Woorden 1.3

DOEL
Woorden leren voor je eindexamen
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

DOEL
Woorden leren voor je eindexamen

Slide 1 - Slide

1.3 Woorden
- Het is belangrijk dat je de betekenis van de woorden kent.
- Maar nog belangrijker is, dat je ze kunt toepassen in een zin.
- Hoe wordt dit getoetst?
- Tijdens de toets krijg je enkele zinnen en daar moet jij op de juiste plaats het juiste woord schrijven.

Slide 2 - Slide

1.3 Woorden

Lees de woorden en de juiste betekenis op bladzijde 25 door.


Dat betaalt zich uit, de cultuur, de erkenning, gelijkwaardig, je hart luchten, van huis uit, het instituut, instrueren, de kloof, daar zit 'm de kneep, ontsporen, de pedagoog, psychisch, de statistiek, stimuleren, uniek, worstelen met, verbluffend

Slide 3 - Slide

Welke woorden vind jij lastig?

Slide 4 - Mind map

Welke woord past bij de zin?

'Dat heb je heel knap gedaan!'
A
de kloof
B
ontsporen
C
de erkenning
D
je hart luchten

Slide 5 - Quiz

Welke woord past bij de zin?

'Hier heb ik zo enorm genoeg van'
A
je hart luchten
B
de statistiek
C
verbluffend
D
de erkenning

Slide 6 - Quiz

Welke woord past bij de zin?

'Kom op, nog twee keer dan heb je een tien!'
A
je hart luchten
B
stimuleren
C
verbluffend
D
de erkenning

Slide 7 - Quiz

Welke woord past bij de zin?

'Kom op, nog twee keer dan heb je een tien!'
A
je hart luchten
B
stimuleren
C
verbluffend
D
de erkenning

Slide 8 - Quiz

Welke woord past bij de zin?

'Er is maar 1 schilder net als Van Gogh'
A
de cultuur
B
van huis uit
C
uniek
D
de kloof

Slide 9 - Quiz

1.3 Woorden voor je eindexamen

Lees de woorden en de juiste betekenis op bladzijde 27 door.


aanduiden, de boodschap, citeren, het element, de omschrijving, de passage, er tegenover staan, de uitspraak, voornaamste, weergeven

Slide 10 - Slide

Welke woorden vind jij lastig?

Slide 11 - Mind map

Welke betekenis is juist?

'aanduiden'
A
stukje tekst
B
onder woorden brengen
C
een andere omschrijving geven
D
belangrijkste

Slide 12 - Quiz

Welke betekenis is juist?

'de boodschap'
A
stukje tekst
B
onder woorden brengen
C
belangrijkste
D
bedoeling

Slide 13 - Quiz

Welke betekenis is juist?

'citeren'
A
stukje tekst
B
onder woorden brengen
C
belangrijkste
D
deel van een zin of een hele zin uit een tekst precies overschrijven

Slide 14 - Quiz

Welke betekenis is juist?

'weergeven'
A
onder woorden brengen
B
deel, onderdeel
C
belangrijkste
D
deel van een zin of een hele zin uit een tekst precies overschrijven

Slide 15 - Quiz

Pak nu je leerboek erbij!

Blok 1, woorden, bladzijde 26


Maak opdracht 8 op bladzijde 26 in je schrift.  

Slide 16 - Slide

Woorden oefenen

Via onderstaande link kun je de woordenschatwoorden oefenen op verschillende manieren!

https://quizlet.com/_53hdi9




Slide 17 - Slide

Woorden oefenen

Via onderstaande link kun je de woordenschatwoorden voor je eindexamen oefenen op verschillende manieren!

https://quizlet.com/_53hdt3




Slide 18 - Slide

Wat wist je al?

Slide 19 - Open question

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 20 - Open question

GELEERD?
Woorden voor je eindexamen

Slide 21 - Slide