Woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Vandaag

- Uitleg ''Toets bespreken''

- Welke van de vier?

- Theorie: ''Woordbetekenissen vinden (1) blz. 28''

- Aan de slag

Ronde 1

Veel - Genoeg - Hard - Vaak 

Ronde 1

Veel - Genoeg - Hard - Vaak 

Ronde 2

Café - Klaslokaal - Kroeg - Koffiehuis

Ronde 3

Gezamenlijk - Samen - Groep - Alleen

Ronde 4

Immens - Klein - Smal - Kort

Ronde 5

Wereld - Aardbol - Europa - Globe

Theorie: ''Woordbetekenis 1''

Wat doe jij als je een woord in de tekst ziet staan, waarvan jij de betekenis niet weet? 

Theorie: ''Woordbetekenis 1''

(Blz. 28)

Ik zoek een synoniem in de tekst: Woord dat ongeveer hetzelfde betekent.  (Café - kroeg) (Lachen - Vrolijk)

Ik zoek de betekenis in de tekst: Soms staat de betekenis verderop in de tekst of is hij al eerder genoemd.

Theorie: ''Woordbetekenis 1''

(Blz. 28)

Ik zoek naar een voorbeeld in de tekst: Soms staat er een voorbeeld genoemd in de tekst. (Ondiep - Meertje)

Ik zoek in de tekst naar een tegenstelling: Soms staat het tegenovergestelde van jouw woord in de tekst. (Gezamenlijk - alleen) 

Theorie: ''Woordbetekenis 1''

(Blz. 28)

Ik hak het woord in stukjes en zoek een bekend woorddeel:

(Ongemakkelijk = (on betekent niet + gemakkelijk betekent dat iets makkelijk is = niet gemakkelijk)

Aan de slag

Wat? Maken opdracht 1, 2 & 3 (blz.28)

Hoe? Muziek mag, samenwerken op fluistertoon

Hulp? Vraag elkaar en daarna mij

Tijd? +- 15 minuten

Uitkomst? Als je klaar bent, mag je de opdrachten nakijken.

Klaar? Zoek 10 moeilijke woorden, schrijf deze in je schrift met de betekenis.

Vandaag

- Uitleg ''Streepjes''

- Aan de slag

Streepjes

Boek vergeten, schrift vergeten, pennen vergeten, te laat komen, huiswerk niet af? = Streepje

Bij twee streepjes (maakt niet uit welke) kom je een lesuur na :) 

Aan de slag

Wat? Opdrachten t/m 9

Hoe? Muziek mag, overleg in fluistertoon

Hulp? Vraag elkaar, daarna mij

Tijd? +- 60minuten 

Uitkomst? Je kijkt de opdrachten goed na zodat je ze kan leren

Klaar? Kijk de opdrachten goed na, zodat je ze kan leren

Vandaag

- Opstart H2 Woordenschat blz. 52

- Theorie: ''Figuurlijk taalgebruik''

Aan de slag

Woordenschat H1

- Je maakt na H2 een toets over H1 en H2

- Link in magister

Je leert: De groene blokjes theorie + de woordenlijst

Figuurlijk taalgebruik

''In teksten kom je vaak woorden of uitdrukkingen met een figuurlijke betekenis. Dan bedoelt men iets anders dan er staat.

Wij zaten op het terras in hartje Leiden.

We sliepen onder de blote hemel.

Aan de slag

Wat? Maken 1 t/m 3 blz. 52

Hoe? Samenwerken op fluistertoon, muziek mag

Hulp? Vraag elkaar en daarna mij

Tijd? +- 20 minuten

Uitkomst? Je kijkt alle opdrachten na

Klaar? Ga leren met de woordenlijst

Vandaag

Spelletje

Aan de slag 

Spelletje

1. Maak tweetallen

2. Pak per tweetal een pen en papier

3. Ga zo zitten dat niet iedereen je antwoorden over kan nemen

Speluitleg

- Je zoekt als tweetal uitdrukkingen.

- Op het bord komt een woord, welke in de uitdrukking moet staan.

- Je schrijft de uitdrukking met de goede betekenis

- Je werkt op snelheid!

- Heb je een goede uitdrukking met betekenis opgeschreven? Dan roep je ''STOP''

Voorbeeld

Cent

Het is geen rooie cent waard --> Het is niks waard.

Mond

Buiten

Slaap

Nachtje

Klap

Kous

Aan de slag

Wat? Maken tot en met opdracht 7

Hoe? Muziek mag, overleggen op fluistertoon

Hulp? Vraag elkaar en mij

Tijd? +- 15 minuten

Uitkomst? Kijk alle opdrachten goed na

Klaar? Ga leren met de woordenlijst

Toetsvragen

Schrijf de betekenis van...

Welk woord hoort bij de betekenis?...

Vul het juiste woord in de zin?...

Vul het juiste woord in in de zin...

Vandaag

- Indeling blokuur 

- Toets woordenschat

Indeling blokuur

- Eerste lesuur: Leren, overhoren, overlezen OF Fictie A nakijken met nakijkboek, daarna beginnen met fictie B

Pauze

- Tweede lesuur: Leerlingen die de toets nog niet hebben gemaakt, maken de toets. Leerlingen die de toets hebben gemaakt, gaan verder met Fictie A: Problemen

Leren/ Fictie A: Problemen

- Je gaat leren voor de toets ''Woordenschat 1&2''. Je komt niet hoger dan fluistertoon.

Of

- Je gaat verder met Fictie A: Problemen. Als je klaar bent, kijk je na en daarna ga je verder met Fictie B. Je komt niet hoger dan fluistertoon