T6, BS2+3 bestuiving en bevruchting

Thema 6:
Voortplanting bij planten en dieren
Bs 1: Bloemen
Bs 2: Bestuiving
Bs 3: Bevruchting
Bs 4: Vruchten  en zaden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Thema 6:
Voortplanting bij planten en dieren
Bs 1: Bloemen
Bs 2: Bestuiving
Bs 3: Bevruchting
Bs 4: Vruchten  en zaden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesplan
  • SO bespreken
  • Leerdoelen vorige week
  •  Leerdoelen
  • Uitleg bs 3
  • Opdrachten
  • Herhaling

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

SO bespreken
  • Zorg ervoor dat heel je tafel leeg is 
  • Kijk eerst zelf goed naar je toets 
  • Heb je een vraag steek je je vinger op 
  • Na 5 minuten bespreken wij de toets kort door
  • Je antwoorden van de toets mag je houden, de toetsvragen lever je weer in. 
timer
5:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen vorige les
  • Je kunt de delen van een bloem benoemen met hun kenmerken en functies
  • Je kunt beschrijven wat bestuiving is 
  • Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Bekijk de afbeelding.
Welk onderdeel van een bloem is onderdeel 1?
A
Kelkbladeren
B
Kroonbladeren
C
Stamper
D
Stempel

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Zijn de onderdelen van de bloem mannelijk of vrouwelijk?
Mannelijk
Vrouwelijk
Helmdraad
Stempel
Stijl
Stuifmeelkorrel
Meeldraad
Eicel
Stamper
Helmhokje
Vruchtbeginsel

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Is pijl 2 kruisbestuiving of zelfbestuiving?
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Windbloemen
Insecten-bloemen

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Kruisbestuiving en zelfbestuiving 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Insectenbloemen
Bestuiving door insecten -> insectenbloemen

Kenmerken:
  • Maken nectar
  • Grote opvallende
    kroon-bladeren
  • Geur

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Windbloemen
Bestuiving door wind -> windbloemen

  • Veel stuifmeel
  • Kleine onopvallende bloemen

Hoog zodat de wind het kan vangen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Windbloemen

Slide 12 - Slide

Hoe ziet zo'n windbloem er dan uit. Dit is een grasbloempje. 
Gras maakt inderdaad ook bloemen aan. je staat er niet bij stil omdat zijn bloemen klein en onopvallend zijn. 
De meeldraden en stampers van windbloemen hangen vaak buiten de bloem zodat de bestuiving makkelijker gaat. 
Bespreken opdracht 3, basisstof 2
a. De kroonbladeren van insectenbloemen zijn meestal 
groot / klein en onopvallend / opvallend.
b. De kroonbladeren van windbloemen zijn meestal groot / klein en onopvallend /opvallend
c. insectenbloemen maken meer / minder stuifmeel dan windbloemen
d.  1. de helmknoppen hangen buiten de bloem.   Insectenbloem / windbloem
      2. De stempels steken buiten de bloem uit.       Insectenbloem / windbloem
      3. De stempels zijn klein.                                             Insectenbloem / windbloem
      4. De stempels zitten binnen de bloem.              Insectenbloem / windbloem
      5. De stempels zijn veelvormig.                               Insectenbloemen / windbloemen 
e.  1. Welke planten hebben insectenbloemen? A / B / C / D / E
     2. Welke planten hebben windbloemen? A / B / C / D / E        

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Thema 6:
Voortplanting bij planten en dieren
Bs 1: Bloemen
Bs 2: Bestuiving
Bs 3: Bevruchting
Bs 4: Vruchten  en zaden

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen basisstof 3
Aan het einde van de les kun je: 
  • Beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt
  • De veranderingne in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

stuifmeelbuis
Als het stuifmeel op de stempel valt groeit hieruit een buis dit noem je de stuifmeelbuis. 

De stuifmeelbuis groeit naar het zaadbeginsel. 

Door de stuifmeelbuis gaat de kern van de stuifmeelkorrel naar het zaadbeginsel  



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Bevruchting

Bevruchting = versmelten van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtsel


Na bevruchting:

Celdeling


Eicel --> kiem

Zaadbeginsel --> zaad

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen bestuiving en bevruchting?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag
  • Wat? Maak 7 opdrachten van basisstof 3
  • Hoe? De eerste 5 minuten zelfstandig 
  • Tijd? 10 tot 15 minuten 
  • Hulp? Eerste 5 min zelfstandig, daarna buurman/vrouw of steek je vinger op
  • Klaar? Controleer al je opdrachten van basisstof 1 t/m 3

Huiswerk volgende les = 7 opdr. van basisstof 3
timer
5:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Herhaling 
  • Wat? Ga in groepjes van 4 (2 tegen 2) een memorie doen. 
  • Hoe? Haal bij de docent een memorie set. Zoek bij het begrip de juiste beschrijving
  • Hulp? Steek je vinger op 
  • Tijd? Tot het einde van de les
  • Klaar? Herhaal de memorie 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Tot volgende week!
Huiswerk = 7 opdrachten basisstof 3: bevruchting

Slide 21 - Slide

This item has no instructions