

Slide 12 - Open question