Noteer in groepjes van 2 à 3 op een blaadje papier
Slide 4 - Slide
Feedback/brainstorm (deel 2)
3. Wat willen jullie graag gezien hebben rond dit hoofdstuk?
Noteer in groepjes van 2 à 3 op een blaadje papier
Slide 5 - Slide
Overzicht hoofdstuk
Sociaal gedrag
1 Wat is sociale psychologie?
2 Sociale rollen en sociale normen
3 Sociale beïnvloeding en groepsdruk
4 Groepsdynamica
5 Leiderschap
Slide 6 - Slide
1. Wat is sociale psychologie?
Iemand staat in een station en begint zomaar uit het niets te dansen en te springen. Na een minuutje dansen twee anderen mee. Kort nadien volgen er nog een paar mensen. Na drie minuten dansen er zeker zeventig mensen in het station!
Je kijkt televisie. Plots is er reclame voor een notensnack. Je had er nog nooit van gehoord, maar de reclame zelf blijft je bij, want ze was nogal ‘speciaal’. Zoveel kleuren, geluiden, blije gezichten! Twee dagen later sta je in de winkel. Je legt twee van die notensnacks in jouw winkelmandje.
Slide 7 - Slide
1. Wat is sociale psychologie?
Dieter, de broer van je vriendin, is 15 jaar. Het was altijd een rustige en zelfs verlegen jongen. Sinds kort is hij bevriend met drie oudere jongens. Die hebben volgens jou een slechte invloed op hem. Je denkt dat Dieter nu zelfs drugs neemt en alcohol drinkt, gewoon om bij dat clubje te horen.
Wat gebeurt er in dergelijke situaties? Hoe komt het dat die mensen in het station plots meedansen met wildvreemden? Hoezo koop je plots een notensnack? Waarom verandert Dieter zo drastisch?
Slide 8 - Slide
Opdracht: Placemat-methode
In groepjes van 3-4 leerlingen
Stap 1: noteer in jouw eigen vak wat sociale psychologie inhoudt/betekent (5')
Stap 2: vergelijk jullie antwoorden en kom samen tot een definitie van sociale psychologie (middenvak) (5')
Slide 9 - Slide
1. Wat is sociale psychologie?
Sociale psychologie = bestudeert de manier waarop mensen met elkaar omgaan en elkaar beïnvloeden.
- Gedrag
- Persoonskenmerken
- Omgevingskenmerken
Slide 10 - Slide
1.1. Gedrag
Gedrag = het geheel van acties en reacties van een mens in relatie tot zijn omgeving.
Prikkel - betekenis - reactie
Slide 11 - Slide
1.1. Gedrag
Uitwendig vs inwendig
Bewust vs onbewust
Aangeboren vs aangeleerd
Slide 12 - Slide
1.1. Gedrag
Sociaal gedrag = gedrag dat mensen vertonen ten opzichte van elkaar (in relatie tot anderen).
Voorbeeld: Je beste vriendin post een foto met haar lief op Instagram. Jij bent een beetje jaloers, want je bent stiekem verliefd op dezelfde jongen. Je besluit om niet te reageren op die post. Jouw vriendin weet dat je het bericht hebt gezien, maar ‘bedankt’ je omdat je niet hebt gereageerd. Dit ‘niet-handelen’ zegt op zich immers heel veel.
Slide 13 - Slide
1.2. Persoonskenmerken
Het gedrag van mensen komt tot stand dankzij de continue interactie tussen verschillende persoonskenmerken en de verschillende omgevingskenmerken.
Jouw persoonlijkheid bepaalt jouw gedrag, gevoelens en gedachten.
Je persoonlijkheid bestaat uit:
- Je temperament
- Je karakter
Slide 14 - Slide
Temperament:
Aangeboren patroon van reacties dat jouw gedrag bepaalt
Van bij de geboorte aanwezig
Blijft grotendeels onveranderd
Karakter:
Zowel aangeboren (nature) als aangeleerde eigenschappen (nurture)
Ontwikkelen in de loop van het leven
Resultaat van sociale interacties, ervaringen en cultuur
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
1.3. Omgevingskenmerken
Druk van sociale situaties soms zo sterk dat iemands persoonlijkheid en persoonskenmerken er niet tegen opgewassen zijn.
Groepsdruk kan het gedrag van mensen ten goede veranderen, maar ook ten kwade.
Vaak zijn mensen zich hiervan bewust, maar niet altijd.