Week 2: werkwoordspelling & schrijven

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Week 3
Inhoud van deze les:

Werkwoordspelling + oefeningen
e-mail beoordelen 

Slide 2 - Slide

Werkwoordspelling
In het filmpje op de volgende dia wordt uitgelegd hoe je alle werkwoorden foutloos kunt spellen. Bekijk het, en pauzeer de video als je de lesstof even wilt laten bezinken. Je kunt natuurlijk ook terugscrollen om een bepaald deel nóg eens te beluisteren. Waarom werkwoordspelling? 
1. Het is een belangrijk onderdeel van schrijven. 
2. Het staat knullig als je een zakelijke tekst schrijft waar spelfouten instaan. 3. Met de spellingcorrector kun je niet alle werkwoordsfouten traceren. 
4. Het schrijfexamen in leerjaar 3 bestaat voor 1/3 deel uit werkwoordspelling.

Slide 3 - Slide

Werkwoordspelling
Na afloop van het bekijken van het filmpje volgen er wat oefeningen ter verwerking van de lesstof. Succes!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat is de persoonsvorm?
Die politicus heeft dat vaker beweerd.
A
heeft
B
beweerd

Slide 6 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
Gelukkig hebben de kinderen lekker kunnen spelen.
A
hebben
B
kunnen
C
spelen

Slide 7 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
Tom gaat drie keer in de week sporten in de brandende zon.
A
gaat
B
sporten
C
brandende

Slide 8 - Quiz

Waar heeft hij die kapotte auto gehuurd?

Tot welke werkwoordsoort behoort het woord 'kapotte'?


A
infinitief (hele werkwoord)
B
persoonsvorm
C
voltooid deelwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quiz

Wij weten niet of daar nog wat gebeurt.

Tot welke werkwoordsoort behoort het woord 'gebeurt'?
A
infinitief
B
persoonsvorm
C
voltooid deelwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quiz

Heb jij al gehoord wie hij tot zijn assistent heeft benoemd?

Tot welke werkwoordsoort behoort het woord 'benoemd'?
A
infinitief
B
persoonsvorm
C
voltooid deelwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Quiz

Oefentoets werkwoordspelling
Klik op de link om naar de oefentoets te gaan. Je vult steeds de juiste vorm van het werkwoord in dat tussen haakjes staat. Gebruik de tips van het instructiefilmpje dat je zojuist hebt bekeken. Succes!

Slide 12 - Slide

Zakelijk schrijven
Pak je e-mail erbij en vraag feedback aan een andere student. Werk in tweetallen. 
Let op:
- spelling
- formeel taalgebruik
- inleiding, kern en slot
- conventies zakelijk schrijven (aanhef, afsluiting enz.) 

Slide 13 - Slide

Huiswerk 12 oktober
Maken studiemeter: 
alle onderdelen werkwoordspellinginclusief toets.
(let op: cijfer wordt genoteerd) 

Slide 14 - Slide