2.4: Nederland in het interbellum

Startopdracht:
  • Nakijken paragraaftoets
  • Bespreek moeilijke vragen in een tweetal.
  • Klaar? Controleer in een tweetal de leerdoelen en begrippen bij deze paragraaf.
timer
5:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Startopdracht:
  • Nakijken paragraaftoets
  • Bespreek moeilijke vragen in een tweetal.
  • Klaar? Controleer in een tweetal de leerdoelen en begrippen bij deze paragraaf.
timer
5:00

Slide 1 - Slide

2.4: Nederland in het interbellum

Slide 2 - Slide

Deze les:
  • Afronden paragraaf 2.3, leerdoelen en begrippen.
  • Uitleg paragraaf 2.4: Nederland in het interbellum
  • afsluiting hoofdstuk
  • Lezen van de theorie en maken van de paragraaftoets van 2.4.

Slide 3 - Slide

Aan het einde van deze les: 
... Heb je laten zien dat je de leerdoelen en begrippen van paragraaf 2.3 beheerst.
... Heb je geleerd welke sociale verdeling er bestond in Nederland.
... Heb je geleerd hoe men in Nederland omging met de economische crisis.
... kun je uitleggen waarom in Nederland totalitaire bewegingen weinig kans maakten.
... kun je in je eigen woorden uitleggen wat het begrip: verzuiling betekent.

Slide 4 - Slide

Afsluiting 2.3:

Slide 5 - Slide

2.4: Nederland in het interbellum

Slide 6 - Slide

De sociale verdeling in Nederland:
  • 4 groepen, zuilen.
    1. Katholieken
    2. Protestanten
    3. Socialisten
    4. liberalen.
  • Elke groep heeft zijn eigen kranten, ziekenfondsen, sportclubs en andere organisaties dit noemen we verzuiling. 

Slide 7 - Slide

Hoe de economie zich ontwikkelde:
Jaren 1920:
  • nauwelijks werkloosheid, welvaart groeit, meer vrije tijd.

Jaren 1930: economische wereldcrisis
  • werkloosheid loopt snel op.
  • uitkeringen net genoeg om in leven te blijven
  • 2x per dag een stempel halen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Nederlands economische beleid:
Colijn:
  • Bezuinigen omdat er minder belasting binnenkomt.
  • Verlagen van salarissen van ambtenaren, leraren en de werkloosheiduitkeringen.
  • Winter 1935- 1936 1/5e van de beroepsbevolking werkloos.
  • vasthouden aan de gouden standaard van de gulden
  • Gevolg: crisis wordt alleen maar erger.

Slide 10 - Slide

Politieke ontwikkelingen:
  • Kritiek op de democratie.
  • Vanaf 1920 ook in Nederland fascistische groepen. 
  • Grootste: NSB (Nationaalsocialistische beweging)
  • 1935 8% van de stemmen, 1937 4% van de stemmen.

Slide 11 - Slide

Nederlandse totalitaire partijen maken weinig kans door:
  • Nederland is niet ontwricht geraakt door WO I zoals Italië en Duitsland.
  • Geen woede over de afloop van WO I.
  • 1931: Regering verbied ambtenaren lid te zijn van de NSB.
  • 1935: Politieke organisaties mogen geen uniformen dragen (verboden)
  • Mensen voelen zich prettig in hun eigen zuil
  • Colijn was al de 'sterke man' van Nederland. 

Slide 12 - Slide

Aan de slag:
  • Lezen en markeren de theorie van paragraaf 2.4  (blz.  38, 39 en 40)
  • Werk in je eigen woorden de leerdoelen en begrippen uit.
  • Maak de paragraaftoets, zie som.

Slide 13 - Slide

Controle lesdoelen:
Aan het einde van deze les: 
... Heb je laten zien dat je de leerdoelen en begrippen van paragraaf 2.3 beheerst.
... Heb je geleerd welke sociale verdeling er bestond in Nederland.
... Heb je geleerd hoe men in Nederland omging met de economische crisis.
... kun je uitleggen waarom in Nederland totalitaire bewegingen weinig kans maakten.
... kun je in je eigen woorden uitleggen wat het begrip: verzuiling betekent.

Slide 14 - Slide