SO Thema 2 Voortplanting

Voortplanting
SO thema 2
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Voortplanting
SO thema 2

Slide 1 - Slide

Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde:
2
3
4
5
6
7
8

Slide 2 - Drag question



In de puberteit krijgen meisjes borsten. Dat wordt veroorzaakt door een hormoon. Welk orgaan produceert dit hormoon?

Puberteit
A
de baarmoeder
B
de eierstokken
C
de eileiders
D
de hypofyse

Slide 3 - Quiz


Wat is de functie van onderdeel 9?
Voortplantingsorganen van een man
A
vormen zaadcellen
B
vormen zaadvocht
C
vormen sperma
D
zaadcellen opslaan

Slide 4 - Quiz

Testosteron is een belangrijk hormoon in mannen. Wat zijn de doelorganen van testosteron?
A
Alleen de spieren
B
Alleen de teelballen
C
De spieren, teelballen en hypofyse
D
De hypofyse en de teelballen

Slide 5 - Quiz


In de tabel staat het aantal chromosomen per cel bij verschillende soorten organismen.

Hoeveel chromatiden bevat een cel van een kat na de S-fase?


Chromosomen

Slide 6 - Open question



Een muilezel is een kruising tussen een ezel en een paard.
Welk aantal chromosomen verwacht je in de cellen van een muilezel aan te treffen? Leg je antwoord uit.


Chromosomen

Slide 7 - Open question

Een levercel in een paard heeft 64 chromosomen, wat is de juiste formule van een zaadcel van een paard?
Chromosomen
A
2n = 64
B
1n = 64
C
1n = 32
D
2n = 32

Slide 8 - Quiz




Wat is de juiste volgorde van deze fasen?
Celdeling
A
1 – 4 – 5 – 6 – 2 – 3
B
2 – 4 – 1 – 3 – 5 – 6
C
3 – 1 – 4 – 5 – 2 – 6
D
4 – 1 – 5 – 2 – 6 – 3

Slide 9 - Quiz


Bij de vorming van nieuwe cellen kunnen drie processen een rol spelen: 1 meiose I, 2 meiose II en 3 mitose
De rechter afbeelding (B) is een schematische weergave van de chromosomen uit de kern van een cel. De cel waarvan de chromosomen zijn afgebeeld zal zich verder ontwikkelen tot een eicel.
Welk proces of welke processen zal deze cel nog geheel of gedeeltelijk doormaken voordat de vorming tot eicel is voltooid?
Vorming van een eicel
A
alleen meiose I en II
B
alleen meiose I en mitose
C
alleen meiose II
D
zowel meiose I, meiose II als mitose

Slide 10 - Quiz

Tijdens de normale menstruatiecyclus wordt het baarmoederslijmvlies afgebroken door het vergaan van het gele lichaam. Hoe wordt, zodra een vrouw bevrucht is, voorkomen dat het baarmoederslijmvlies wordt afgebroken?
Leg dit in drie stappen uit en benoem hierbij de twee betrokken hormonen.

Slide 11 - Open question

De mannenpil is een pil die voorkomt dat een man zaadcellen gaat produceren.
De productie van zaadcellen wordt vanaf de puberteit aangedreven door de hypothalamus. Dit orgaan produceert GnRH, het hormoon dat de hypofyse aanzet tot het afgeven van gonadotrope hormonen. Deze hormonen zetten op hun beurt de zaadballen aan tot de productie van zaadcellen en testosteron.
Progesteron en oestrogeen hebben, net als testosteron, beide een remmende werking op de afgifte van GnRH. In deze mannenpil wordt progesteron gebruikt en geen oestradiol (een oestrogeen).
Leg uit wat bij de mannenpil het nadeel van het gebruik van oestrogeen zou zijn.

Geboorteregeling bij de man

Slide 12 - Open question

Leg uit hoe het embryo/ foetus beschermd is tijdens de zwangerschap tegen schokken van buitenaf.

Slide 13 - Open question

Hoe noemen we de bevruchte eicel de eerste twee weken na bevruchting?

