This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Elektromagnetisme
QUIZ
Slide 1 - Slide
De noordpool van de magneet wordt afgestoten door de zuidpool van een andere magneet.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Blijft het voorwerp aan een magneet hangen?
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quiz
Blijft het voorwerp aan een magneet hangen?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
Blijft het voorwerp aan een magneet hangen?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
De bovenste magneet zweeft boven de onderste magneet. Dan is:
A
1 een Noordpool;
2 een Zuidpool
B
1 een Zuidpool;
2 een Noordpool
C
1 een Noordpool;
2 een Noordpool
D
1 een Zuidpool;
2 een Zuidpool
Slide 6 - Quiz
Hoe worden de uiteinden van een magneet genoemd?
A
Boven- en onderkant
B
Pluspool en minpool
C
Noordpool en Zuidpool
D
Begin en eind
Slide 7 - Quiz
Wat trekt een magneet aan?
A
Houten voorwerpen
B
Glazen voorwerpen
C
Andere magneten en ijzeren voorwerpen
D
Zwaartekracht
Slide 8 - Quiz
Deze magneten ...
A
trekken elkaar aan
B
doen niets
C
stoten elkaar af
Slide 9 - Quiz
Een magneet en ijzer
A
trekken elkaar aan
B
stoten elkaar af
C
doen niets
Slide 10 - Quiz
Wat is een magneet?
A
Stuk metaal of staal
B
Stuk steen
C
Stuk metaal
D
Stuk Papier
Slide 11 - Quiz
Iedere magneet heeft een noordpool en een zuidpool. Je brengt een noordpool van een magneet bij een zuidpool van een andere magneet. Wat kun je zeggen over de krachten op de twee magneten?
A
• Er werken alleen aantrekkende krachten.
B
• Er werken alleen afstotende krachten.
C
• Er werken zowel aantrekkende als afstotende krachten.
Slide 12 - Quiz
Waar is een magneet het sterkst?
A
Midden
B
Noordpool
C
Zuidpool
D
Noord- en zuidpool
Slide 13 - Quiz
Een kompaasnaaldje is ook een magneet
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Hoe lopen de veldlijnen in een magneet?
A
Van Noord naar Zuid
B
Van Oost naar West
C
Van Zuid naar Noord
D
Van West naar Oost
Slide 15 - Quiz
Welke magneet is altijd magneet?
6a
A
Elektromagneet
B
Permanente magneet
C
Beide
D
Geen
Slide 16 - Quiz
De magneet hiernaast heet een
A
rookworstmagneet
B
U-magneet
C
hoefijzermagneet
D
boemerangmagneet
Slide 17 - Quiz
Het magnetisme van een permanente magneet kun je uitschakelen.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
Wat zit er om een magneet
A
warmte
B
stroom
C
een magnetisch veld
D
ijzer
Slide 19 - Quiz
17a. De richting van het veld onder de magneet is
A
Naar links
B
Naar rechts
Slide 20 - Quiz
wat gebeurt er met het magnetische veld als de magneet wordt omgedraaid
A
draait ook om
B
niets
Slide 21 - Quiz
De aarde is een grote magneet
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quiz
Een magneet heeft een zuidpool en een noordpool. De magneet wordt doormidden gebroken Wat gebeurt er met het magnetisme van de twee delen?
A
beide delen zijn niet meer magnetisch
B
rood = noordpool
blauw(wit)=zuidpool
C
breuklijnen stoten elkaar af
D
breuklijnen trekken elkaar aan
Slide 23 - Quiz
1. Er zijn maar een paar stoffen die aangetrokken worden door een magneet. Welke stof wordt aangetrokken door een magneet?
A
Plastic
B
Glas
C
Hout
D
IJzer
Slide 24 - Quiz
Waar zit de Noordpool op deze magneet?
A
Aan de rode kant
B
Aan de groene kant
Slide 25 - Quiz
Hiernaast is een magneet weergegeven. Dit is een .......
A
hoefijzermagneet
B
naaldmagneet
C
staafmagneet
D
rinkernmagneet
Slide 26 - Quiz
1. Alle metalen worden aangetrokken door een magneet.
2. Magneten zijn uit ferromagnetisch materiaal gemaakt.
3. De noordpool van een kompas wijst naar de magnetische noordpool van de aarde.
4. De magnetische kracht is een veldkracht.
5. Door magnetische influentie worden alle voorwerpen zelf een magneet.
Juist
Fout
Slide 27 - Drag question
Zet de naam van de magneet bij de juiste afbeelding.
Naaldmagneet
Hoefijzermagneet
Staafmagneet
Slide 28 - Drag question
Welke materialen kun je oppakken met een magneet? Sleep de plus er naartoe.
Slide 29 - Drag question
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Is het stukje ijzer op de afbeelding magnetisch of niet magnetisch? Sleep het naar de juiste plek!