Je kunt berekeningen maken met het verband tussen geluidssterkte en het aantal geluidsbronnen
Langs een drukke snelweg moet een woonwijk worden aangelegd. Aan de rand van de geplande woonwijk, op 25 m afstand van de weg, wordt een geluidssterkte gemeten van 68 dB. Volgens de wet mag de geluidssterkte bij de woningen aan de rand van de woonwijk niet hoger zijn dan 53 dB.
Bereken hoe groot de minimale afstand tussen de woonwijk en de verkeersweg volgens de wet moet zijn.
Slide 9 - Slide
Je kunt berekeningen maken met het verband tussen geluidssterkte en het aantal geluidsbronnen
Bereken hoe groot de minimale afstand tussen de woonwijk en de verkeersweg volgens de wet moet zijn.
Antwoord:
Geluidsbron is lineaire
Dus: afstand x 2 = -3 dB
25 m = 68 dB
50 m = 65 dB
100 m = 62 dB
200 m = 59 dB
400 m = 56 dB 800 m = 53 dB
Langs een drukke snelweg moet een woonwijk worden aangelegd. Aan de rand van de geplande woonwijk, op 25 m afstand van de weg, wordt een geluidssterkte gemeten van 68 dB. Volgens de wet mag de geluidssterkte bij de woningen aan de rand van de woonwijk niet hoger zijn dan 53 dB.
Zelfstandig: Maken H8.4 Opdracht 1 t/m 10 (20 min)
Slide 12 - Slide
Uitwerkingen
Ivo hoort een leerling praten.
De leerling staat 1865 meter bij Ivo vandaan.
Het geluid doet er 5 seconde over om Ivo te bereiken.
Bereken de snelheid van het geluid.
1
2
3
s = 1865 m
t= 5 s
v = ... m/s
v = s/t
v = s/t
v = 1865 : 5 = 373 m/s
2,74 km
Slide 13 - Slide
Uitwerkingen
Ivo hoort een leerling praten.
De leerling staat 1865 meter bij Ivo vandaan.
Het geluid doet er 5 seconde over om Ivo te bereiken.
Bereken de snelheid van het geluid.
1
2
3
s = 1865 m
t= 5 s
v = ... m/s
v = s/t
v = s/t
v = 1865 : 5 = 373 m/s
2,74 km
Slide 14 - Slide
Uitwerkingen
Het onweert in de verte. Talya ziet een bliksemflits. Acht seconden later hoort ze het geluid (v=343 m/s) van de donder.
Bereken hoe ver het onweer van Talya verwijderd is.
Geef je antwoord in kilometers.
1
2
3
t = 8 s
v = 343 m/s
s = ... km
v = s/t
dus: s = v x t
s = v x t = 343 x 8 =
s = 2744 m
s = 2744 : 1000 = 2,74 km
Slide 15 - Slide
Uitwerkingen
Het onweert in de verte. Talya ziet een bliksemflits. Acht seconden later hoort ze het geluid (v=343 m/s) van de donder.
Bereken hoe ver het onweer van Talya verwijderd is.
Geef je antwoord in kilometers.
1
2
3
t = 8 s
v = 343 m/s
s = ... km
v = s/t
dus: s = v x t
s = v x t = 343 x 8 =
s = 2744 m
s = 2744 : 1000 = 2,74 km
Slide 16 - Slide
Uitwerkingen
Sjors roept zijn naam in een 42 m diepe put en hoort even later de echo. De snelheid van geluid in lucht is 336 m/s.
Bereken na hoeveel tijd Sjors de echo van zijn naam hoort.
1
2
3
t= ... s
v = s:t
dus t=s:v
s = 42 x 2 = 84 m (want het is een echo, geluid gaat heen en terug)
t = 84/336 =
t = 0,25 s
s=15 km = 15 x 1000 = 15000 m
t=15000:11082,5 = 1,35 s74 km
s = 42 m
v = 336 m/s
Slide 17 - Slide
Uitwerkingen
Sjors roept zijn naam in een 42 m diepe put en hoort even later de echo. De snelheid van geluid in lucht is 336 m/s.
Bereken na hoeveel tijd Sjors de echo van zijn naam hoort.
1
2
3
t= ... s
v = s:t
dus t=s:v
s = 42 x 2 = 84 m (want het is een echo, geluid gaat heen en terug)
t = 84/336 =
t = 0,25 s
s=15 km = 15 x 1000 = 15000 m
t=15000:11082,5 = 1,35 s74 km
s = 42 m
v = 336 m/s
Slide 18 - Slide
Uitwerkingen
Met behulp van een sonarsysteem is op een bepaalde plaats de diepte van de zee gemeten. Vanuit Z is een kort geluidssignaal uitgezonden, waarvan de echo na enige tijd is ontvangen. De geluidssnelheid in zeewater is 1500 m/s en de gemeten diepte is 2250 m. Bereken hoelang het geluidssignaal onderweg is geweest.
1
2
3
t = ... s
v = s:t
dus t = s:v
t = 4500 : 1500
t = 3,0 s
s=15 km = 15 x 1000 = 15000 m
t=15000:11082,5 = 1,35 s74 km
s = 2250 m x 2= 4500 m (heen en terug)
v = 1500 m/s
v = s:t3 = 6:2
t = s:v2 = 6:3
Slide 19 - Slide
Uitwerkingen
Met behulp van een sonarsysteem is op een bepaalde plaats de diepte van de zee gemeten. Vanuit Z is een kort geluidssignaal uitgezonden, waarvan de echo na enige tijd is ontvangen. De geluidssnelheid in zeewater is 1500 m/s en de gemeten diepte is 2250 m. Bereken hoelang het geluidssignaal onderweg is geweest.
1
2
3
t = ... s
v = s:t
dus t = s:v
t = 4500 : 1500
t = 3,0 s
s=15 km = 15 x 1000 = 15000 m
t=15000:11082,5 = 1,35 s74 km
s = 2250 m x 2= 4500 m (heen en terug)
v = 1500 m/s
v = s:t3 = 6:2
t = s:v2 = 6:3
Slide 20 - Slide
Uitwerkingen
Een gebouw heeft betonnen muren van 60 cm dik.
Ivo zit op 3,0 m van de muur. Aan de buitenkant klopt iemand tegen de muur.
Bereken hoelang het duurt voordat Ivo het kloppen op de deur hoort.