H4.1 Hoe wil je werken?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

H4.1 Hoe wil je werken?

4BBL

Planning

15 min - Uitleg H4.1

20 min - Aan de slag met H4.1

Wat ga je leren?

• Je kunt aangeven in welke productiesectoren je kunt werken.
  
• Je kunt voor- en nadelen noemen van werken in loondienst en werken als zelfstandige.
  
• Je kunt voorbeelden noemen van manieren waarop de wet werknemers beschermt.
  
• Je kunt arbeidsmotieven noemen en het belang van onbetaalde arbeid uitleggen.

Productiesectoren

Je kunt werken in drie verschillende productiesectoren:

• agrarische sector;  landbouw, visserij, mijnbouw

• industriële sector; industrie, bouw, ambachtelijke bedrijven
  

• dienstverlenende sector; handel, banken, transport, maar ook zorg en onderwijs
  

Salaris van een docent staat in het CAO

zzp-er (een vorm van eenmanszaak)

ZZP = Zelfstandige zonder personeel

--> Iemand die zelfstandig werkt en heeft dus een eigen onderneming. 

--> Een zzp-er heeft geen personeel en betaalt inkomstenbelasting over de winst.

Minimum jeugd loon

• Tussen 15 en 21 jaar =  minimumjeugdloon. 
  
  
• Vanaf 21 jaar = minimumloon

Wat staat er nog meer in de wet?

Naast het minimumloon:

• Bij ziekte krijg je de eerste twee jaar loon doorbetaald.
  
• De arbowet regelt veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
• In de arbeidstijdenwet staan regels voor werken rusttijden.

Aan de slag

H4.1 Hoe wil je werken?

Opdracht 1 t/m 11

Klaar? Verder met herhalingsopdrachten