- Neem je boek, schrift en pen voor je
This lesson contains 13 slides, with text slides.
- Neem je boek, schrift en pen voor je
10.20 - 10.30 - Klem - Mel Wallis de Vries
10.30 - 10.35 - Wat weet je nog?
10.35 - 10.45 - Huiswerk bespreken (opdracht 3 en 4)
10.45 - 10.55 - Uitleg trappen van vergelijking
10.55 - 11.00 - Zelfstandig werken
11.00 - 11.05 - Pauze
11.05 - 11.20 - Toets terug + bespreken
11.20 - 11.40 - Zelfstandig werken
11.40 - 11.45 - Lesafsluiting
Voorzetsels
Een voorzetsel geeft vaak een plaats, tijd of rede/oorzaak aan. (Tijdens het feest, op de fiets)
Hoeveel voorzetsels kan jij opschrijven in twee minuten?
Wat? Opdracht 3 en 4 blz. 151
Hoe? Je verbetert het antwoord door te corrigeren met een andere kleur
- Stellende trap: hard
- Vergrotende trap: harder
- Overtreffende trap: hardst
(een woord dat eindigt op -st krijgt geen -st maar komt meest voor te staan; meest woest)
Hij is even oud als ik (ben). Hij is ouder dan ik (ben).
Gerda's broer gaat vaker naar een wedstrijd dan/als haar/zij.
Ik ben sinds gisteren ouder dan/als jij/jou.
Jip geeft veel meer geld uit aan games dan/als jij/jou.
Wat? Opdracht 1 t/m 3 en 5 en 6 (blz. 152 en 153)
Hoe? Je werkt in stilte, overleggen doe je op fluisterniveau!
Klaar? Ga verder met spelling blz. 154 en 155
Vraag? Steek je hand omhoog, dan kom ik bij je.
Uitkomst? Je kan de trappen van vergelijking toepassen + je weet wanneer je als of dan moet gebruiken.
- Je mag even op je telefoon, om 11:05 zijn de telefoons weer weg.
10.20 - 10.30 -
10.30 - 10.40 - Huiswerk bespreken (opdracht 3 en 4)
10.40 - 10.50 - Uitleg trappen van vergelijking
10.50 - 11.00 - Zelfstandig werken
11.00 - 11.05 - Pauze
11.05 - 11.20 - Toets terug + bespreken
11.20 - 11.40 - Zelfstandig werken
11.40 - 11.45 - Lesafsluiting
- Doe mee, wellicht heb ik iets fout gerekend dat wel goed is.
- Tel je punten aan het einde van de bespreking goed na, klopt dit niet? Kom dan na de bespreking bij me.
- Idem voor een vraag over je antwoord, kom na de bespreking bij me.
Wat? Opdracht 1 t/m 3 en 5 en 6 (blz. 152 en 153)
Hoe? Je werkt in stilte, overleggen doe je op fluisterniveau!
Klaar? Ga verder met spelling blz. 154 en 155
Vraag? Steek je hand omhoog, dan kom ik bij je.
Uitkomst? Je kan de trappen van vergelijking toepassen + je weet wanneer je als of dan moet gebruiken.
- De trappen van vergelijking zijn
1.
2.
3.
En je schrijft dan ik als...
En je schrijft als ik als....
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.