This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Buenos días
Capítulo 1 "Adiós a las vacaciones"
Hemos aprendido:
Información sobre Valencia;
Vocabulario sobre las vacaciones;
El present perfecto.
Slide 1 - Slide
En esta clase:
Huiswerk nakijken;
Klemtoon leren
Woordenschat oefenen;
Presente perfecto oefenen.
Slide 2 - Slide
Libro de texto: Bron C "En el camping o en el hotel?
Boeken bij je.
Slide 3 - Slide
waar denk je dat deze tekst over gaat?
A
favoriete bezigheden tijdens de vakantie.
B
Waar je het liefst overnacht
C
Over bijbaantjes op een camping of in een hotel.
Slide 4 - Quiz
Opdracht 9b: wat is de voorkeur van de jongeren? Camping:... Hotel: .... Casa:...
Slide 5 - Open question
1) Waar is Laura dit jaar op vakantie geweest? 2) Schrijf twee dingen op die Laura niet leuk vindt aan kamperen.
Slide 6 - Open question
3) Waar in Italië is Belén geweest? 4) Ze heeft in één tent met haar vriendin Raquel geslapen. Vond ze het leuk? Waarom? 4b) Wat heeft ze gedaan in de vakantie? (extra vraag :)
Slide 7 - Open question
5) Mónica is deze zomer twee/ drie weken in Marbella geweest. 6)De ouders van Victor houden heel erg van Italiaanse steden / stranden. 7) Victor vindt Kathedralen en kerken bezoeken erg leuk / saai.
Slide 8 - Open question
De Klemtoon.
Tekstboek blzd. 75: De klemtoon en accenten.
Kijk en luister goed naar het uitleg filmpje over de Klemtoon.
Maak aantekeningen: regel voor de klemtoon.
Na het filmpje gaan we oefenen: werkboek blz. 11.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Opdracht 8c:
(abrir página de PA)
1) Luister naar de uitspraak van de woorden. Onderstreep de lettergreep waar de klemtoon ligt.
2) We gaan het daarna controleren.
Slide 11 - Slide
Waar ligt de klemtoon bij Spaanse woorden? Schrijf de regel op.
Slide 12 - Open question
Waar valt de klemtoon? "música"
A
op de laatste lettergreep.
B
op de een - na- laatste lettergreep.
C
op de lettergreep met een accent.
Slide 13 - Quiz
Waar valt de klemtoon? "profesora"
A
op de laatste lettergreep.
B
op de een - na- laatste lettergreep.
C
op de lettergreep met een accent.
Slide 14 - Quiz
Waar valt de klemtoon? "edificio"
A
op de laatste lettergreep.
B
op de een - na- laatste lettergreep.
C
op de lettergreep met een accent.
Slide 15 - Quiz
Waar valt de klemtoon? "vacaciones"
A
op de laatste lettergreep.
B
op de een - na- laatste lettergreep.
C
op de lettergreep met een accent.
Slide 16 - Quiz
Waar valt de klemtoon? "vacaciones"
A
op de laatste lettergreep.
B
op de een - na- laatste lettergreep.
C
op de lettergreep met een accent.
Slide 17 - Quiz
Waar valt de klemtoon? "vacaciones"
A
op de laatste lettergreep.
B
op de een - na- laatste lettergreep.
C
op de lettergreep met een accent.
Slide 18 - Quiz
Waar valt de klemtoon? "vacaciones"
A
op de laatste lettergreep.
B
op de een - na- laatste lettergreep.
C
op de lettergreep met een accent.
Slide 19 - Quiz
Waar valt de klemtoon? "vacaciones"
A
op de laatste lettergreep.
B
op de een - na- laatste lettergreep.
C
op de lettergreep met een accent.
Slide 20 - Quiz
Waar valt de klemtoon? "vacaciones"
A
op de laatste lettergreep.
B
op de een - na- laatste lettergreep.
C
op de lettergreep met een accent.
Slide 21 - Quiz
Waar valt de klemtoon? "vacaciones"
A
op de laatste lettergreep.
B
op de een - na- laatste lettergreep.
C
op de lettergreep met een accent.
Slide 22 - Quiz
Waar valt de klemtoon? "vacaciones"
A
op de laatste lettergreep.
B
op de een - na- laatste lettergreep.
C
op de lettergreep met een accent.
Slide 23 - Quiz
Presente perfecto
Maak de opdrachten in Wordwall: https://wordwall.net/play/9994/996/191
Slide 24 - Slide
Opdracht 15 b (blz. 18)
Gesprekjes voeren. Zet het werkwoord tussen haakjes in de presente perfecto.
bijvoorbeeld: hacer, tú --> has hecho
(abrir la rueda de w.w.)
Slide 25 - Slide
Deze woorden heb ik vandaag geleerd
Slide 26 - Mind map
Ik ken de vervoeging van het Presente perfecto (v.t.t.).
A
B
C
D
Slide 27 - Quiz
Deberes miércoles 3 de febrero.
Zelfstandig werken:
Woorden Bron A-B-C leren.
Frases Clave bron E leren: opdrachten 16a, c, d (vertaal de zinnen tussen haakjes, gesprek voorbereiden); 18: schrijf een ansichtkaart.