mein Stundenplan

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Heute werden wir

die Hausaufgaben besprechen

ein wenig wiederholen

den Wortschatz rundum den Stundenplan lernen (inkl. Wochentage)

onderwerp

Het klaslokaal is heel groot.

Morgen krijgen wij het rapport.

Mevrouw, wanneer krijgen wij het proefwerk terug?

lijdend voorwerp

Mijn broer heeft nooit een gum mee.

Onze leraar kan de vraag goed verklaren.

De leerling vindt de les moeilijk.

Hoe ging die ook alweer?
Ik heb een broer. Ik heb een zus. Ik heb een huis. Ik heb geen broer en zus. Ik ga elke dag naar school.
Schrijf op.

Merke dir / onthoud

Ich habe einen Bruder.

Ich habe eine Schwester.

Ich habe ein Haus.

Ich habe keine Geschwister.

Ich gehe jeden Tag in die Schule.

Übersetzungssätze

Het klaslokaal is heel groot. - Das Klassenzimmer ist sehr groß.

Morgen krijgen wij het rapport. - Morgen bekommen wir das Zeugnis.

Mevrouw, wanneer krijgen wij het proefwerk terug?

Frau Tiemersma, wann bekommen wir die Klassenarbeit/den Test zurück?

Mijn broer heeft nooit een gum mee. - Mein Bruder hat nie einen Radiergummi mit.

Onze leraar kan de vraag goed verklaren. - Unser Lehrer kann die Frage gut erklären.

De leerling vindt de les moeilijk. - Der Schüler findet die Stunde/den Unterricht schwierig.

Herhaling: Bij de Akkusativ (4e) komt er alleen dan een "einen" of "den" wanneer het....zijn.

1. mannelijke woorden
2. vrouwelijke woorden
3. onzijdige woorden
4. woorden in de meervoud

Hast du .... (een) Radiergummi?
Heb jij een gum voor mij?

Der Lehrer kann ... (de) Hausaufgaben gut erklären.

Hast du .... (een) Stift für mich?
Heb jij een pen voor mij?

... Lehrer kann gut erklären.

mein Stundenplan

siehe PPP