Ik kan de regelmatige werkwoorden op -er, -ir en -re allemaal vervoegen in de passé composé!
1
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
beschrijft:
wat er gebeurd is
wat je hebt gedaan
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
kennen!
Slide 15 - Slide
visité
réussi
attendu
deze doen we een volgende les
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
kennen!
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
create.kahoot.it
Slide 26 - Link
Nog één ding:
LET OP!
Bij onregelmatige werkwoorden:
Hulpwerkwoord: vorm van avoir
Voltooid deelwoord: uit je hoofd leren!
werkwoord
voltooid deelwoord
être
été
avoir
eu
faire
fait
prendre
pris
Slide 27 - Slide
Doel bereikt?
Ik kan de passé composé met het juiste hulpwerkwoord correct gebruiken voor de regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re en de onregelmatige werkwoorden avoir, être, faire en prendre
Slide 28 - Slide
Les devoirs
Faire: 15 + 16 (check ook julie voorbereiding voor Project 2 - rol 1)