What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Verwijswoorden
JAS UIT
KAUWGOM OOK
OP TAFEL:
IPAD
(dicht)
PAK JOUW LEESBOEK
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
JAS UIT
KAUWGOM OOK
OP TAFEL:
IPAD
(dicht)
PAK JOUW LEESBOEK
Slide 1 - Slide
PLANNING VANDAAG
5 minuten
STARTEN
10 minuten
LEZEN
15 minuten
UITLEG EN OEFENEN
5 minuten
VRAGEN STELLEN
5 minuten
AFSLUITEN
Slide 2 - Slide
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Na deze les:
Ken je de regels voor het gebruik van verwijswoorden.
Weet je wat de veel voorkomende verwijswoorden zijn.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Verwijswoorden
Kies het juiste verwijswoord:
mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
dat, dit
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
die, deze
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
die, deze
meervoud
zij/ze, hen, hun
die, deze
Slide 6 - Slide
Verwijswoorden
Kies het juiste verwijswoord:
Waarmee
Waaronder
Waardoor
DINGEN
Dit is een gum, waarmee je inkt kan verwijderen.
Met wie
Aan wie
Door wie
PERSONEN
De collega, met wie ik samenwerk, heeft ook geen zin in de cursus.
Slide 7 - Slide
timer
1:00
Signaalwoord
Verwijswoord
omdat
dus
hoewel
en
hij
zij
die
dat
Slide 8 - Drag question
Verwijswoord
signaalwoord
omdat
dus
hoewel
en
hij
zij
die
dat
Slide 9 - Drag question
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Het drumstel is van Davids vader,
maar ________ gebruikt ________ niet meer.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 10 - Drag question
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Vera doet het trucje voor.
________ zegt:
‘Zo moet je
________ doen.’
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 11 - Drag question
Welke verwijswoorden gebruik je bij de-woorden?
die
dit
deze
dat
de-woorden
Slide 12 - Drag question
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
dit
die
deze
dat
het-woorden
Slide 13 - Drag question
hebben
een ticket
voor
verdiend.
gaan
dus
naar
de Olympische spelen.
te stellen
hopen
hoge eisen
aan het team.
verwijswoord
verwijswoord
verwijswoord
Zij
Daar
ze
De Nederlandse voetballers
Rio de Janerio
Slide 14 - Drag question
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Onno krijgt een vreemd mailtje binnen.
_________ denkt dat
________ spam is.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 15 - Drag question
Signaalwoord
Verwijswoord
omdat
dus
hoewel
en
hij
zij
die
dat
Slide 16 - Drag question
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Twan heeft een bijbaantje voor twee uurtjes,
________ vindt
________ niet erg.
deze
die
dat
hij
zij
het
ze
Slide 17 - Drag question
Wat zijn de regels voor het gebruik van verwijswoorden?
Wat zijn de veel voorkomende verwijswoorden?
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
More lessons like this
Verwijswoorden
10 days ago
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Verwijswoorden
6 days ago
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Verwijswoorden
June 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2BK Verwijswoorden
November 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
H2.3 verwijswoorden
November 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Verwijswoorden
4 days ago
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Verwijswoorden
September 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Verwijswoorden
27 days ago
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2