IBO 3 werken in een bedrijf les 6

IBO 3 werken in een bedrijf
1 / 23
next
Slide 1: Slide
PraktijkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

IBO 3 werken in een bedrijf

Slide 1 - Slide

Programma ENT9
- 08:30 tot 09:30 les
- 09:30 tot 09:45 pauze
- 09:45 tot 10:30 les

Slide 2 - Slide

Programma ENT8
- 10:45 tot 11:45 les
- 11:45 tot 12:00 pauze
- 12:00 tot 12:45 les

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
- Aan het einde van de les weet ik welke taken bij ‘hoofd’, ‘handen’ en ‘hart’ horen.

- Aan het einde van de les weet ik drie gedragsregels op de werkvloer te benoemen en kan ik uitleggen waarom die belangrijk zijn.

- Aan het einde van de les weet ik wat gewenst en ongewenst gedrag op het werk is en kan ik daar een voorbeeld van geven.

Slide 4 - Slide

Woordenlijst
Woordenlijst invullen, je mag ze opzoeken, maar in eigen woorden schrijven! Daarna krijg je een Kahoot quiz over de woorden.

Slide 5 - Slide

Hoofd, handen en hart
Om je werk goed te doen werk je met je hoofd, je handen en je hart. Om goed te kunnen werken moet je dingen weten (hoofd). Je moet dingen kunnen (handen). En je moet weten hoe je je moet gedragen (hart). Samen noemen we dit de beroepseisen.

Slide 6 - Slide

Opdracht 32
Bekijk het filmpje samen. Je krijgt het filmpje twee keer te zien. Lees steeds eerst de opdracht. Kijk dan naar het filmpje. Maak dan de opdracht.


De eerste keer kijk je naar het soort werk dat er gedaan wordt. Welke taken of werkzaamheden zijn in het filmpje te zien? Beschrijf de taken uit het filmpje hieronder in steekwoorden of korte zinnen.

Slide 7 - Slide

Filmpje

Slide 8 - Slide

Opdracht 33 
Je hebt net alle taken opgeschreven. Nu gaan we kijken of de taak hoort bij hoofd, bij handen of bij hart. Je krijgt het filmpje opnieuw te zien. Vul het schema hieronder ‘Hoofd, Handen, Hart’ in.
 · Als een taak vooral gaat over ‘weten’, dan schrijf je die taak op bij ‘Hoofd’.
· Als een taak vooral gaat over ‘kunnen’, dan schrijf je die taak op bij ‘Handen’.
· Als een taak vooral gaat over ‘gedrag’ of ‘communicatie’, dan schrijf je die taak op bij ‘Hart’.


Slide 9 - Slide

Woordenlijst
Woordenlijst invullen, je mag ze opzoeken, maar in eigen woorden schrijven! Daarna krijg je een Kahoot quiz over de woorden.

Slide 10 - Slide

Omgangsvormen op het werk
Je houding, je gedrag en hoe je iets zegt, noemen we omgangsvormen. Deze leskaart gaat over hoe je je gedraagt op het werk, hoe je er uit ziet en wat je wel zegt en wat maar beter niet! Dat zijn de omgangsvormen op het werk.

Slide 11 - Slide

Omgangsvormen

Slide 12 - Slide

Opdracht 35
Bij het bedrijf waar je werkt of stageloopt zijn er ook meestal gedragsregels.

Zoek in het bedrijfsreglement naar de gedragsregels die er in jouw bedrijf zijn.

Slide 13 - Slide

Mag niet
Er is een aantal dingen die je nooit mag doen op het werk: geweld gebruiken (slaan, schoppen), bedreigen, schelden, pesten, seksueel lastigvallen en discriminatie. Wat ook echt niet kan zijn alcoholgebruik en drugsgebruik. Dit zijn allemaal redenen om ontslagen te worden.

Slide 14 - Slide

Agressie?
Wat betekent agressie volgens jullie?

Slide 15 - Slide

Verbale agressie
Dit is agressie met woorden. Bijvoorbeeld:

Iemand uitschelden

Heel hard schreeuwen

Boos worden in een gesprek

Gemene of discriminerende dingen zeggen (bijvoorbeeld over iemands afkomst of uiterlijk)

Slide 16 - Slide

Fysieke agressie
Dit is agressie met je lichaam. Bijvoorbeeld:

Schoppen of slaan

Duwen of spugen

Dingen kapotmaken

Iemand iets afpakken of beroven

Slide 17 - Slide

Psychische agressie
Dit is agressie waarbij iemand zich bang of klein voelt. Bijvoorbeeld:

Dreigen met woorden of berichten

Iemand onder druk zetten (chantage)

Iemand telkens kleineren of vernederen

Slide 18 - Slide

Pesten?
Wat betekent pesten volgens jullie?

Slide 19 - Slide

Opdracht 37
Kijk naar het volgende filmpje. Je ziet daar een winkelmedewerker die dingen doet die niet kunnen. Schrijf de dingen op die jou opvallen.

Slide 20 - Slide

Filmpje

Slide 21 - Slide

Opdracht 40
Gewenst of ongewenst gedrag?

Slide 22 - Slide

Beroepsopdracht 3: Werken in een bedrijf

Slide 23 - Slide