Spelling H5: Hoofdletters en aanhalingstekens

Spelling H5: Hoofdletters en aanhalingstekens
Volg het stappenplan voor een goede start van de les.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je Chromebook, schrift, boek Nederlands en leesboek
Stap 3: Log in in LessonUp met je eigen naam.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spelling H5: Hoofdletters en aanhalingstekens
Volg het stappenplan voor een goede start van de les.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je Chromebook, schrift, boek Nederlands en leesboek
Stap 3: Log in in LessonUp met je eigen naam.

Slide 1 - Slide

Wat ga je doen?
Leerdoel: Ik kan hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens goed gebruiken.
Hoe gaan we dat bereiken?
Pitch: Nadine, David L & Thomas
Check huiswerk
Hoofdletters leestekens en aanhalingstekens: hoe zat het ook alweer?
Oefening via LessonUp
Huiswerk: blz. 163 opdr. 1 t/m 3.
Controleren leerdoel

Slide 2 - Slide

Pitch
Nadine, David L, Thomas.
Succes!

Slide 3 - Slide

Nakijken huiswerk opdr 1.
1. omgangsregeling                           9. passagiersschip
2. stadscentrum                                  10. proteststem
3. eenmanszaak
4. bioscoopstoel
5. onweersbui
6. beroepsspeler
7. staatssteun
8. gevoelstemperatuur

Slide 4 - Slide

Opdracht 2
1. zwijnenstal                                     9. geboortekaartje
2. groentesoep                                 10. invalideplaats
3. bereleuk
4. spinnenweb
5. tarwebrood
6. koekenpan
7. zonnesteek
8. berenhol

Slide 5 - Slide

Opdracht 3
1. juist
2. juist. Het komt van het werkwoord spinnen.
3. onjuist. Het meervoud kan ook groentes zijn. 
4. onjuist. Er is maar één zon op onze planeet.
5. juist.
6. onjuist. Het eerste deel is een versterkt bijvoeglijk naamwoord.

Slide 6 - Slide

Opdracht 4
1. hype, adrenalinekick
2. karakteristieke, accommodatie
3. vlijtig, luiwammesen
4. identiteitskaart, leiden
5. fruitveiling, kersen
6. wezenlijk, aspect

Slide 7 - Slide

Wanneer doe je wel een hoofdletter?

Slide 8 - Mind map

Hoofdletters
Namen: Sophie, de Maas, het vak Nederlands, Pasen, Kerstmis
Aan het begin van de zin: 's Avonds. Let op: na een getal (11, 3, 165) geen hoofdletter.
Bijvoeglijke naamwoorden van aardrijkskundige namen: Belgische bonbon, Franse kaas.
Gewone aardrijkskundige namen: Italië, Buitenpost, Europa

Slide 9 - Slide

Let op:
1. Als je de voorletter of de voornaam weet van een persoon, dan moeten de tussenvoegsels van een achternaam niet met een hoofdletter: Nynke van der Veen
2. Weet je voorletter of voornaam niet, dan schrijf je het eerste tussenvoegsel met een hoofdletter: Meneer De Vries.
3. Windstreken krijgen geen hoofdletter.
4. Samenstellingen van religieuze feesten krijgen geen hoofdletter.
5. Religies, stromingen en afleidingen daarvan krijgen geen hoofdletter
6. Namen van maanden, seizoenen, maanden krijgen geen hoofdletter.

Slide 10 - Slide

Aanhalingstekens
Bij een citaat/directe rede. Let daarbij wel op de leestekens : 'Wil je de vaatwasser uitruimen?' , vroeg Iris aan haar zus.
Bij titels: Olivier raadt mij aan om 'Wonder' van R.J. Palacio te lezen.
Als je het over het woord zelf hebt en niet de betekenis: Ik vind het moeilijk om het werkwoord 'barbecueën' te spellen.
Let op: Bij de indirecte rede gebruik je geen aanhalingstekens: Mieke vroeg of ik een cadeau voor mijn vader ging kopen.

Slide 11 - Slide

Gebruik de hoofdletters op de juiste manier : de film zwartboek

Slide 12 - Open question

Schrijf de zin op met de juiste hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens: enig riep de opticien uit deze bril van gucci staat u geweldig

Slide 13 - Open question

Aan de slag
Wat ga je doen? Maken: blz. 163 opdracht 1 t/m 3.
Leren: theorie blz. 34, 66, 98, 130 en 162
Hoe: Je werkt zelfstandig.
Tijd: Tot het einde van de les.
Klaar: Lezen in je nieuwe leesboek. Nog geen leesboek? Naar de mediatheek of kijk in mijn kast.

Slide 14 - Slide