Vreuls - H3 - H2 en H4 Quizz

Stof h2 en h4
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMBOStudiejaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Stof h2 en h4

Slide 1 - Slide

loon, winst, pacht, huur en rente zijn...
A
Inkomens uit bezit
B
Secundaire inkomens
C
Primaire inkomens
D
Inkomens uit overdracht

Slide 2 - Quiz

Een doelgroep is een groep mensen die iets
A
verkoopt
B
koopt
C
maakt
D
uitvindt

Slide 3 - Quiz

Welke van de volgende is primair inkomen?
A
Bijstandsuitkering
B
Zorgtoeslag
C
Studiebeurs
D
Winst uit eigen bedrijf

Slide 4 - Quiz

Wat valt onder overdachtinkomens?
A
Loon van een werknemer
B
Winst uit onderneming
C
Een uitkering van de overheid
D
Rente op spaargeld

Slide 5 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een primair inkomen?
A
Huurinkomsten
B
Een erfenis
C
Een gift van een vriend
D
Salaris van een werknemer

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste beloning per productiefactor
H3.1
Natuur
Arbeid
Kapitaal
Onderne- merschap
Loon
Huur
Pacht
Winst
Rente

Slide 7 - Drag question

Wat is een Lorenzcurve?
A
Een diagram voor temperatuurmetingen
B
Een soort tabel voor gegevensanalyse
C
Een grafiek van inkomensverdeling
D
Een wiskundige formule

Slide 8 - Quiz

Wat toont de Lorenzcurve?
A
Ongelijkheid in inkomensverdeling
B
De groei van de bevolking
C
De totale opbrengst van een bedrijf
D
De stijging van prijzen

Slide 9 - Quiz

Hoe maak je een Lorenzcurve?
A
Met cumulatieve frequentietabellen
B
Door middel van staafdiagrammen
C
Via een spreadsheet zonder data
D
Met cirkeldiagrammen

Slide 10 - Quiz

Welk getal hoort op
de plaats van het "?"
?

Slide 11 - Open question

De rijkst 25% hebben
...??.... van het totale
inkomen van een land
H1.2
A
10%
B
25%
C
47%
D
53%

Slide 12 - Quiz

Zet in de juiste volgorde
H3.2
-
-
Omzet
Inkoopwaarde
Nettowinst
Brutowinst
Bedrijfskosten

Slide 13 - Drag question

Wat is de brutowinst als de omzet €500 is en de inkoopwaarde €300?
A
€200
B
€300
C
€400
D
€100

Slide 14 - Quiz

Wat is de nettowinstmarge als de nettowinst €80 is en de omzet €400?
A
25%
B
15%
C
10%
D
20%

Slide 15 - Quiz

Hoe bereken je de brutowinstmarge?
A
Brutowinst / Omzet x 100
B
Bedrijfskosten / Brutowinst x 100
C
Nettowinst / Omzet x 100
D
Inkoopwaarde / Omzet x 100

Slide 16 - Quiz

Wat is de nettowinst als de brutowinst €150 is en de bedrijfskosten €50?
A
€150
B
€100
C
€200
D
€50

Slide 17 - Quiz

Wat is de omzet als de inkoopwaarde €200 is en de brutowinst €100?
A
€100
B
€400
C
€200
D
€300

Slide 18 - Quiz

Wat zijn kansen in een SWOT-analyse?
A
Externe factoren voor groei
B
Interne processen
C
Personeelskwesties
D
Financiële problemen

Slide 19 - Quiz

Wat is een zwakte in SWOT-analyse?
A
Marktpositie
B
Kans op groei
C
Interne tekortkoming van een organisatie
D
Externe bedreiging

Slide 20 - Quiz

Wat staat de S voor in SWOT?
A
Strategie
B
Slechte
C
Sterkte
D
Systeem

Slide 21 - Quiz

Welke 'P' betreft de marketingcommunicatie?
A
Product
B
Personeel
C
Prijs
D
Promotie

Slide 22 - Quiz

Wat houdt de 'P' Plaats in?
A
Prijsstelling
B
Kwaliteit van het product
C
Reclamecampagne
D
Distributie van het product

Slide 23 - Quiz

Er is een actie:
4 halen 3 betalen.
Dit hoort bij..........
A
Promotie
B
Prijs
C
Plaats
D
Product

Slide 24 - Quiz

Wat zijn de 4p's van de marketingmix?
A
Product, Prijs, Plaats, Promotie
B
Personeel, Proces, Plaats, Productie
C
Personeel, Product, Prijs, Productie
D
Product, Prijs, Plaatsing, Promoties

Slide 25 - Quiz