This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
4.5 De ontwikkeling van het globaliseringsproces
Herhaling Domein Wereld
Stof 5v (par. 7, 8 en 9)
Slide 1 - Slide
1.7 Globalisering tot 1980
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen welke rol hegemoniale staten hebben gespeeld in de globalisering van de wereld vanaf de koloniale tijd.
Je kunt het verband beschrijven tussen het centrum-periferiemodel en het koloniale verleden.
Slide 2 - Slide
Hegemoniale Staat
Land dat de wereld domineert op economisch, militair, financieel en cultureel gebied.
Slide 3 - Slide
Hegemoniale staten
Portugal/Spanje
Nederland
Engeland
VS (sinds WOII)
Bestudeer bron 42 in je boek goed. In de komende slides worden de karakteristieken van het kolonialisme chronologisch uitgelegd. Start bij Portugal/Nederland, naar UK, naar VS uiteindelijk.
Slide 4 - Slide
In welke volgorde waren onderstaande landen hegemoniale staten?
Engeland
Nederland
Verenigde Staten
Portugal/Spanje
Slide 5 - Drag question
Dit is het centrum-periferiemodel zoals je het hebt geleerd in de 4e klas. Het komt voort uit het kolonialisme.
Slide 6 - Slide
Van kolonialisme naar globalisering
Kolonialisme tot ong. 1660 kende 2 typen kolonies:
- Exploitatiekolonie
Een exploitatiekolonie leverde grondstoffen en werd later ook afzetmarkt voor producten uit het moederland.
--> Ghana, Brazilie, Suriname --> periferie
- Vestigingskolonie
Een vestigingskolonie werd door kolonisten gezien als nieuw vaderland.
--> VS / Australië --> Centrum
(exploiteren: iets beheren zodat er geld wordt verdiend)
Na dekolonisatie blijft deze verhouding bestaan!
Slide 7 - Slide
Industrieel kolonialisme
(1800 - 1950)
Het industrieel kolonialisme (oftewel imperialisme) is de fase waarin Europese moederlanden koloniën stichtten die ze zelf bestuurden, met als doel de aanvoer van grondstoffen veilig te stellen en een afzetmarkt voor hun industriële eindproducten te vormen.
Slide 8 - Slide
De VS als opkomende wereldmacht door...
Afloop WOII; Europa verwoest
Dekolonisatie; Europese grootmachten verliezen hun invloed in de wereld
Val van de Sovjet Unie; einde Koude Oorlog
Slide 9 - Slide
Dekolonisatie
De oude kolonies herken je onder andere aan de officiële landstalen van de voormalige kolonies
Slide 10 - Slide
eerder
later
economisch politiek
hegemoniale staten
eerste staten in Europa
onafhankelijkheid V.S.
dekolonisatie Afrikaanse landen
multinationale ondernemingen
einde planeconomie
start industrialisatie
imperialisme
vestigings-koloniën
handels-
kolonialisme
Slide 11 - Drag question
Op basis van economische groei, zou China een logische opvolger zijn van de VS als hegemoniale staat. Denk jij dat China deze positie zal krijgen in de wereld? Leg uit waarom wel of niet.
Slide 12 - Open question
Na 1980/1990
leerdoelen:
Je weet waarom het merendeel van de handels- en investeringsstromen zich afspeelt binnen en tussen het triadisch netwerk.
Je begrijpt dat door verandering van de internationale arbeidsverdeling ook de positie van landen in het wereldsysteem verandert.
Je begrijpt dat globalisering leidt tot eenwording en verbrokkeling en ook tot vergroting van de sociale en regionale ongelijkheid.
Je begrijpt welke factoren verklaren waarom de internationale handels- en kapitaalstromen vooral verlopen binnen en tussen de leden van de triade.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
TIJDLIJN globalisering
va. 1975:
Steeds meer multinationale ondernemingen (MNO's)
va. 1980:
1. Productie wordt verplaatst naar arme landen (nieuwe int. arbeidsverdeling)
2. Welvaart verschuift in wereldsysteem (meer welvaart naar semi-periferie)
1990:
Handelsbelemmeringen vallen weg:
- EU
- China en India openen grenzen
Steeds meer verbondenheid, door:
1. Transport
2. Communicatie
Slide 15 - Slide
Ruimtelijke gevolgen
Nieuwe internationale arbeidsverdeling
Nieuwe afzetmarkten
Van uitschuiven naar doorschuiven* ->
Corebusiness voor MNO's -> onderaannemers
Gebieden van elkaar afhankelijk (bv. olieprijzen Midden-Oosten)
Verbrokkeling in de wereld: fast world/ slow world*
uitschuiven = een bedrijf verplaatst een deel van de productieketen of bedrijfsfuncties naar een land met lagere lonen
doorschuiven = dit proces wordt herhaald, waarbij een bedrijf continue op zoek blijft naar de makkelijkste productieomstandigheden
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Bestudeer deze kaart:
- Welk gegeven uit de kaart en legenda gebruik je om de triade te herkennen?
- Hoe is de binnen- en buitenlandse export verdeeld in de triade regio's?
- Hoe is de binnen- en buitenlandse export verdeeld in de 'slow world'?
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Na 1980/1990
Ruimtelijke gevolgen:
Uitschuiving -> nieuwe internationale arbeidsverdeling
Nieuwe afzetmarkten
Doorschuiving (EPZ's)
Fast en slow world -> Fragmentarische mondernisering