M2 s = v x t

voorbeeld
Mauro weegt 20 000 gram hoe hard trekt de zwaartekracht aan Mauro?
1 gegeven                m = 20000g = 20 kg
2 gevraagd                                        Fz = ? N
3 formule                                     Fz = m x 10
4 berekening            Fz = 20 x 10 = 200 N
5 antwoord        zwaartekracht is 200 N

1 / 38
next
Slide 1: Slide
NaskMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

voorbeeld
Mauro weegt 20 000 gram hoe hard trekt de zwaartekracht aan Mauro?
1 gegeven                m = 20000g = 20 kg
2 gevraagd                                        Fz = ? N
3 formule                                     Fz = m x 10
4 berekening            Fz = 20 x 10 = 200 N
5 antwoord        zwaartekracht is 200 N

Slide 1 - Slide

Aan de 2 uiteinden van een lange staaf ijzer staat iemand. De ene persoon geeft met een grote hamer een klap op de staaf 0,2 seconde later hoort de persoon aan de andere de klap. Hoelang is de ijzeren staaf.

Slide 2 - Open question

5 min pauze
timer
5:00

Slide 3 - Slide

berekeningen blad
bereken eerst de 10 sommen aan met het 5 stappen plan.
bereken daarna de 20 eenheden om.

klaar?
schrijf alle vragen op die je nog hebt.
daarna mag je iets voor jezelf doen.

Slide 4 - Slide

Welkom!

Slide 5 - Slide

op tafel
-boek
-pen/potlood
-laptop

Slide 6 - Slide

planning van de les
- Cijfers T1 M1
- Bijles metriek stelsel start donderdag 28 november
- Uitleg over de laatste formule
- Oefenen in lessonUp
- Oefenen met opgaven

Slide 7 - Slide

Snelheid
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 8 - Quiz

Wat is de eenheid van de gemiddelde snelheid
A
h/km
B
s/m
C
m/s
D
g/cm

Slide 9 - Quiz

Wat betekent gemiddelde snelheid?
A
Dat het de werkelijke snelheid is op het moment zelf.
B
Een snelheid die is berekend over een bepaalde afstand en tijd.
C
De snelheid die je hebt op het midden van de afstand

Slide 10 - Quiz

De formule van snelheid
Neem onderstaande tabel over in je schrift en vul 'm verder in.
grootheid
symbool
eenheid
symbool
snelheid 
afstand 
tijd 

Slide 11 - Slide

de laatste formule
s = v x t

grootheid
symbool
eenheid
symbool
snelheid 
v
meter per seconde
m/s
afstand 
s
meter
m
tijd 
t
seconde
s

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Snelheid
Snelheid berekenen
Aan het einde van deze les kun je: 
  • Uitleggen wat constante snelheid is
  • Snelheden omrekenen van m/s naar km/h en andersom
  • Snelheid berekenen met een formule

Slide 14 - Slide

Snelheid
Constante snelheid
  • Bij constante snelheid is snelheid op elk moment even groot

Slide 15 - Slide

Snelheid berekenen
Eenheden voor snelheid
  • In verkeer eenheid km/h
  • In natuurkunde eenheid m/s
Blz. 170

Slide 16 - Slide

Hoeveel is 10 m/s in km/h?

Slide 17 - Mind map

Hoeveel is 72 km/h in m/s?

Slide 18 - Mind map

Snelheid berekenen
Gemiddelde snelheid berekenen
  • In verkeer eenheid km/h
  • In natuurkunde eenheid m/s

Slide 19 - Slide

Rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken 
zijn gemiddelde snelheid

Slide 20 - Slide

Rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken
zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven:

Slide 21 - Slide

Rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven: s (afstand) = 100 mtijd = 10,8 s
 

Slide 22 - Slide

Rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven: s = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: 

Slide 23 - Slide

Rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven: s = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: v (gemiddelde snelheid) = ?

Slide 24 - Slide

Rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven: afstand = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: v = ?
Formule: 

Slide 25 - Slide

Rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven: afstand = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: v = ?
Formule: v (gemiddelde snelheid) = s (afstand) : t (tijd)

Slide 26 - Slide

Rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven: afstand = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: v= ?
Formule: v = s : t
Berekening:

Slide 27 - Slide

Rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven: afstand = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: v = ?
Formule: v = s : t
Berekening: v = 100 : 10,8 = 9,3 

Slide 28 - Slide

Rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.
Gegeven: afstand = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: v = ?
Formule: v (gemiddelde snelheid) = s (afstand) : t (tijd)
Berekening: v = 100 : 10,8 = 9,3 
Antwoord:

Slide 29 - Slide

Rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.
Gegeven: afstand = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: gemiddelde snelheid = ?
Formule: v = s : t
Berekening: v = 100 : 10,8 = 9,3 
Antwoord: v = 9,3 m/s

Slide 30 - Slide



Zet de juiste grootheden en eenheden bij elkaar.
m/s
s
m
v
s
t

Slide 31 - Drag question

Zet de juiste grootheden en eenheden bij het symbool
Grootheid
Eenheid
Symbool
s
v
t
m
m/s
s
Afstand
Snelheid
Tijd

Slide 32 - Drag question

Het symbool van snelheid is ........ en de eenheid van snelheid is......... .

A
v en m/s
B
t en sec
C
s en m
D
V en m

Slide 33 - Quiz

Aan de slag!
Wat? Lees blz. 5 t/m 7
           Maak de opdrachten 1 t/m 7
Hoe? Werk zelfstandig  
Tijd? Tot einde les
Hulp? Probeer het samen op te lossen. Lukt het niet? Vraag dan de docent
Resultaat? Je kunt uitleggen wat snelheid is en snelheid berekenen met een formule

timer
20:00

Slide 34 - Slide

Huiswerk
Wat? 
Leer de formule van snelheid met de grootheden en eenheden
Leer de stappen van het stappenplan
Maak de opdrachten 1 t/m 7
Voor wanneer? 
Dinsdag 26 november het 4e uur

Slide 35 - Slide

Aan de slag!
Wat? Maak de opdrachten die klaar staan in de online planning
Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
Tijd? Tot einde les
Hulp? Probeer het samen op te lossen. Lukt het niet? Vraag dan de docent
Resultaat? Je kunt uitleggen wat snelheid is en snelheid berekenen met een formule
Klaar? Maak de extra opdrachten van je boarding pass
timer
20:00

Slide 36 - Slide

In welk level wil je opdrachten maken?
Level  
Newton
Level 
Curie

Slide 37 - Slide

Lever je boardingpass in
Af voor de volgende les: Paragraaf 4.1 opdracht 4.1 opdracht 1 t/m 5 en 8 t/m 12 (online) 

Slide 38 - Slide