Slide 14 - Open question

Gonorroe is één van de meest voorkomende SOA's in Nederland.
1. Wat is een mogelijk langdurig gevolg van deze SOA als je niet wordt behandeld.
2. Hoe kan je deze SOA behandelen?

Slide 15 - Open question

In sommige gevallen kan ongewenste kinderloosheid worden opgeheven door kunstmatige inseminatie en/of door in-vitrofertilisatie (IVF). Bij kunstmatige inseminatie kunnen zaadcellen van de eigen partner worden gebruikt (KIE) of zaadcellen van een (anonieme) donor (KID), die ingebracht worden bij de vrouw. Bij IVF wordt de eicel uit de baarmoeder gehaald en 'handmatig' bevrucht in een petrischaal. Als gevolg van een chlamydia-infectie zijn bij een vrouw de eileiders verstopt geraakt. Zij kan daardoor langs natuurlijke weg niet zwanger worden. Zij en haar partner willen toch graag kinderen.
Welke methode komt of welke methoden komen in aanmerking om de ongewenste kinderloosheid van deze vrouw op te heffen?

Ongewenst kinderloos
A
Alleen IVF
B
Alleen KIE
C
Zowel KIE als KID
D
Zowel KIE, KID als IVF

Slide 16 - Quiz

In 1995 ontdekten de Deense biologen Peter Funch en Reinhardt Kristensen een
nieuwe diersoort Symbion pandora.
Het diertje leeft op de monddelen van een Noorse kreeft (Nephrops norvegicus) en voedt zich
met deeltjes die overblijven als de kreeft zijn voedsel naar binnen werkt. Om de voeding op te
nemen en te verwerken ontwikkelt het dier een voedingsstructuur.
Symbion pandora kan zich, afhankelijk van de milieuomstandigheden, zowel geslachtelijk
(seksueel) als ongeslachtelijk (aseksueel) voortplanten.
Onder welke milieuomstandigheden, gelijkblijvende of wisselende, biedt geslachtelijke
voortplanting dan wel ongeslachtelijke voortplanting meer voordeel voor Symbion pandora?
A
Bij gelijkblijvende geslachtelijk, bij wisselende ongeslachtelijke voortplanting
B
Bij gelijkblijvende ongeslachtelijk, bij wisselende geslachtelijke voortplanting
C
Bij zowel gelijkblijvende als wisselende omstandigheden geslachtelijk voortplanting
D
Bij zowel gelijkblijvende als wisselende omstandigheden ongeslachtelijke voortplanting

Slide 17 - Quiz

In de afbeelding hiernaast is de hormonale
regeling van de voortplanting bij de vrouw schematisch
weergegeven.
Welke hormonen moeten op plek A, B, C en D worden
ingevuld? Schrijf je antwoord als volgt op: A .... B .... C .... D ...

Slide 18 - Open question

In de afbeelding hiernaast is de hormonale
regeling van de voortplanting bij de vrouw schematisch
weergegeven.
Geef bij 1, 2 en 3 aan of de
hormonen een stimulerende (+) of een remmende (-) werking hebben.

Slide 19 - Open question

Bij de bevalling vinden een aantal processen achtereenvolgens plaats.
In welke volgorde?

A
indaling, ontsluitingsweeën, persweeën, nageboorte
B
ontsluitingsweeën, indaling, persweeën, nageboorte
C
indaling, persweeën, ontsluitingsweeën, nageboorte
D
persweeën, indaling, ontsluitingsweeën, nageboorte

Slide 20 - Quiz

Waar vindt de bevruchting plaats na bestuiving van een bloem?
A
Op de stempel
B
In de meeldraad
C
In de stijl
D
In het zaadbeginsel

Slide 21 - Quiz

Aan welk onderdeel van de plant kan je zien dat de bloem mannelijke voorplantingsorganen heeft?
A
nr 1
B
nr 2
C
nr 3
D
nr 4

Slide 22 - Quiz