H6: vaste combinaties herhalen spreekwoorden

H6: collocaties/vaste combinaties





Doelstelling: Ik kan vaste combinaties van woorden herkennen/ begrijpen en gebruiken
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H6: collocaties/vaste combinaties





Doelstelling: Ik kan vaste combinaties van woorden herkennen/ begrijpen en gebruiken

Slide 1 - Slide

Collocaties
In de doofpot stoppen, op rolletjes lopen; dit zijn vaste combinaties van woorden.

Zulke vaste combinaties noemen we collocaties.

Goed om te kennen, want er worden nog weleens uitdrukkingen door elkaar gehaald!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Collocaties
- 'Daar wrijft de schoen.'
- 'Onderdeel uitmaken van.'

Goed of fout?

Slide 4 - Slide

Collocaties
Er zijn verschillende combinaties mogelijk:
- ZN met vast WW; 'een besluit nemen'
- Uitdrukkingen met  WW; 'de boventoon voeren'
- Uitdrukkingen zonder WW; 'een doorn in het oog'
- Uitdrukkingen met  woordpaar; 'pais en vree'
- Uitdrukkingen met  woordpaar én vast WW; 'kant noch wal raken'

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Welk spreekwoord wordt hier uitgebeeld?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Welk spreekwoord wordt hier uitgebeeld?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Welk spreekwoord wordt hier uitgebeeld?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Welk spreekwoord wordt hier uitgebeeld?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Welk spreekwoord wordt hier uitgebeeld?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Welk spreekwoord wordt hier uitgebeeld?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Welk spreekwoord wordt hier uitgebeeld?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Welk spreekwoord wordt hier uitgebeeld?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Welk spreekwoord wordt hier uitgebeeld?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Welk spreekwoord wordt hier uitgebeeld?

Slide 25 - Open question

Wat hoort bij elkaar?
drijven
hakken
stoppen
lopen
springen
in de doofpot ...
op rolletjes ...
in de pan ...
uit z'n vel ...
in het nauw ...

Slide 26 - Drag question

Slide 27 - Slide