4.1-2 + 4.2-1

1 / 41
next
Slide 1: Slide
NaskMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesplanning
Boardingpass terug
10 min
Terugblik LessonUp
5 min
Uitleg 4.1 deel 2 + 4.2 deel 1
10 min
Oefenen met LessonUp
10 min
Groepjes kiezen
5 min
Maken opdrachten 
25 min
Inleveren boardingpass 
5 min

Slide 2 - Slide

H4 Beweging

Slide 3 - Slide

Boardingpass terugkrijgen
  • Bekijk je stempelkaart goed
  • Beantwoord de volgende vragen op de achterkant: 
1. Ben je tevreden met je resultaat? Waarom wel/niet?
2. Vind je het leuk om te werken met stempelkaart? Waarom wel/niet?
3. Wil je vandaag een level omhoog of omlaag? Waarom wel/niet?
4. Heb je ook hoog genoeg gescoord om een level omhoog te gaan?
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Betekenis symbolen
Bliksem = Alles goed

Fiets = Bijna goed, nog even doorfietsen

Raket = Vlieg door naar een hoger level

Zon = Leerdoel behaald

Slide 5 - Slide

Snelheid
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 6 - Quiz

Wat is de eenheid van de gemiddelde snelheid
A
h/km
B
s/m
C
m/s
D
g/cm

Slide 7 - Quiz

Wat betekent gemiddelde snelheid?
A
Dat het de werkelijke snelheid is op het moment zelf.
B
Een snelheid die is berekend over een bepaalde afstand en tijd.
C
De snelheid die je hebt op het midden van de afstand

Slide 8 - Quiz

Lesdoelen:
Aan het eind van deze les kun je:
  • De snelheid berekenen met een formule

  • De eenheden van snelheid opnoemen 
  • De snelheid berekenen met een formule

  •  De eenheden van snelheid opnoemen

  • Wat het verband is tussen snelheid, afstand en tijd
  • De snelheid bereken met een formule

  • De eenheden van snelheid opnoemen

  • Het verschil tussen gemiddelde snelheid en snelheid op tijdstip opnoemen

Slide 9 - Slide

Vraagje:
Wie gaat er snelst? 
A, B, C, D of E?

Slide 10 - Slide

A is het snelst. Zie je aan de meest steile grafiek. 

Legt in dezelfde tijd de grootste afstand af. 

Slide 11 - Slide

1. Constante snelheid

"Bij een constante snelheid is de snelheid op elk moment even groot "

Slide 12 - Slide

Constante snelheid
  • Als de roltrap beweegt, constante snelheid. 
  • De trap gaat niet harder of zachter.
  • De gemiddelde snelheid is hetzelfde als de constante snelheid

Slide 13 - Slide

Constante snelheid
tijd (s)
afstand (m)
0
0
1
2
2
4
3
6

Slide 14 - Slide

Eenheden van snelheid
In de natuurkunde rekenen we vaak met snelheid in m/s.
In het verkeer hebben we het vaak over snelheid in km/h.



Slide 15 - Slide

Hoe reken je deze om:
Hoeveel is 10 m/s in km/h?

trucje: vermenigvuldig met 3,6!

10 m/s x 3,6 = 36 km/h 

Slide 16 - Slide

Hoe reken je deze om:
Hoeveel is 72 km/h in m/s?

trucje: delen met 3,6!

72 km/h : 3,6 = 20 m/s 

Slide 17 - Slide

eenheden van snelheid

Slide 18 - Slide

De formule:
Snelheid berekenen met de volgende formule:





dus dit betekent: afstand delen door tijd geeft snelheid. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid

Slide 21 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven:

Slide 22 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven: afstand = 100 mtijd = 10,8 s
 

Slide 23 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven: afstand = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: 

Slide 24 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven: afstand = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: gemiddelde snelheid = ?

Slide 25 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven: afstand = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: gemiddelde snelheid = ?
Formule: 

Slide 26 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven: afstand = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: gemiddelde snelheid = ?
Formule: gemiddelde snelheid = afstand : tijd

Slide 27 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven: afstand = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: gemiddelde snelheid = ?
Formule: gemiddelde snelheid = afstand : tijd
Berekening:

Slide 28 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.

Gegeven: afstand = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: gemiddelde snelheid = ?
Formule: gemiddelde snelheid = afstand : tijd
Berekening: gemiddelde snelheid = 100 : 10,8 = 9,3 

Slide 29 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.
Gegeven: afstand = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: gemiddelde snelheid = ?
Formule: gemiddelde snelheid = afstand : tijd
Berekening: gemiddelde snelheid = 100 : 10,8 = 9,3 
Antwoord:

Slide 30 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Een atleet loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid.
Gegeven: afstand = 100 mtijd = 10,8 s
Gevraagd: gemiddelde snelheid = ?
Formule: gemiddelde snelheid = afstand : tijd
Berekening: gemiddelde snelheid = 100 : 10,8 = 9,3 
Antwoord: gemiddelde snelheid = 9,3 m/s

Slide 31 - Slide

Wat is de formule van de gemiddelde snelheid?

Slide 32 - Open question

Tijdens een schaatswedstrijd schaatst Sven een ronde van 400 meter in 29,8 seconde. Bereken de gemiddelde snelheid

Slide 33 - Open question

Tijdens een schaatswedstrijd schaatst Sven een ronde van 5 km in 400 seconde. Bereken de gemiddelde snelheid

Slide 34 - Open question

Reken om:
72 km/h = ...... m/s
13,4 m/s = ..... km/h

Slide 35 - Open question

Wat vond je van de uitleg? 
In welk level wil je opdrachten maken?
Level  
Newton
Level 
Curie
Level  
Einstein

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Oranje pas 
Gele pas 

Slide 38 - Slide

Aan de slag:
Wat? Maak de opdrachten die op je kaart staan
Hoe? Haal kopie bij docent
Tijd? 25 minuten
Klaar? Maak de 'extra' opdrachten
Wat? Maak de opdrachten die op je kaart staan
Hoe? Boek
Tijd? 25 minuten
Klaar? Maak de 'extra' opdrachten


timer
25:00
Wat? Maak de opdrachten die op je kaart staan
Hoe? Haal kopie bij docent
Tijd? 25 minuten
Klaar? Maak de 'extra' opdrachten

Slide 39 - Slide

Lever je boardingpass in bij de docent

Slide 40 - Slide

Wat vond je fijner:
Online opdrachten of op papier?
Online
Papier

Slide 41 - Poll