1v - H4 Ongelijkheid - Herhalingsles

Oefentoets H4 Ongelijkheid
1 / 32
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets H4 Ongelijkheid

Slide 1 - Slide

Wat voor soort ongelijkheid zie je hier?
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid

Slide 2 - Quiz

Het officiële deel van de economie.

Slide 3 - Open question

Meest ontwikkelde landen

Slide 4 - Open question

Afkorting van groot bedrijf dat in meerdere landen fabrieken en kantoren heeft

Slide 5 - Open question

Hoeveel je kunt kopen van één dollar

Slide 6 - Open question

Geeft aan hoeveel procent van de bevolking kan lezen en schrijven

Slide 7 - Open question

Hoeveel geld je minimaal per dag nodig hebt om van te leven.
A
BBP/hoofd
B
Welvaart
C
Armoedegrens
D
Welzijn

Slide 8 - Quiz

Om het welvaart van een land te meten kijken we naar de volgende manieren (zie 4.2).
1.
2.
3.
.
.
.
bbp/hoofd
welzijn
verdeling beroepsbevolking
Levensverwachting
koopkracht
alfabetiseringsgraad

Slide 9 - Drag question

Welvaart berekenen we o.a. met het bbp/hoofd.
Wat is hier een nadeel van?

Slide 10 - Open question

Welke sector van economische activiteit?
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair
D
Informeel

Slide 11 - Quiz

Een bol wol is een voorbeeld van een...?
A
Grondstof
B
Halffabricaat
C
Eindproduct
D
globalisering

Slide 12 - Quiz

Welke driedeling kun je maken als je de wereld indeelt naar ontwikkelingsgraad?

Slide 13 - Open question

Hoe ontwikkeld een land is, kun je vaak weten door te kijken naar de beroepsbevolking. Wat voor soort werk doen de mensen?
Centrum
Periferie
Semi-periferie
Tertiaire sector
Secundaire sector
Primaire sector

Slide 14 - Drag question

Grondstof
Halffabricant
Eindproduct
Periferie
Semi-Periferie
Centrum

Slide 15 - Drag question

Welke driedeling kun je maken als je de wereld indeelt naar ontwikkelingsgraad?
A
arm-gemiddeld-rijk
B
koplopers-volgers-achterblijvers
C
centrum-semiperiferie-periferie
D
centrumlanden - BRIC's -landenontwikkelingslanden

Slide 16 - Quiz

Welk van de onderstaande antwoorden hoort niet bij welzijn?
A
BBP of BNP per hoofd
B
Levensverwachting
C
Alfabetisme
D
Gezondheidszorg

Slide 17 - Quiz

Mensen in de beroepsbevolking kunnen in verschillende officiële sectoren werken.
Welke hoort er niet bij?
A
Industrie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Scharreleconomie

Slide 18 - Quiz

Welke bewering over het BNP/BBP per hoofd klopt?
A
In arme landen hebben mensen een hoog BBP per hoofd
B
In Nederland heeft de gemiddelde inwoners een laag BBP per hoofd
C
In Duitsland werken veel mensen in de diensten en is het BBP per hoofd hoog
D
In het continent Afrika zijn geen landen met een hoog BBP per hoofd

Slide 19 - Quiz

De BRICS-landen zijn landen die steeds meer welvaart krijgen en zich ontwikkelen. Tot welke groep landen kun je deze rekenen?

Slide 20 - Open question

Waarom is onderwijs zo belangrijk om de welvaart te laten toenemen?

Slide 21 - Open question

Een ander woord voor een arm land is....?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Periferie
B
Centrum
C
Koploper
D
Ontwikkelingsland

Slide 22 - Quiz

De welvaart in dit land is...
A
Afgenomen
B
Gelijk gebleven
C
Toegenomen

Slide 23 - Quiz

Centrum
Semiperiferie
Periferie

Slide 24 - Drag question


A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid
C
Geen van beide

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Welk soort ongelijkheid?
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid
C
Geen van beide

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Welke soort ongelijkheid?
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid
C
Geen van beide

Slide 29 - Quiz

De wereld krimpt

Globalisering betekent....
A
Dat landen makkelijker kunnen handelen door open grenzen.
B
Dat veel gebieden toegang hebben tot internet
C
Dat gebieden meer verbonden raken
D
Dat veel gebieden belangrijk zijn in economie

Slide 30 - Quiz

Laatste vraag!

Slide 31 - Slide

Hieronder staan een aantal oorzaken en gevolgen van globalisering door elkaar. Plaats ze in de juiste kolom
Oorzaak
Gevolg
De wereld 'krimpt'
De welvaart neemt toe in de wereld
Handelsgrenzen tussen landen verdwijnen steeds meer
Transport wordt steeds goedkoper

Slide 32 - Drag question